Ecosysteemtariër in een permaproppersparadijs

Ik realiseerde me recentelijk dat ik een ecosysteemtariër ben. Wellicht vraag je af wat dat is, een ecosysteemtariër, en mogelijk zelfs heb je nog nooit eerder van het woord gehoord. Ik vermoed ook dat het nog niet in woordenboeken voorkomt. Ik zal het uitleggen.

Ik kwam erop omdat een oud cursist mij het woord ecotariër aanrijkte, doelend op iemand die enkel datgene eet waar een ‘eko’-keurmerk op zit. Vanwege het niet willen eten van ‘gangbaar’ met ‘gif’ gekweekt voedsel. Verstandig natuurlijk om, daar waar het maar even kan, voedsel te kiezen dat niet is opgegroeid met gif – immers een vreemde gewoonte.

Al moet ik wel zeggen dat zo’n jaar of 11 rondwandelen in permaland ons al vaak de schellen van de ogen heeft doen vallen. De vertaling-bewerking die we maakten van Mark Shepards Herstellende landbouw bijvoorbeeld bevat voorbeelden van ‘biologische bestrijdingsmiddelen’ die in de bioteelt toegestaan zijn maar waar bijvoorbeeld wel ook kikkers aan kunnen sterven. Gelukkig gaat het boek voor het overgrote deel over oplossingen, dat is ook waarom we het kozen: het gaat over oplossingen die neerkomen op het telen van voedsel in een daadwerkelijk ecosysteem. Dat klinkt wellicht erg logisch, en uitermate voor de hand liggend, en dat is het ook, maar het maffe is dat het eko-keurmerk dat niet voorschrijft! Eten hoeft niet te zijn opgegroeid in een ecosysteem om een eko-keurmerk te krijgen, de eisen gaan bij lange na niet zover. Zo zijn bijvoorbeeld monoculturele teelten gewoon toegestaan. Dit met alle gevolgen van dien voor de biodiversiteit, zoals: zeer drastische afname van insectenpopulaties en daarmee van vogels, enzovoort… Kortom afname van ecosystemen!

Eet lokale intacte ecosystemen

En dat nu is hetgene dat herstellende landbouw, of permacultuur, letterlijk weer herstelt, ecosystemen. Biodiverse landschappen met veel verbindingen tussen de diverse elementen. Bijen, vlinders & vogels bijvoorbeeld en ook mensen, die mogen er ook zijn, bijvoorbeeld als oogster/eter, en de koeien, die helpen met snoeien. Een aanpak tegenovergesteld aan wat ik vernam van cursisten die eerder de landbouwschool hadden gedaan. Zij hadden een speciale docent die je leerde hoe je alle insecten van je land kunt jagen.

Wat in de loop der jaren steeds weer duidelijk werd was dat het er niet zozeer om draait of iets een keurmerk heeft, maar veel meer of het is geteeld in een lokaal intact ecosysteem, een biodivers geheel dus waar insecten, vogels, bodemleven en dergelijke hooggeëerde actoren zijn, ze vervullen belangrijke rollen in ecosystemen, zoals het bestuiven van gewassen, en ja ze eten inderdaad ook weleens dingen die jij ook lust, maar als we wat stappen achteruit zetten, en naar het geheel kijken dan zien we dat we uiteindelijk beter af zijn als ze er wel zijn.

Structurele bijwerkingen

Als de bodemkwaliteit bijvoorbeeld steeds een stukje achteruit gaat door teelt in (eko)monocultures dan ben je uiteindelijk achteruit aan het boeren. Een moderne (eko)akkerbouwer is in de praktijk vooral een soort van manager, die weet hoeveel stikstof of verenmeel er per plant toegevoegd moet worden, die met grote machines (laat) werken, en die weet hoeveel landarbeiders je in het oogseizoen moet regelen en aansturen. Dit terwijl een herstellend landbouwer meer een soort van ecoloog is die voortdurend observeert en uiteindelijk reageert, zoals het permacultuurprincipe voorstelt.

Of zoals Bill Mollison, grondlegger van de moderne permacultuur, zei: Permacultuur is 98% observatie en 2% actie. Het is een totaal ander uitgangspunt dat in het totaal van iedere situatie een ander resultaat oplevert, maar met structureel een aantal ‘bijwerkingen’ als bodemopbouw, tegengaan van klimaatverandering en herstel van biodiversiteit. Zaken die de industriële teeltwijze van voedsel juist sloopt! Dit is dus een schoolvoorbeeld van de stelling “Het probleem is de oplossing”.

Fruitontbijt uit lokaal intact ecosysteem.

Groene schatten

Op deze manier kunnen we met behulp van permacultuurdenkwijzen een oplossing maken van een van de grootste problemen van deze tijd.

Een oplossingsrichting die op verschillende schalen toegepast kan worden die allemaal van belang zijn en elkaar prachtig aanvullen! Zo woon ik zelf bijvoorbeeld in een permaproppersparadijs, want naast mijn stadse huis onderhoud ik een bescheiden stadse voor- en achtertuin die enorm volgepropt zijn met allerhande heerlijkheden, draag ik daarnaast bij aan een gemeenschappelijke tuin in ons transitie-initiatief De WAR, en bestel ik, ook via een lokale voedsel-koöperatie, boodschappen bij tuinders en boeren van wie ik kan zien dat zij ecosystemen ontwikkelen.

Zo, en op diverse andere wijzen, kunnen we allemaal bijdragen. Bijvoorbeeld ook door je weinig aan te trekken van de ‘mannetjes’ op de volkstuin die het schandalig vinden dat je tuin een volgepropte wilde weelde is in plaats van een strak gemaaid gazon met border.

Illustratie www.klaus-pitter.com
Illustratie: Klaus Pitter (used with permission; vertaling Stichting Permacultuur Onderwijs)

Maar bijvoorbeeld ook door je in te zetten voor bossen in je buurt. Ik heb een tijd, geïnspireerd door permacultuurgedachtegoed, gedacht: Ik wil niet meer protesteren en dergelijke, maar puur gaan voor het werken aan oplossingen. Totdat ik op een gegeven moment zag dat de bomenkap in Nederland in deze tijd van klimaatverandering escaleerde, steeds toenam, tot aan sneller dan die in het Amazonewoud aan toe.

Deze ecosysteemtariër is zich toen ook in gaan zetten voor het beschermen van een bos in de buurt, en hoewel die lokale inzet nog niet heeft geleid tot een lokale kapstop, zie ik nu, wederom uitzoemend, en kijkend naar het geheel, dat het wel degelijk bijdraagt aan de landelijke verontwaardiging over ontbossing, waardoor er nu hier en daar gekapt wordt met kappen en er bij andere projecten wordt heroverwogen of kappen wel aan de orde moet komen. Toch nuttig dus! En dat is dan nog los van de educatieve functie van deze bosbeschermingsakties: heel veel mensen gaven aan ons te steunen en het bos belangrijk te vinden, maar nog niet op de hoogte te zijn van wat we te vertellen hadden. Ze waren geïnteresseerd en stonden open voor een common sense richting bescherming en herstel van groene schatten. Ik vond het motiverend.

Inspirerend vond ik dat ik kort daarna de volgende prioriteitenlijst van filosoof en parttime boer Charles Eisenstein tegenkwam. Hij noemt het the living earth ‘view’:

  1. Protect any ecosystem that is still intact, including the people, coevolving alongside these ecosystems (Amazon, Congo valley, etc.).
  2. Regenerate and heal damaged ecosystems by nurturing the relationship with place and using regenerative agriculture.
  3. Stop dousing the world in toxic chemicals.
  4. Reduce greenhouse gas emissions (as a side effect of the first three priorities).

Als we dit gaan doen worden we allemaal ecosysteemtariërs in een permaproppersparadijs!

Foto Maranke in hangmat in eetbare siertuin
Dit was in de vorige tuin waar ik (Maranke) woonde.

Zie ook mijn blogbericht ‘Een top 10 van vaste planten‘ met daaronder weer linkjes naar nog meer blogberichten

Marankes Blog

Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur, van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.

Flip the food pyramid!

Ik weet nog dat ik eens voor iemand een biefstuk had klaargemaakt en dat onze vorken krombogen. Dit kwam door mijn manier van braden, en ook door de wat stuggere, rijkere vorm van het vlees. In deze gastblog is de ‘ik’ Lucas (Oefenboerderij), en ik schrijf over goede vetten en bereidingswijzen.

Sinds ik een jaar of zeven geleden vlees ben gaan eten leer ik een boel. Bijvoorbeeld over vis, dat de prijzen kunnen verschillen tussen schol, tongschar, scharretjes … Hoe je een biefstuk klaarmaakt, en dat er in verschillende streken van de wereld diverse voorkeuren zijn. Zo is biefstuk in Noord-Amerika meer ‘doorregen’ en in Nederland magerder.

P1030944_50pr

Omdat ik eigenlijk bijna niet anders eet dan dieren die redelijk natuurlijk hebben geleefd betekent dat ook dat het vlees soms wat minder mals is dan ‘gewoonlijk’.
Tegenwoordig maak ik vooral bouillon van soepbotten (of soepkip). Je neemt de eiwitten uit roodvlees beter op als je ook andere delen van een dier eet. En als ik roodvlees eet, kies ik vaak suddervlees. Het lukte me in het begin nog niet om dat mals klaar te maken, maar nu wel. Met genoeg roomboter (of reuzel), en een beetje bouillon. En vaak genoeg omscheppen, of omkeren, de jus eroverheen scheppen, zodat het niet uitdroogt.

Bouillon maak ik af en toe als er genoeg botjes zijn opgespaard uit de vriezer, of als er soepbotten zijn besteld, een soepkip gekocht. Kippenvoet gaat er ook bij (die heb ik eens diepgevroren besteld uit Veenendaal waar ik biologische ‘kippenloopvoeten’ kon krijgen). Je zet de soepkip (of runderbotten enz.) koud op. Een scheutje azijn helpt om weer andere mineralen eruit te trekken. De fond (dikke bouillon) gaat deels in weckpotten en een beetje wordt ingevroren in de vorm van ijsklontjes. Zulke ijsklontjes kun je makkelijk gebruiken als je een kopje soep wil maken, of bij suddervlees bij de jus te doen zodat het niet droogbraadt.

Bouillonblokjes gebruik ik niet meer, omdat er gistextract in zit. Dit is een fabrieksmatig product dat iets nabootst wat mensen zoeken in eten. Maar je hebt meer kans dat iets gezond voor je is als het, zoals Michael Pollan zo mooi heeft gesteld, door je overgrootouders als eten zou worden herkend. Gistextract wordt ontraden in het boek Nourishing traditions van de Weston A. Price Foundation. Op de website van die stichting vind je allerlei boekbesprekingen, en als je je inschrijft voor een nieuwsbrief krijg je een bondige reeks van zes of zeven mailtjes.

Pas zag ik via de Twitter-account van @DefendingBeef een bericht over een aflevering van Southpark waarin de zogenaamde voedselpiramide wordt omgedraaid. Vet kwamtoen ineens als basis en granen als toetje . Het kan dat je op de Southpark-website even moet herladen om de aflevering (‘Gluten free Ebola’) of het fragment ‘Flip the food pyramid’ te bekijken.

Niet dat vlees eten een grapje is, maar het voelt wel fijn om verantwoording te nemen voor de hele cyclus, en om te eten wat bij me past.

Blog

Hier eindigt de gastblog van mijn collega Lucas Brouns (Oefenboerderij.nl). Vele vriendelijke groene groeten, Maranke Spoor.