“Jij bent toch zo’n natuureter?!” riep een van mijn ecologiedocenten me eens toe. Hoewel ik een dergelijke vraag vanuit zijn referentiekader en specialiteit binnen zijn vakgebied wel kan begrijpen, ga ik me dan toch afvragen wat zo’n man dan zelf eet…
Het was een beetje een snack-voor-de-lekkere-trek type, dat ik niet snel uitgebreid zag koken. Maar dan nog: die snacks komen ook ergens vandaan. Je kunt immers moeilijk stellen dat snackbareten niet van natuurlijke oorsprong is. (Al hebben ze flink hun best gedaan het zo dood te maken dat het retetraag composteert.)
Voor een Natuurbeschermer, of in het Engels a conservationist, is het natuurlijk schokkend om zo’n ‘natuureter’ een hap te zien nemen van jouw heiligdommen. De Natuurmonumenten.
Ik pluk weleens wild, ja. Zelfs dus eens waar de betreffende docent bij was. Ik zie verantwoord wildplukken (want dat kan zeker ook vandalisme worden) als een manier om in contact te blijven met de natuur, waarvan we een onderdeel zijn. Als iets wat de liefde ervoor vergroot. Voor deze man bleef het heiligschennis en verder dan een ‘agree to disagree’ zouden we niet snel komen op dit punt.
Het is natuurlijk ook nogal een onderwerp. Als er nu iets is wat ‘religieuze’ discussies op kan roepen dan is het wel eten. Zoveel mensen, zoveel meningen nietwaar?
Discussies verbleken erbij
Nu zijn er natuurlijk wel patronen te herkennen. Zo zijn discussies over voedsel bijvoorbeeld vaak gekleurd door een gebrek aan kennis van wat akkerbouw is en wat cafo’s (concentrated animal feeding operations, oftewel megastallen) zijn, en wat het effect daarvan is op de bodem. Dergelijke monoculturen zijn zo slecht voor de bodemvruchtbaarheid/biodiversiteit dat discussies over gangbaar versus bio en vega of andere diëten erbij verbleken. Cafo’s roepen een enorme vraag naar producten uit eenjarige akkerbouw op: bergen soja, graan etc. worden erheen gesleept en dat is bepaald niet duurzaam, of zoals de Vlamingen duidelijker zeggen: bepaald niet volhoudbaar.
Het verschil tussen gangbaar en bio is klein als er nog steeds geteeld wordt in bodemslopende monoculturen. De bodem is een levend wezen, of beter gezegd heel, errug, veel, levende wezens. In ecosystemen waarin veel vaste planten voorkomen heeeft het bodemleven meer te eten. Daardoor wordt het vruchtbaarder, het krijgt gewoon letterlijk meer kinderen, en deze kinderen zorgen er onder meer voor dat wat er uit dit ecosysteem geoogst wordt, heel divers is in voedingstoffen. Niet te evenaren door het gooien van slechts een paar voedingsstoffen op substraten met water. Want weet je, wat er niet in zit, kan er ook niet uit komen… Bepaalde vitames worden door bodembacteriën geproduceerd, om maar wat te noemen. Het feit dat een flink deel van ons voedsel zonder bodem gekweekt wordt, betekent dus niet dat dat een goed idee is – en dit is inderdaad geen reclame voor de IKEA-aquacultuursetjes waarmee je jaarrond binnenshuis planten kunt kweken en waarover ik zelfs enthousiaste berichten tegenkwam op permacultuurforums.
Een gezonde bodem barst van het leven. Ze komt tot stand door een samenwerking tussen planten en dieren. Als je je eigen eten kweekt, niet een klein beetje ervan maar ook je basisvoedsel, dan ervaar je dat. Haal je dieren, mensen incluis, uit het systeem, dan loopt de bodemvruchtbaarheid terug.
Als ik kijk naar wat duurzaam eten is, dan ga ik niet af op keurmerken of diëten maar op de vraag in hoeverre het in een ecosysteem gekweekt is.
Ook ik pleit er dus niet voor dat we met zijn allen die weinige ‘natuurmonumenten’ die er nog zijn massaal af gaan grazen, maar wel om ons eten weer in ecosystemen te kweken, en de schizofrene scheiding tussen ‘natuur’ en ‘landbouw’ op te heffen. Voordat dat vanwege klimaatverandering en het schaarser worden van fossiele brandstoffen vanzelf gebeurt.
Er komt dan veel meer ‘natuur’, waardoor mensen een positieve voetafdruk kunnen hebben. Natuurmonumenten hebben we dan niet meer nodig. Ja, ik eet graag ecosystemen! Sterker nog: repareer de planeet door wat je eet, is mijn motto.
Marankes blog
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur, van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat u kosteloos kunt downloaden.