Vaarwel aan het superieure heldendom

Tortoise_met anarcho-draak in zich_transparant_IMG_5089_1000px

In dit artikel van onze Amerikaanse collega Heather Jo Flores (gastblog) lees je hoe gender, klasse en ons beeld van heldendom een rol spelen in het blijven voortbestaan van onrechtvaardigheid, juist ook in permacultuur-kringen. Tijd voor krachtige verhoudingen, vaarwel aan de drakendoders.

Door Heather Jo Flores, zoals gepubliceerd in nummer 98 van het Amerikaanse Permaculture Design Magazine; vertaald door Stichting Permacultuur Onderwijs, met toestemming van de auteur. www.PermacultureDesignMagazine.com ; Heather-Jo-Flores.blogspot.nl. Illustraties: Maranke Spoor

Vooraleerst: ik spreek puur voor mezelf. Want hoewel ik dit artikel grondig heb besproken met verscheidene collega’s en mentoren, mag ik er niet van uitgaan dat ik eenieders behoeftes en wensen ken. Met die kanttekening kan ik zeggen dat er in mijn ogen in permacultuur-kringen onrechtvaardige dingen gebeuren, en wel in het patroon dat grondbezitters en/of zelfbenoemde leiders zo handelen dat ze anderen pijn doen, beledigen en achterstellen. Zulk gedrag brengt de permacultuur-beweging in discrediet. We moeten ze oplossen, willen we ons doel bereiken om een echte, authentieke vorm van duurzaamheid binnen bereik te stellen.

De noemers ervan kennen we wel: racisme, seksisme, leeftijdsdiscriminatie, xenofobie, vrouwenhaat, angst, woede… Ieder van ons ervaart deze monsters toch nu en dan, en we zien hoe ze leiden tot oordelen en reacties van afkeer. Misschien is de bereidheid de rol van meerdere te spelen de oorzaak van het probleem? Eigendunk, oftewel vol zijn van de eigen goedheid, is zeker weten geen ethisch principe van permacultuur, en toch krijgen we zo snel onenigheid, dat we kibbelen over details en ellebogen om geld en status.

Ik begrijp dat als je deze zaken wilt onderzoeken en oplossen, je ze niet los van elkaar moet bekijken, omdat onrechtvaardigheid vaak op meerdere vlakken tegelijk speelt (wat bestudeerd wordt onder de noemer ‘intersectionaliteit’). Maar wat mij betreft is herkomst, oftewel klasse, het kernprobeem dat voor verdeling zorgt in de permacultuur-gemeenschap. De ongelijke verdeling van welvaart en kansen wordt vaak gekoppeld aan de andere -ismen, maar ze behoort volgens mij tot de kern van de lelijke (lelijk ontworpen) dynamiek in onze gemeenschap. Niet dat racisme, sexisme, leeftijdsdiscriminatie en andere -ismen niet voor problemen zorgen, maar eigendom van en zeggenschap over geld en vastgoed maken dat mensen hun overige privileges überhaupt kunnen misbruiken.

Mijn leven tot dusverre is getekend door diepe armoede, opzij gezet worden, en knokken. Als kind leefde ik samen met mijn zus en onze alleenstaande moeder. Mijn moeder is etnisch Cree indiaan en Frans. Ze was als kind vaak geslagen en kreeg mij toen ze negentien was. Ze werkte op allerlei plekken, voor het minimumloon, altijd meer dan fulltime. We hadden nooit genoeg geld voor de huur. Zodoende bracht ik een groot deel van mijn jeugd door in een camper, zogezegd dakloos, of ik werd ergens bij familie gedropt voor een paar maanden, om mijn moeder wat adem te geven. Mijn vader, elektricien uit een arbeidersmilieu wiens ouders uit Mexico waren geëmigreerd voordat hij was geboren, kwam pas in beeld toen ik een puber was; maar hij kon niet echt helpen vanuit de waas van gewelddadigheid en alcoholisme die zijn leven indertijd domineerde. Op mijn vijftiende stapte ik uit het schoolsysteem, met negentien scholen en minstens dertig woonplaatsen achter de kiezen. Sindsdien heb ik er alleen voor gestaan, en ben ik over het algemeen zelfvoorzienend geweest – tenzij je mijn studieleningen meerekent, want die ben ik aangegaan om later te kunnen studeren, hetgeen niet kon zonder studielening. Dat was mijn ‘keuze’ en ik heb er geen spijt van, maar het is een last waaronder ik zwaar gebukt ga.

Tortoise_wakkere_oogjes_transparant_IMG_5092_1000px

Opgegroeid met zo’n ongebruikelijke combinatie van hulpbronnen heb ik toch geleerd bijzonder vindingrijk te zijn – en dat is juist wat me tot zo’n goede ontwerper, docent en sociaal werker maakt. Niet dat ik hier even wil opscheppen over mezelf; ik geef alleen mijn persoonlijke oeuvre als voorbeeld van hoe succesvol iemand kan zijn ondanks een achtergestelde uitgangspositie. Wat had ik niet kunnen doen als ik op jongere leeftijd geschikte kansen had gehad! En wat zou ik nú kunnen doen als ik een stukje land ter beschikking had in plaats van een studieschuld van tachtigduizend…

Door al die jaren heen waarin ik Food Not Lawns opzette, het gelijknamige boek maakte, zaden opkweekte en verder deelde, rondreisde terwijl ik plantensoorten en verhalen verzamelde, heb ik de hele boel zelf gefinancierd met de gekste shit aan baantjes. Noem maar op: schoonmaken, sieraden verkopen, prostitutie, en uiteraard wietplanten toppen en zelf wiet verbouwen. Jij vindt er wellicht het jouwe van, oordeel over me als je dat niet laten kunt; ik deed het om te kunnen overleven. Waarom ik niet mijn zaadjes, oogst en talenten in de markt heb gezet, om op die manier in mijn levensbehoeftes te voorzien? Nou, daar kon ik niet van leven, omdat ik júist in permacultuur-kringen keer op keer conflicten moest uitvechten met de zojuist opgesomde monsters. Mensen in bevoorrechte posities hebben me laten vallen, zijn vergeten me te betalen, hebben plagiaat gepleegd op mijn werk en hebben mijn naam gebruikt om een cursus te verkopen zonder dat ze mij dat ooit gevraagd hebben / inhuurden als docent. RealFarmacy met zijn flikflooi-Facebookpagina ‘Grow Food, Not Lawns’ heeft zelfs geprobeerd mijn handelsmerk Food Not Lawns te stelen, waarmee ik dat voor altijd kwijt zou zijn geweest als ik vorige vorige winter niet net een paar duizend dollar had verdiend met wietplanten toppen in Californië, zodat ik een advocaat kon inschakelen.

Ik vertel dit allemaal niet om medelijden te vragen, maar om duidelijk te maken dat niet iedere mens toegang heeft tot de baantjes, scholen, families, landgoederen en respect die voor velen van jullie in het leven een gegeven zijn. Medelijden en een rotgevoel, daar hebben we niks aan, maar we moeten er wel iets aan veranderen.

Ik ben er vast van overtuigd dat de meesten van ons als ze ‘s ochtends opstaan, van zins zijn om als goede mensen goed werk te doen voor de wereld, van welke etniciteit, herkomst (klasse), gender en leeftijd ze ook zijn en wat ze ook voor ontbijt nemen. Waar ik lelijk, onenigheid creërend gedrag waarneem (zoals de ander onderbreken, overschaduwen, lasteren, geringschatten, plagiariseren, ontwijken, op een ander neerkijken, iemand gebruiken, de huur verhogen en jezelf als Keizer, als Baron of als Weldoenerige Heerser beschouwen) gaat dat vaak samen deze redenatie: ‘wat ons te doen staat’ is belangrijker dan wat andere mensen vinden van de wijze waarop we te werk gaan.

“Ik heb geen tijd voor kritische opmerkingen. Planeet Aarde is op sterven na dood, dus ik ga weer aan het werk”, schreef eens een permacultuur-docent die ook bekendstaat als een bijzonder ruw iemand. Wat ik daarop zeg? ‘Wat ons te doen staat’ is precies waar ik het hier over heb. Planeet Aarde is op zich niet aan het doodgaan. Zeker is ‘Zorgen voor Aarde’ belangrijk, en zeker sterven er veel soorten uit, maar als we ‘Zorgen voor de mens’ en ‘Eerlijk delen’ niet gaan fiksen, dan klimt de mens vlot naar de top van de bedreigde diersoortenlijst. Misschien is het voor deze planeet wel goed als wij uitsterven, en misschien ook niet. Ik hou het erop dat de mensheid het kan redden, hoe tijdelijk het ook lijkt als je uitzoemt naar het geheel.

Dekoloniseren & soevereiniteit

Onlangs wees een bevriende collega me erop dat “dekolonisatie geen metafoor is”. Dat verbaasde me oprecht ondanks mijn vele jaren ervaring in dit vakgebied. Ik googlede erop en vond een aantal sterke, provocerende artikelen, die verwezen naar een essay uit 2012, door Eve Tuck en K. Wayne Yang. Daarin noemen ze elke mens die land bezit en niet tot de inheemse bevolking behoort, een ‘settler’ (oftewel een kolonist). Volgens die definitie is zowat elke landeigenaar in de permacultuurgemeenschap een settler/kolonist. Tuck en Yang zien het gemak waarmee het begrip dekolonisatie wordt gebruikt en in betekenis verlegd, als gewoon een nieuwe vorm van koloniale toe-eigening.

Ik heb al aardig wat gediscussieerd over dekoloniseren in de zin van het teruggeven van land aan inheemse bevolkingsgroepen. Van mijn moeders kant ben ik een Cree indiaan, van mijn vaders kant een Chihuahua. Dus als ik iemand tegenkom met geld, land/een bevoorrechte positie die iets lijkt te willen ‘doen voor’ achtergestelde mensen, dan kom ik daar wel mee op de proppen. Meestal gaat het gesprek dan zo:

Kolonist/grondbezitter: “Wat kan ik doen om de armen te helpen?” Ik: “Schenk me een stuk land, en dan maak ik er een reservaat van met zaden van plantensoorten, een voedselbos, een permacultuur-paradijs waarvan de mensen hier generaties-lang voedsel en andere vruchten zullen plukken.” Kolonist/grondbezitter: “Dat gaat niet gebeuren.” Ik: “Ok…”

Het lijkt er helaas niet op dat mensen die land bezitten binnen afzienbare tijd hun aktes gaan overdragen aan soevereine volkeren. Ik denk soms zelfs dat het pas zin heeft de discussie over gelijkheid aan te gaan zodra mensen bereid zijn méér te doen dan er puur over te práten. De enige weg waarlangs de weegschaal weer in balans kan komen, is door welvaart werkelijk, materieel te herverdelen. Fair shares ethiek iemand?

Dekoloniseren gaat ook over soevereiniteit. Bevoorrechte mensen hebben meer invloed op hun eigen levens. Daarmee hebben ze een grotere kans dat ze bewerkstelligen wat ze als hun ware doel zien. Zonder de (tijdrovende) lasten om van dag tot dag je kostje bij elkaar te scharrelen. Soevereiniteit houdt in dat je vrij bent om je dromen na te jagen, om het pad te volgen dat je verkiest, om je waarheden te verkondigen zonder dat je hoeft te vrezen dat je in armoede vervalt of dat je zal worden aangeklaagd. Zich een slaaf te voelen wens je niemand toe. Toch is het vrij gebruikelijk dat grondbezitters in permacultuur-kringen hun huurders, stagiairs en vrijwilligers behandelen als horigen, wat zoals ik al zei wordt vergoeilijkt met de redenatie dat er ‘ons iets te doen staat’ voor een betere wereld.

Tortoisen bij een vuur_IMG_transparant_5085_1000px

Over soevereiniteit heb ik eerder geschreven in mijn essay ‘The heroine’s journey: toward a feminist storycraft’ (Reis van een heldin: Naar een feministische vertelwijze). Ik opperde hierin dat de heroïsche reis van een vrouwelijke persoon misschien niet zozeer draait om het doden van de draak uit de sprookjes, maar meer om dat beest te begrijpen, te bevrienden en ermee samen te leven. Een mooie metafoor voor wat wij, als permacultuur-gemeenschap, proberen voor elkaar te krijgen: we willen leren van de natuur, ons eraan aanpassen, ermee samenwerken, en haar niet manipuleren en misbruiken. Alleen moeten we die idealen volgens mij nog leren toepassen op onze verhouding tot andere mensen.

Is dat sprookjesachtige gevoel dat je de Held moet zijn soms de drijfveer van ellebogende, patriarchale gedragsvormen? Ik zie twee patronen: jezelf beschouwen als superieur wat betreft kennis of vaardigheid, en een gebrek aan het onmisbare vertrouwen waarmee je echte verhoudingen kunt aangaan. Ik weet het: iemand die genoeg te makken heeft, kan de clown uithangen en er nog mee wegkomen ook, dus kan die als Held een project binnen denderen (“Zonder mijn alomvattende wijsheid lukt het jullie nooit!”) om vervolgens de mensen die eigenlijk het meeste werk doen te beledigen of van elkaar te vervreemden. Een Held kunnen we missen als kiespijn. Er is juist behoefte aan kleine maar fijne stapjes die voortborduren op krachtige en gezonde verhoudingen.

Dat zal ik uitleggen.

Vriendschappen

Vriendshappen zijn de bouwstenen van een gemeenschap. Kijk maar: wat betekent het om echt bevriend te zijn met iemand anders? Een vriendschap vereist rechtvaardigheid, gelijkheid, geweldloosheid, respect en contact. Als vriend ben je loyaal en oprecht. En je moet kwetsbaar zijn, meeleven, geduld uitoefenen en, misschien wel het belangrijkst, er je best voor doen. In een vriendschap wordt er van je gevraagd dat je van je pad afwijkt om iemand op te zoeken, te helpen, iemands werkzaamheden en gevoelens te steunen. Een echte vriend biedt jou ook al die dingen, en nog van alles erbij.

Klinkt dat niet als wat we graag zouden zien gebeuren in onze bredere permacultuur-kringen? Kan dat? Dat we patronen van ellebogen en achterstelling veranderen door oprechte, levenslange vriendschappen te sluiten? Hieronder vind je een lijstje met concrete dingen die je kunt doen om ware vriendschappen en bondgenootschappen te cultiveren. Zulke lijstjes zijn altijd link, want hiermee wordt van de bevoorrechte lezer een altruïstische buiging verwacht, met empathie en alles. Inderdaad verzoek ik je om de privileges die je voordeel lijken te brengen, te laten varen, en een deel van je macht en positie los te laten, opdat we de maatschappij rechtvaardiger kunnen maken voor alle anderen. Wellicht voel je je door deze blog al getriggered, gefrustreerd, in het nauw gedrongen… Dus wat betekent het voor jou? Kun je je leven openstellen voor de mogelijkheid dat jouw keuzes niet alleen jouzelf voordeel zullen bieden, maar ook de maatschappij? Langs wegen die je nooit zult bewandelen als je veranderingen mijdt en je voorrechten blijft hamsteren?

Ik weet het, een verreikend verzoek, en toch hoop ik dat je de uitdaging aangaat. Als je je vrienden in gedachten neemt, degenen die je vandaag de dag koestert, zou je dan niet ongeveer álles voor ze over hebben? Stel je voor hoeveel nieuwe verbanden je kunt aangaan, in het echt, als je een stapje doet in die richting.

Wat jij kunt doen!

Ontmoet. Nodig mensen die minder bevoorrecht zijn dan jij uit op jou feestjes en bezoek die van hen. Dans met ons, leef met ons, en gaat met ons uit. Ga kort gezegd met ons om zoals je met je vrienden omgaat.

Luister. Stop met praten. Ga niet in discussie. Luister gewoon. Als iemand iets tegen je zegt dat je triggert, ervaar dat dan, en blijf gewoon luisteren. Soms hebben vrienden het nodig om even te razen en hun hart te luchten. Jouw beurt komt wel.

Waardeer. Waardeer en gebruik creatieve input. Hoe ik de wereld ervaar kan sterk verschillen van jouw ervaringen, en deze verschillende perspectieven kunnen een krachtige toevoeging aan jouw project zijn.

Steun. Bied hulp aan op het gebied van voedsel, vervoer, huisvesting, kinderopvang en logistieke zaken. Kom niet binnenwalsen en de Leider uithangen, terwijl alle anderen het handjeswerk doen. En help niet omdat je iets te bewijzen hebt, maar omdat het is wat vrienden voor elkaar doen.

Maak tijd. Maak tijd voor gesprekken over moeilijke onderwerpen. Doe niet alsof ze onbelangrijk zijn, enkel omdat ze voor jou niet zo zichtbaar zijn. Doe iets met kritiek anders dan je te verdedigen. Zorg ervoor dat deze gesprekken in een veilige, heilige sfeer plaatsvinden, zodat je samen kunt leren over het creëren van werkelijke vrede in de wereld.

Wees betrouwbaar. Kom opdagen als je zegt dat je zult komen. Probeer mensen niet onderuit te halen met woorden, ze weg te concurreren met goedkope tarieven, of contractuele afspraken te ontduiken. Beloof niets wat je niet nakomt. Wees echt.

Studeer. Doe aan zelfstudie over ras, klasse, gender, en intersectionaliteit (de complexiteit van diversiteit), in plaats van te verwachten dat anderen het jou leren. Lees boeken, zoek op internet, ga naar workshops. Blijf leren als je goed op dreef bent. Beslis niet dat je nu een authoriteit bent op het gebied van bevoorrechten, achtergestelden en onderdrukking, enkel omdat je er nu wat over gelezen hebt.

Blijf ook leerling. Volg cursussen en workshops die worden gegeven door mensen buiten je eigen klasse. Studeer zoveel als je lesgeeft. Je denkt dat jij al weet wat permacultuur is? Volg mijn cursus, en ik garandeer je dat je dingen zult leren waar je nog nooit aan gedacht had.

Geef erkenning. Ere wie ere toekomt. Dit grijpt terug op het deel over het waarderen van creatieve input. Het is niet genoeg om iemands ideeën enkel te waarderen. Je dient ze ook te eren. Altijd. Dit kost tijd en aandacht. Dank je wel.

Promoot. Schrijf over het werk van anderen en promoot het. Scroll door je Facebook-feed en kijk in je boekenkast. Hoeveel van de links die je gedeeld hebt en boeken die je hebt gelezen, zijn gemaakt door vrouwen, kleurlingen, queers of armen? Realiseer je dat, tenzij je erg je best doet om zulk werk te vinden en promoten, het misschien niet voorbijkomt in jouw feed. Vind het, en deel.

Stel mensen aan. Stel vrouwen, kleurlingen etc. aan om met je te werken. Bied zinvol werk voor een salaris vergelijkbaar met dat van jou. Als je van de ene docent niet zoveel gehoord hebt als van een andere, vraag je dan af waarom dat is. Zou het te maken kunnen hebben met bevoorrechtheid? Ga er niet van uit dat een beroemdere docent een betere docent is. Vaak is het juist andersom. En herinner je vervolgens om ze te eren voor het werk waarvoor je ze aangesteld hebt.

Netwerk. Gebruik jouw connecties om mogelijkheden voor anderen te scheppen. Je doet dit waarschijnlijk al voor je vrienden en collega’s. Graaf in je geheugen naar connecties die je hebt helpen ontstaan, en vraag je af of je netwerk een goede balans bevat van mensen van verschillende etniciteit, genders en klasses. Pas je ratio hieraan aan.

Organiseer. Organiseer evenementen die mogelijkheden voor anderen scheppen. Deze taak komt te vaak neer op de schouders van de vrouwen in een gemeenschap. Ik hebt het een miljoen keer gezien: de vrouwen organiseren en promoten voor een workshop en regelen een ruimte, en dan komt er een man lesgeven, oreren en die laat een zooitje achter. Draai het om!

Doneer. Dekoloniseer. Geef geld en vastgoed aan mensen die niet begonnen met de hulpbronnen waarmee jij van start ging. Ik weet dat je hard gewerkt hebt om te komen waar je nu bent. Maar realiseer je dat iemand anders waarschijnlijk nóg harder gewerkt heeft en daarvoor minder beloond is. Enkel vanwege de omstandigheden waarin ze geboren zijn. Dus geef wat geld weg. Geef wat land weg. Doe het gewoon. Geef een auto weg, een trekker, wat gereedschap en wat zaden. Maar doe het wederom niet omdat je je schuldig voelt of een held wilt zijn. Doe het omdat je weet dat het delen van hulpbronnen daadwerkelijk en effectief bijdraagt aan het opbouwen van een duurzame gemeenschap.

Vertrouw. Dit is de belangrijkste bouwsteen van elke vriendschap, relatie of gemeenschap. Vertrouw elkaar. Vertrouw jezelf. Schiet niet in de verdediging. Als je de neiging hebt om in de verdediging te schieten, ga dan wandelen, schrijf een gedicht of ga een paar minuten tegen een boom schreeuwen.

Kom dan terug en probeer het nog eens. Herinner je de permacultuur-principes: Reageer op feedback. De grenzen van de mogelijkheden zijn de grenzen van je eigen creativiteit; Het probleem is de oplossing; Fouten zijn leermomenten. Gebruik ethiek en principes nooit als excuus om moeilijke gesprekken uit de weg te gaan. Gebruik ze als kompas.

Anarcho-draak_transparant_IMG_5094_1000px

Veel succes gewenst! Jouw feedback is welkom en ik kijk uit naar de gesprekken die voortkomen uit dit artikel, en andere artikelen over deze cruciale kwestie.

Marankes blog

Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur-literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur van ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.

De aflevering die je zojuist hebt gelezen is een vertaling van een artikel (gastblog) van Heather Jo Flores, zoals gepubliceerd in nummer 98 van het Amerikaanse Permaculture Design Magazine; vertaald door Stichting Permacultuur Onderwijs, met toestemming van de auteur. www.PermacultureDesignMagazine.com ; http://Heather-Jo-Flores.blogspot.nl/2015/11/decolonizing-permaculture-bridging-gap.html. Illustraties: Maranke Spoor

Over de auteur

Heather Jo Flores is activist, auteur, docent en interdisciplair artiest, met als aandachtsveld de interactie tussen de fysieke wereld en creativiteit. Ze schreef het boek Food not lawns: How to turn your yard into a garden and your neighborhood into a community (Chelsea Green, 2006). En ze was in 1999 mede-oprichter van de oorspronkelijke Food Not Lawns-groep in Eugene (Oregon). Ze heeft opleidingen op bachelor-niveau afgerond in permacultuur-onderwijs en in Interdisciplinaire Kunst. Afgelopen zomer ondernam ze de ‘Edible Nations toernee’ door het noorden van de VS, en die gaat deze winter door, met een verkenning van wereldwijde permacultuur-projecten die zich richten op avocado. Je ziet Heather Jo Flores op www.HeatherJoFlores.com en www.FoodNotLawns.com.