Ken je ze ook, die berichten die stellen dat je, als je om het ‘milieu’ geeft, maar beter geen bio eten kunt eten omdat dat meer land vraagt dan ‘gangbaar’?
En inderdaad als je 2 monoculturen met elkaar vergelijkt, de een gangbaar, en de ander bio, als je dus dezelfde industriële werkwijze gebruikt, dan kun je zomaar bij een dergelijke conclusie uitkomen, zelfs zonder dat je hoeft te goochelen met cijfers. (Zie bijvoorbeeld ‘When organics goes bad’ door Geoff Lawton c.s.)
Daar zit hem dan ook gelijk het probleem, bij de monocultuur, de industriële wijze van voedselproductie. Permacultuur biedt daarvoor een alternatief, een derde weg. Deze behelst echter wel een veel grotere verandering, dan die van gangbaar naar bio… Een heel andere manier van denken die stuurt op diversiteit, op polyculturen, het kweken van eten in ecosystemen, waarvan mensen een onderdeel zijn. Dat betekent niet dat een dergelijke voedselteelt enkel maar op kleine schaal kan, Mark Shepards Herstellende Landbouw biedt daarvan een inspirerend voorbeeld op akkerbouwschaal. Reden waarom mijn collega Lucas Brouns en ik dit boek kozen om te vertalen en bewerken voor het Nederlandse taalgebied, en de motiverende en hoopgevende positieve feedback die we daarop kregen sterkt ons nog altijd. Dit boek spint prachtig uiteen hoe klein de verschillen tussen gangbare en biologische monocultures zijn. Want ja: monoculturele landbouw blijft industrie, industrie die de bodem overslaat (Hier leg ik dat ook uit in het tv-programma Melk & Honing, vanaf de 6e tot de 11e minuut van het programma), en ver, heel ver af staat van ecosystemen, hoeveel ‘eko’-keurmerken er ook op zitten. Een onderwerp dat nog veel meer bekendheid kan gebruiken!
Waar een vierkante meter van een gewas (bijvoorbeeld tuinbonen of aardbeien) op een volkstuin, met daarnaast een ander gewas echt geen monocultuur is, al helemaal niet, als er her en der ook nog allerhande ‘ondersteunende’ planten staan die ecosysteemdiensten vervullen, is er bij een bio-akkerbouwer standaard juist wel sprake van monocultures, doorgaans hectares vol met een en hetzelfde plantje erop… Een feestje voor die wezens voor wie dit gewas een feestmaal is… Er wordt in ‘biologische’ akkerbouw net als bij ‘gangbare’ akkerbouw wel aan teeltwisseling gedaan, en dat is wellicht maar goed ook, maar daarmee is het nog lang geen ecosysteem. De biodiversiteit is er extreem laag… (Vast ken je Rebbeca Hoskings documentaire A farm for the future, die met Nederlandstalige ondertitels te bestellen is bij Trans Moves.) Uiteindelijk vertraagt teeltwisseling het afnemen van de bodemvruchtbaarheid enkel, maar ze lost haar niet op.
Het is een beetje zoals met bijvoorbeeld (het overgrote deel van) de High-Tech-landbouw-vernieuwingen, je kunt er van vinden wat je wilt, maar het blijven end of pipe solutions: oplossingen die de gevolgen van een destructief systeem wat matigen, een beetje de scherpe randjes eraf vijlen, maar die niet de oorzaken van de ellende wegnemen.
Waar een moderne industriële akkerbouwer (zowel gangbaar als bio) een soort van fabrieksmanager is (zie bijvoorbeeld ‘Prairie to monoculture’ door Geoff Lawton c.s.), is een herstellend landbouwer veel meer een ecoloog, die voortdurend observeert, en reageert; een totaal ander beroep, dat meer en vooral ook andere kennis en vaardigheden vraagt. Dat verklaart ook de prachtige opmerkingen van cursisten in onze permacultuuropleidingen: “Waarom heb ik dat niet geleerd op de landbouwschool?!” of “Ik heb na deze permacultuuropleiding een veel beter beeld van het totaal plaatje van de natuur.”
Dus je koopt geen voedsel met eko-keurmerk?
Jawel hoor, en ik doe mijn best meer vaste planten te eten, meer uit eigen tuin, van de lokale biomarkt, van Pure Graze e.d… Keurmerken vind ik daarbij wel minder belangrijk dan of het voedsel in ecosystemen geteeld is, en of het van regionale herkomst is. Ik wil een onderdeel van de oplossing zijn en niet van het probleem, maar heb tegelijkertijd niet de illusie dat we in één gemakkelijke sprong van de huidige puinhopen naar een ecoparadijs kunnen, en op het moment dat het niet lukt om op deze manieren aan al mijn voedsel te komen, dan voel ik me niet direct vreselijk (verlammend) schuldig, maar ik zie wel dat dat lang niet ideaal is en dat er nog heeeel veeeel meer verandering nodig is. Ik blijf me daarvoor inzetten en denk niet: Ach, deze zak worteltjes, meel, nootjes o.i.d… heeft een eko-keurmerk dus zal het wel goed zijn, ik heb verder geen verantwoordelijkheid meer, en stop hier maar met nadenken… Nee, ik blijf proberen bij te dragen aan grotere veranderingen, en daarbij moet ik ook toegeven dat ik ook om mijn eigen milieu geef en dat mijn keuze dus snel gemaakt is, als ik de keuze heb om wel of geen (chemisch) gif te eten… Herinner je je nog die urinetest onder Europarlementariers die allemaal round-up in hun urine bleken te hebben?
Marankes blog
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur-literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.