Je kent ze vast wel, stellingen van het soort Katoen moet je niet doen, Fosfaten zijn slecht en CO2 is gevaarlijk!
Ze komen veel voor in de verhalen, die de verhalen-vertellende-diersoort mens aan elkaar vertelt. Je kunt hier zomaar door worden misleid, ook als je een zeer goed bedoelende, langdurig geschoolde persoon bent. Dit soort stellingen gaat echter zelden of nooit op, en het is de kunst je er niet door af te laten leiden.
Greenwashing en andere soorten misleiding zijn overal. Navigeren in een dergelijk verstoord landschap kan je flink aanvliegen, al helemaal als je, zoals de meeste mensen, een goed bedoelend wezen bent (je denkt nu misschien ook aan de titel van Rutger Bregmans recente boek: De meeste mensen deugen wel).
Daarom deel ik hier 5 van mijn navigatie inzichten met je:
1 ) Stuff in the wrong place
Zowel het koolstof- als het stikstof- als het fosfatenverhaal is een kwestie van ‘stuff in the wrong place’. Ze zijn stuk voor stuk belangrijke bouwstenen van het leven. Dit raakt aan het permacultuur-ontwerpprincipe ‘Afval bestaat niet’. Te veel koolstof in de lucht kan bijdragen aan de opwarming/ontregeling van ons klimaat terwijl diezelfde stof als ie door intacte ecosystemen zoals bossen wordt verplaatst naar de bodem, ervoor zorgt dat de bodem meer leven kan dragen en klimaatchaos juist tegen kan gaan.
Ook fosfaat is dus belangrijk voor het leven op Aarde. Verstoor je de boel echter zo veel dat je bijvoorbeeld via wasmachines massa’s fosfaten in de waterwegen loost dan gaan de vissen dood door overbemesting, terwijl tegelijkertijd diverse denktanks zich er het hoofd over breken hoe we kunnen voorkomen dat er wereldwijd voedselkorten onstaan door fosfaattekorten in de landbouw, als gevolg van het leegraken van fosfaatmijnen. Hier gaat iets goed mis wat betreft de-manier-waarop.
Of zoals de grondlegger van de moderne permacultuur Bill Mollison dat zo mooi zei:
“Polution is an unused resource“
2) Het gaat om de manier waarop
Voorbeeld
Het gaat om de manier waarop iets geteeld, of geproduceerd wordt. Katoen bijvoorbeeld is helemaal niet in zijn algemeenheid slecht. Er zijn zéker veel katoenplantages waar er op zeer milieuonvriendelijke, waterverslindende wijze geteeld wordt, maar dat betekent zeker niet dat dat voor alle katoen geldt, er zijn ook projecten waarin juist met weinig waterverbruik wordt geteeld. Dat je iets op zeer milieuonvriendelijke wijze kunt telen, geldt voor alles, en dat is tegenwoordig ook best in de mode, en wordt ook gestimuleerd door regelgeving/subsidiestromen, al begint dat wel te veranderen mede onder druk van consumenten. In kringen van herstellende landbouw (RegenAG: regenerative agriculture) worden dergelijke verhalen alsvolgt samengevat:
It’s not the cow but the how!
Zeven jaar lang was ik een best wel strenge vegetariër, omdat ik misselijk werd van de industriële productie van dieren, dat deed, en doet (!) mij letterlijk pijn. Door het volgen van een permacultuuropleiding en daarna verschillende ecologie-opleidingen en zelfstudie heb ik echter geleerd dat zelfs dat draait om de-manier-waarop. Net zoals de ASNbank adverteert met geld verbindt, geld vernietigt e.d… kun je koeien fokken op een manier die neer komt op ‘trashing the planet’, maar ook op een manier die de bodem herstelt, die bijdraagt aan biodiversiteit. Er zijn er zelfs die juist illustreren dat grazers in grote delen van de wereld hard nodig zijn om biodiversiteit te herstellen, het draait om de manier waarop. Ook het IPCC geeft dit nu aan. Lees hier meer : https://www.farminguk.com/news/ipcc-recognises-positive-role-of-livestock-farming_53650.html
Daarom ga ik nu voor minder, maar béter vlees. En van textiel is er momenteel zo veel dat op ondergoed en sokken na, bijna alles tweedehands wordt aangeschaft.
Granen zijn erger dan vlees, maar zelfs daarbij maakt de manier waarop uit.
Kijkend naar het geheel kom ik nu tot heel andere conclusies dan voorheen. Monoculturen van planten zijn niet noodzakelijkerwijze minder erg dan monoculturen van dieren (megastallen). Sterker nog, zowel de biodiversiteit in haar algemeenheid als onze eigen gezondheid (de biodiversiteit in ons microbioom/ onze darmen) hebben veel te lijden hieronder. Moderne granen bevatten 10 keer zo veel gluten als voorheen en worden vaak niet gefermenteerd voordat we ze eten, terwijl dat vroeger meer gebruikelijk was, bijvoorbeeld omdat korenschoven nog een tijdje op het land stonden voordat ze werden binnengehaald.
Daarom eet ik nu weinig brood/granen, zeker voor een Nederlander. Maar ook hier maakt dus de manier waarop uit. Permaculturist Sepp Holzer kweekt oude (minder glutenrijke) graanrassen, niet in monoculturen maar als strokenteelt tussen bomen en andere gewassen (agroforestry), en inmiddels is ook een landgoed bij mij in de buurt weer bezig met teelt van oude graanrassen, en verkoopt dat graan lokaal; als je daar vervolgens zuurdesembrood van bakt en je dat met mate eet, dan zou dat wel eens een heel ander verhaal kunnen zijn.
3 ) Mijd Monsterlijke hybriden
De Cradle to Cradle-filosofie (C2C) heeft ons geleerd dat zogenoemde monsterlijke hybriden geen goed idee zijn, en dat het maken van een duidelijk onderscheid tussen biosfeer-materialen (composteerbaar) en technosfeer-materialen (niet of heel erg traag composteerbaar) veel uitmaakt.
Recent liep een cursist van mij een winkel in en kreeg het volgende verhaal te horen: “Deze hangmat is beter want er zit naast katoen (wat slecht is) ook polyester in.” Het mengen van polyester, een technosfeer-materiaal, en katoen, een biosfeer-materiaal, is echter volgens de C2C-filosofie, die goed aansluit bij de principes van permacultuur, geen goed idee.
Als je de hangmat na zijn levensduur als hangmat afdankt, kan je hem niet composteren want dan krijg je plastic soep in je bodem en je kunt hem ook niet wassen want dan krijg je plastic soep in je water. Als je er eentje maakt die helemaal van katoen is heb je deze problemen niet, en als je hem helemaal van polyester maakt ook niet, deze kan dan na zijn levensduur in de technosfeer blijven door recycling, terwijl de katoen-polyestervariant veel moeilijker te recycleren valt, die wordt ‘restafval’.
Ze had er zomaar in kunnen trappen, gaf deze stoere mens zelf aan, terwijl ze nu juist een goed bedoelend, zeer geschoold, wijs wezen is, iedereen kan hier zomaar intrappen en dat gebeurt ook vaak: het is een soort retoriek dat veel voorkomt, en dat voor veel vernietiging zorgt, terwijl met een andere manier van werken, die met de natuur meewerkt, de boel opgebouwd kan worden. Dan gaan we met meer mensen sneller vooruit en kan een negatieve voetafdruk worden omgeklapt naar een positieve. Het is dus van belang dit soort narratieven beter te leren herkennen.
Een artikel dat hierbij kan helpen vind je hier. Het is geschreven door de bekende voedselsoevereiniteitspersoon Vandana Shiva: https://consortiumnews.com/2019/06/21/fake-meat-big-foods-attempt-to-further-industrialize-what-we-eat/
4) Lokaal of niet?
Permacultuur draait toch om lokaal of niet? Wat moet ik kiezen? Dit zijn vragen die ik regelmatig tegenkom. Meestal lokaal, maar zoals met alles hangt ook dit ervan af… Waarvan dan? Van het totaal van de omstandigheden. Zo kan het bijvoorbeeld zomaar zijn dat kokosbloesemsuiker uit het ‘Red Ape’ arenga-project van Permaculturist Willie Smits in Indonesië een betere keuze is dan lokale bietensuiker, omdat deze palmen daar vaste planten zijn die in een biodiverse polycultuur opgroeien en omdat de lokale boeren aldaar hun inkomen hebben zien vertienvoudigen waardoor kinderen weer naar school kunnen en ze hebben wat ze nodig hebben. Daarmee vermindert ook de druk op het regenwoud, want dit regenwoud kappen voor een niet/minder bioverse landbouw heeft dan een stuk minder zin. Natuurlijk moet deze suiker dan nog vervoerd worden en kan dat op verschillende manieren. Het zou echter zomaar kunnen dat deze palmsuiker, kijkend naar het geheel, bietensuiker uit een lokale suikerbieten-monocultuur voorbij streeft. Dat nog los van het effect op onze gezondheid van deze verschillende suikers. Een patroon dat ik herken is dat wat beter is voor andere ecosystemen vaak ook beter is voor ons. (Ik schrijf ‘andere ecosystemen’ omdat een mens ook een ecosysteem is, al zijn we dat soort van vergeten.)
5 ) Verantwoordelijkheid
Uiteraard kies ik meestal voor lokaal voor wat betreft lokaal ook prima groeit, tenzij wellicht dat begrip wordt misbruikt als marketing-gimmick en het gaat om een met gif bespoten product terwijl het wel onbespoten uit Duitsland beschikbaar is, dan is natuurlijk een landsgrens ook maar een arbitrair fenomeen.
Wat maar weer eens illustreert dat er niets is wat mij van de verantwoordelijkheid om zelf te blijven denken ontslaat.
Dit voelt ook voor mij als een grote verantwoordelijkheid, maar wel eentje die ook kracht kan geven. Op momenten dat het me lukt (inmiddels de meeste) om, zonder schuldgevoel, hetgeen ik doe met aandacht te blijven doen, en te zien dat mijn handelen opbouwend kan zijn, dan geeft dat dus mogelijkheden om onderdeel van de oplossing te zijn.
Door goeie dingen te doen terwijl ik mezelf zo goed mogelijk informeer, en die projecten te steunen die de wereld een stukje mooier maken, die regeneratief zijn en bijdragen aan de broodnodige veranderingen waar deze tijd om schreeuwt. Dit alles terwijl ik me realiseer dat het niet mijn verantwoordelijkheid is om meer te doen dan binnen mijn mogelijkheden ligt: wat ik kan doen, is mijn best blijven doen, terwijl ik mijzelf goed blijf informeren.
Zo kunnen we met meer mensen sneller vooruit gaan, dus blijft ‘t voortzeggen mensen, als je kennis wilt vermenigvuldigen moet je haar delen!
Als afsluiter mijn hoofdregel:
Geniet nooit met mate, en als je er geen lol in hebt is het niet duurzaam!
Kies dus bij de keuze van wat jij gaat doen, voor iets wat bij jou past. Heb het goed, en geniet van de overvloed die de natuur waarvan we een onderdeel zijn biedt, als we ons gedragen als onderdeel van haar.
Meer lezen?
- Een top 10 van vaste planten
- Permacultuur is plantjes! Of toch niet?
- Vijf permacultuur-filmtips
- Herstellende landbouw: Agroecologie voor boeren, burgers en buitenlui (Mark Shepard)
Marankes blog
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur, van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.