Nergens op het land is er meer verticale ruimte dan in de Lage Landen… De sky is de limit, of nochtans de hoogte van de boom waarin je wilt klimmen.
Met een goede ladder en een snoeischaar-op-stok kun je een aardig eindje de lucht in oogsten.
In een van Marankes appelbomen groeien sinds dit jaar ook Chayotes. Gebruikmaken van verticale ruimte is errug handig voor kleine tuinen… Waar op de grond te weinig ruimte is voor courgetteplanten, kan op deze manier toch een komkommerachtige groente worden gekweekt! Natuurlijk moet de boel goed op elkaar afstemmen: zo vraag je je wellicht af of chayote de boom niet wurgt… Maar nee, dat doet hij niet. Maranke heeft de chayote immers pas onder de appelboom geplant toen die al zeven jaar was, en al meer dan groot en sterk genoeg. Een hartstikke prima klimrek, dat omdat het leeft niet steeds hoeft te worden vervangen!
En zo kan er twee keer geoogst worden, na eerst kisten vol appels nu een mand vol chayote, van hetzelfde hele kleine stukje tuin! En o ja hadden we al verteld dat er ook nog een kruisbes (op stam) onder staat? Die ook nog kilo’s aan kruisbessen heeft opgeleverd? En frambozen en nog meer: de productiviteit van dit microvoedselbos is soms bijna een lachfilm… Dit kan gewoon in een standaard achtertuin. Al heb je maar zes vierkante meter en de gelegenheid om een boom te planten dan kun je dit al doen!
Geïnspireerd door een verhaal in Permacultuur in je moestuin, en door andere boeken en verhalen, is Maranke aan de slag gegaan met de Chayote. Een stekelige variant die op ons gematigde klimaat zou zijn toegerust. Een groeispurt in de zomer, wat extra water in de droge nazomer, en de vruchten zijn al niet meer te tellen. Ecohoeve Den Oude Kastanje, van wie de moedervrucht kwam, heeft een goede variëteit uitgekozen, zo lijkt het.
In het boek Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein & Julie Thompson, dat Stichting Permacultuur Onderwijs bewerkte en vertaalde naar de taal en het klimaat van de Lage Landen, staat een verhaal over ‘de klimmende buurvrouw’ die wel raad weet met chayotes. Dit boek kun je inzien en als je wilt bestellen op onze webpagina over dit boek (klik daarvoor hier).
Wil je leren wat je vervolgens met de oogst kunt doen? Van een docent die ook kijk heeft op het verwerken van minder bekende gewassen uit voedselbossen? Kom dan naar de Heksendriedaagse (m/v): een reeks van drie huiskamer-keukensessies door Maranke Spoor.: klik hier voor meer informatie.
Marankes blog
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur-literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.
Waar ik zo’n zeven jaar geleden als reactie op het woord permacultuur vaak te horen kreeg: “Wat?! Spermacultuur?!” hoor ik de laatste jaren steeds vaker een hoopgevend, ander geluid, dat in elk geval duidt op de groeiende bekendheid van permacultuur.
Vaak is het een geluid vol enthousiasme! Maar ik hoor dat andere geluid steeds vaker ook als een excuus, zoals: “Het is geen typische permacultuurtuin hoor…” Of zelfs een oordeel, in de trant van: “Die tuin van hem is geen permacultuur hoor, er zit niet eens een kruidenslak in!”
Nu kan ik je van die stress verlossen, de ‘(typische) permacultuurtuin’ bestaat namelijk niet.
Wat zou dat ook zijn?! Ik heb diverse tuinen mogen bewonderen, van allerprachtigste eetbare siertuinen tot tuinen waarin dappere pioniers het fenomeen cultuur helemaal losgelaten leken te hebben, resulterend in een tuin die na een jaar of twee meer leek op een ‘kweekgrasberg’ dan op iets anders. Verder allerhande eetbaardere tuinen die dan lokaal sterk van elkaar verschilden, erg wijs.
Maar ook dat is niet definiërend.
Afbeelding: Stel dat we Nieuwzeelandse spinazie tot superfood benoemden… Zou dan niet de evolutie van voedingswetenschap en van plantenveredeling enorm vertraagd worden? Evolutie bestaat dankzij diversiteit en eigenzinnigheid.
Permacultuur is ontstaan als manier om te zoeken naar principes en oplossingsrichtingen die de duurzaamheid voorbij gaan: een manier om opbouwend (of regeneratief) te leven. De boel beter achter te laten dan je haar gevonden hebt. Dat is ten eerste een ultiem breed geheel, dat uitgaat van een holistische blik, iets wat niet meer of minder betekent dan voortdurend kijken naar het geheel. Zo kun je op permacultuurwijze economieën, sociale structuren, en huizen ontwerpen. Het toepassen van de principes van permacultuur levert ook ‘voor mensen eetbare tuinen’ op, en dat is de toepassing die tot nog toe het meest voorkomt, of die toch het meest zichtbaar is. En daaruit komt waarschijnlijk ook het idee voort dat er zoiets bestaat als ‘de typische permacultuurtuin’, alsof er een stempeltje zou kunnen zijn om een tuin te maken volgens een recept, die je vervolgens kunt herkennen aan zijn uiterlijke verschijning. Maar dat is dus niet zo.
Dat het toepassen van permacultuurprincipes veel eetbare tuinen oplevert komt omdat de manier waarop we momenteel ons voedsel produceren erg afbrekend (of degeneratief) is, en daar het omkeren van onze levenstijl van degeneratief naar regeneratief doel is van permacultuur, is het logisch om waar mogelijk een deel van je eigen voedsel te kweken. Iedere situatie is echter anders, en in iedere situatie is weer wat ander gepast.
Afbeelding: Sla, lindebloesem en lindeblad van diverse bronnen. Een deel van je eten zelf verbouwen, als dat kan, een deel wildplukken, en een deel inkopen bij fijne bedrijven, of een combinatie waarin je het een wel kiest en het ander niet, kan allemaal een uitkomst zijn van de mogelijkheden en wensen die je hebt.
Het toepassen van de principes van permacultuur is zoiets als werken met een ‘patroontaal‘. Je kunt de principes een miljoen keer toepassen zonder ook maar één keer exact hetzelfde resultaat te krijgen! Het draait ook om het geven van echte aandacht, aan zowel het land als de mensen. Dat werkt. Je luistert naar het land, voordat je naar de mensen luistert, en draagt dan bij aan een ontwerp dat passend is in die lokatie en situatie.
Afbeelding: Zoals ook de typische spin niet bestaat, bestaat ook de typische permacultuurtuin niet. Permacultuur kun je prima beoefenen zonder tuin. Maar niet zonder web (verbindingen).
Ga je bijvoorbeeld aan de slag met een ontwerp voor een stadstuin op sterk(er) vervuilde grond, en de bewoner is bijvoorbeeld een kunstenaar, dan kan het zomaar zijn dat het toepassen van de principes van permacultuur een tuin oplevert die in de eerste plaats erg mooi is, en maar een beetje eetbaar voor mensen, je zou kunnen zeggen een eetbare siertuin light, en daar is helemaal niks mis mee! Dit hoeft juist geen ‘permacultuur light’ te zijn, al bekruipt je dat gevoel misschien wel… Het kan juist het passendst zijn voor de situatie. Het past bij de bodemsituatie en bij de wensen van de bewoner.
Wil je meer weten over de principes van permacultuur dan kan dat bijvoorbeeld in het eboekPermacultuur, Wat is dat?!
Afbeelding: Permacultuur werkt met ontwerpprincipes, patronen afgeleid uit observatie van natuur en cultuur. Een van deze ontwerpprincipes heet in het kort ‘Multifunctionaliteit’. Herken je er ook een ubuntu-teken in?
Marankes blog
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur-literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.
Waarde Wezens! www.weggeefwinkels.nl is weer ge-update. De adressen van de diverse winkels in den lande, zijn weer bijgewerkt en je bent, in sommige winkels na hun zomervakantie, weer meer dan welkom om te nemen en te geven.
Weggeefwinkels zijn een geldloze oase in een wereld waarin zo ongeveer alles hierom lijkt te draaien, het is een soort van economisch kattekwaad, sociale permacultuur, waarin dus iedereen welkom is en heel veel meer.
Ze zijn echter geen uiting van een: alles-moet-altijd-gratis-zijn-voor-mij gedachtegoed, ze proberen hebzucht juist uit te dagen, onder andere door je te confronteren met overvloed.
En de belangrijkste les die meer dan tien jaar weggeefwinkelarij mij geleerd heeft is dat echte aandacht werkt, iets dat ik nooit zal vergeten.
Je kunt op www.weggeefwinkels.nl een hoop meer lezen over wat een weggeefwinkel is, allerhande weggeefwinkelgeschiedenis, en tips & trics om zelf een weggeefwinkel te starten.
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur-literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.
Heb alweer verschillende bosjes kruiden geoogst voor de wintervoorraad… Die gaan gedroogd een potje in. En die potjes moet ik ergens laten natuurlijk. Naast een voorraadkast die vaak uitpuilt, en die ook potten met geweckt, gefermenteerd en gedroogd spul bevat, heb ik daarom verschillende kruidenrekken. Zelfgemaakt, want soms kan ik gewoon niet de maat vinden die ik zoek. Ons huis is klein en daarom is het extra van belang om elk hoekje optimaal te gebruiken…
Dat werd dus zelf klussen. Naast drie kruidenrekken voor kleinere potjes heb ik nu ook een grotere gemaakt. Om een nog grotere diversiteit aan potten kwijt te kunnen 🙂
Nog een voordeel van zelf maken is dat ik naast de grootte van het hele rek, ook indeling zelf kan bepalen. Als uitgangspunt voor de ruimte tussen de plankjes gebruikte ik dan ook de potten die wij hier vaak gebruiken.
Zie hier het resultaat….
Marankes blog
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur-literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.
Waar een misklik al niet toe kan leiden. Ik wilde onderstaand bericht posten in een sociale-permacultuur-groep die ik mede beheer. Door een misklik plaatste ik het op mijn eigen tijdlijn. Ik kreeg er allerlei leuke reacties op (een ‘happy accident’ aangezien mijn eigen tijdlijn een paar jaar langer bestaat dan die groep en zo meer vrienden kent, waardoor er wellicht nog meer reacties kwamen). Hieruit kwam onder meer naar voren, dat de stelling die ik had afgeleid, uit diverse gesprekken die ik in voorgaande maanden had gehad, te weten:
“Ik wil niet in een ecodorp wonen want dat vind ik te religieus, te star, te ‘te’!”
… veel weerklank vond. Ik ontving ook persoonlijke berichten met de volgende strekking: “Hey, leuke vraag over die woongemeenschappen! Mijn partner en ik denken er ook weleens over. Maar die ‘ecomensen’, dat zijn vaak ‘irritante gelijkhebbers’ en daar wil je niet mee wonen. Respect voor andersdenkenden is toch wel het minste. Ik weet dat irritante gelijkhebbers niet aardig is om te zeggen, daarom reageer ik ook niet publiekelijk, maar toch is dat wel hoe ik ‘t ervaar.”
Zonder aardig te zijn slaat deze ‘reaguurder’ een spijker op de kop. En worden gevoelens verwoord van diverse mensen die ik ontmoette. Natuurlijk gaat dit voor de een meer op dan voor de ander en zijn er wellicht zoveel meningen als mensen, maar als algemeen gevoel wordt hier wel een snaar geraakt, een gevoelige snaar.
Ik heb in het verleden zelf in groepen gewoond en gewerkt. Dat was nog voor de ‘eco’-tijd. De meest ‘succesvolle’ van deze groepsverbanden waren zeer divers. De deelnemers waren zo divers als de deelnemers aan onze permacultuur-jaaropleidingen: van boer of bankier tot tandarts, hovenier of verpleegkundige.
En van atheïst tot christen en van anarchist tot VVD’er. Dat past ook goed bij permacultuur. Sterker nog: de Australische grondleggers van de moderne permacultuur laten hun medewerkers een verklaring tekenen waarin ze aangeven hun permacultuurlessen en andere activiteiten niet te doorspekken met één bepaalde politieke stroming of ander geloof. Dit sprak mij direct erg aan. Wat ik tot nog toe oppikte van natuur/leven is ook een steeds weer groeiend respect voor diversiteit. Hoe passend!
Wat betreft de gevoelige snaar zijn er een aantal dingen die, hoewel ze ongetwijfeld ook een functie hebben, en menselijk zijn, tot de pijnpunten lijken te behoren:
de waarheid in pacht menen te hebben, en daarmee verbonden starheid;
de behoefte de vrijheid van anderen in te perken;
claimgedrag in zijn algemeenheid (als in: Permacultuur kan niet zonder mijn vorm van spiritualiteit, politiek enz.);
(voor)oordelen.
En nu is zulks zoals ik al zei ook menselijk; ik heb ook vooroordelen en mensen die aangeven die niet te hebben acht ik weinig betrouwbaar: schijnheiligen? Gevaarlijke politiek correctheid? In vooroordelen kan ook vaak wel een kern van waarheid zitten. Onze hersenen hebben immers een methode nodig om enorme hoeveelheden informatie te verwerken, en met de toename van de hoeveelheid informatie die de moderne mens te verwerken krijgt in deze tijd van information overload wordt dat er niet noodzakelijkerwijze beter op.
De vraag is dan: hoe ga je ermee om, hoe vaak sta je er bewust bij stil, en leidt dit dan tot andere conclusies?
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur-literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.
Mijn vorige blog over het voorjaar in de vasteplantentuin sloot ik paradoxaal genoeg af met dat ik snijsla ging zaaien… Jawel: een eenjarige! Ja hoor die zaai ik ook weleens en hoewel ik vanuit permacultuur-gedachtengoed relatief veel vaste planten gebruik (net als in ‘natuurlijke’ ecosystemen) heerst er bepaald geen verbod op het gebruik van eenjarigen, laat daar geen misverstand over bestaan. Maar met de bodemvriendelijke en onderhoudsvriendelijke vaste planten kun je dus een hoop!
Het hele voorjaar door eet ik hier en daar een vasteplantensalade. Deze salades kunnen heerlijk divers zijn, ook al op het moment dat het eenjarige spul nog niet groot genoeg en voldoende talrijk is.
Hoewel ik dol ben op mals jong snijslablad zijn de allerlekkerste salades die ik ooit gegeten heb helemaal gemaakt van vaste planten! Een voorbeeld: Op onze volkstuin at ik een salade van jong lindeblad, zevenblad, hondsdraf, knoflookblad, zuring, munt en citroenmellise. Dit alles met een eenvoudige dressing van olie & azijn, peper & zout.
Afbeelding: De middagzon (in de rug van de fotograaf) vindt zijn weg door de tuin.
Terwijl ik de salade at, samen met een eetgenoot onder de hazelaar, zat de ander gezellig tegen me te praten. Plotsklaps stopte hij met praten en keek me lichtelijk geschrokken aan… “Ben je droevig?” Even denken… O, hmmm, huh? Ah! Ik snap het al… Ik verontschuldigde me en legde het even uit. “Mijn salade was op, net voordat ik had gehoopt dat die op zou zijn. ik hoopte op nog één hapje heerlijks maar had me verkeken!” Begripvolle blik van mijn eetgenoot. Hij vond dat ik even op een pierrot had geleken, met zo’n droevig gezicht.
Wat was die salade lekker! Even dacht ik eraan nog een beetje te maken (de overvloed ervan is groot) maar nee dat heb ik toch niet gedaan, met de salade was mijn maaltijd compleet, ik had genoeg gegeten. Het soort van genoeg dat ervoor zorgt dat je de volgende dag pas weer hoeft te eten en in de tussentijd van alles kunt doen waar je volledig in opgaat.
Dit deed mij denken aan de bezoekjes van een vriend die ik al sinds onze studententijd ken. Hij gaf aan dat hij na een bezoek aan ons altijd dagenlang was verlost van het continue hongerige gevoel waar hij zo ongeveer om bekendstaat. Hij is twee meter lang en circa een meter breed (dus hij ziet er een beetje uit als de grote vriendelijke reus). Als hij ergens op bezoek gaat, belt hij vaak tevoren even op om te vragen of hij nog wat te eten mee kan nemen. Want, zegt hij: “Ik ben groot en ik eet veel. Ik wil niet door jullie voorraad heen eten.” (Bij ons lukt hem dat echter nooit, door het zelf verwerken van allerhande heerlijks d.m.v. diverse methodes staat ons huis altijd barstensvol potjes met heerlijks!)
De grote vriendelijke reus zegt: “Wat ik zo fijn vind aan een bezoek aan jullie is dat er, naast de gezelligheid, echt eten is. Erg lekker en voedzaam eten. Het is alsof ik allemaal noodzakelijke stofjes binnenkrijg waaraan ik anders, door mijn levensstijl als rondreizende IT-consultant die bijna altijd buiten de deur eet, een chronisch tekort heb. Mijn eten is doorgaans erg koolhydraatrijk. Vaak eet ik ‘s avonds thuis nog 1 à 2 halveliterbakken met Griekse vruchtenyoghurt, maar dat geeft lang niet het verzadigde gevoel als jullie eten en al helemaal niet zo lang! Terwijl de Griekse vruchtenyoghurt waarschijnlijk veel meer calorieën bevat.”
Precies dat lang verzadigde gevoel kan ik ook hebben na het eten van een diverse vasteplantensalade, zelf gefermenteerde producten, echte bouillon van botten. Tel uit je winst op diverse vlakken! En dan eet ik er nog niet eens veel van zo’n salade. Gewoon één kommetje of ontbijtbordje vol. Sterker nog: minder kan ook prima en als je het niet gewend bent is dat zelfs sterk aan te raden zodat je darmflora de kans krijgen zich aan te passen aan het nieuwe heerlijks!
Ook meer leren over samenvoorzienend voedsel verwerken?
Kom dan ook naar Marankes cursus ‘Samenvoorzienend voedsel verwerken‘. , ook wel liefkozend ‘Heksendriedaagse’ genoemd. We gaan samen fermenteren, drogen, wecken en dergelijke. Alle cursussen van Stichting Permacultuur Onderwijs zijn een mix van theorie en praktijk. Deze reeks van drie HuiskamerSessies vond driemaal plaats in februari, in maart en in april 2016, en in de herfst van 2016 kun je meedoen op drie donderdagen in september, drie vrijdagen in oktober, of drie zaterdagen in november.
Afbeelding: kruidenbed bij de deur van mijn tuinhuisje (aan de andere kant van de deur is het formuis om te koken).
Afbeelding: Onder de look-zonder-look zullen straks, nadat deze klaar zijn met bloeien en zaaien voor dit jaar, de aardbeienplanten en sedum tevoorschijn komen.
Afbeelding: Maranke oogst lindeblaadjes (de druif die je hier ziet groeit in een leilinde
Afbeelding: Onder de mispel, nu vol in het blad, is van het zevenblad eronder sinds begin maart veel geplukt om te drogen.
Afbeelding: Een tuin waarin voornamelijk eenjarigen worden verbouwd, begin mei…
… en een tuin waarin voornamelijk meerjarige (vaste) planten worden verbouwd, ook begin mei.
Marankes blog
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur-literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.
Och wat groeit en bloeit het allemaal weer! Een aantal weken geleden nog voelde ik mezelf maar een lousy tuinier, het was toen mooi weer, maar de tuin zag er nog vrij winters getooid en wat verwaarloosd uit. Maar nu is het alweer prachtig! Wat is het dan fijn om veel vaste planten in je tuin te hebben! Ik monterde er helemaal van op. De vele vaste planten hebben een groeispurt gemaakt en daarvoor hadden ze mij natuurlijk niet nodig, heerlijk!
Ik heb wel wat in de tuin(en) gedaan natuurlijk, en dat was ook wel even lekker rauschen maar het was erg goed te overzien! Als onderbegroeiing in het pottendeel van de tuin hebben we veel rankspinazie staan, fijn voor meer schaduwrijke plekken, en het zorgt ervoor dat de grond in de potten mooi beschut is en er nauwelijks ‘onkruiden’ te verwijderen vallen… en hoewel het een geduldklus is om deze vaste plant aan de gang te krijgen is het superfijne onderbeplanting, die eenmaal gevestigd ieder voorjaar weer vlot wat maaltjes fris groen saladeblad oplevert! En dat al op het moment dat het eenjarige spul grotendeels nog gezaaid moet worden, of nog in het kiembladstadium verkeert. En als er overvloed is, gaat het de pan in als spinazie, ook heerlijk! Aan zaaien waren we dit jaar door familieomstandigheden sowieso minder toegekomen dan anders….. Iets waar we dan ook pragmatisch mee omgaan: we hebben bijvoorbeeld wat meer plantjes gekocht, voornamelijk bij vriendelijke kleine kwekers. Verder hebben we ook wat plantjes gekregen van vriendelijke collegatuiniers met een overvloed aan zaaigoed! Zo komt het allemaal vlot weer goed. Als in: we hebben al weer meer dan we van plan waren. Af en toe zeggen we hier thuis tegen elkaar: laten we het dit jaar maar eens niet zo dol maken, maar voor je het weet sluipen er dan weer allerhande plantaardige vrienden de tuin in, of tientallen genummerde zaaibakken vol met allerlei heerlijks.
Zo nu weer snel naar buiten, snijsla zaaien!
Marankes blog
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur, van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.
Hoewel ik erg van schrijven houd, heb ik deze keer nog meer zin om te tekenen. Zie hieronder het resultaat. Creativiteit vind ik van groot belang zeker ook voor permacultuur. Mijn Blog van deze keer bestaat daarom uit een tekening en een vraag:
“Hoe kunnen we kunst en permacultuur verbinden?”
In mijn eboek Permacultuur, Wat is dat?! heb ik bijvoorbeeld diverse illustraties verwerkt, die informatief zijn maar tegelijktijd ook gemaakt zijn om het geheel er mooi te laten uitzien. Je kunt het hier downloaden, ik geef het kado… En verspreid het vooral verder, het is overvloed om te delen…
En nu ben ik benieuwd naar meer ideeën om kunst en permacultuur te verbinden, je kunt ze sturen naar mijn Stichting Permacultuur Onderwijs mailadres: Maranke@PermacultuurOnderwijs.nl (of op onze Facebook-pagina [of de mobiele Facebook-pagina op m.facebook.com] of mijn Twitter).
Een prachtig voorbeeld van een oud cursist is het boek Eetbare Wildernis, dat oud cursist Annick Gaarthuis na haar opleidingsjaar heeft gecreerd. Ik heb haar hierover gesproken in onze permacultuurpodcast, je vind deze hier : https://permacultuuronderwijs.nl/permacultuur-podcast/
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur, van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat u kosteloos kunt downloaden.
Maak jouw eigen mengsel voor zaaigrond met wat je ter beschikking staat! In deze gastblog van Lucas (Oefenboerderij) kun je een reeks mogelijkheden verkennen. Zaaigrond maak je uit enkele grondstoffen van divers karakter opdat ze goed afwatert maar toch ook vocht vasthoudt, en opdat ze niet te veel maar wel enige voeding bevat.
Van te veel voedingsstoffen in de zaaigrond krijg je lange, pierige kiemplantjes die snel omvallen omdat ze geen stevige structuur hebben. (Hetzelfde wat je ziet gebeuren als kiemplantjes te weinig licht van boven krijgen en naar een venster toe gaan spurten.) En van te weinig afwatering (drainage) krijg je dichtgeslagen aarde en gerede kans op verrotting in de stengeltjes. Hieronder enkele opties om tot zo’n mengsel te komen.
Diep, dicht, nat, verspenen
Maar eerst in vogelvlucht de belangrijkste succesfactoren van voorzaaien genoemd, die je misschien al wel kent als je eens deelnam aan mijn zaailes: zaai niet te diep en niet te dicht opeen, maak het niet te vochtig, en verspeen de kiemplantjes op tijd naar potjes met iets meer voeding en wortelruimte. Dit valt buiten het bestek van deze blog, maar om kort te gaan: op tijd verspenen van kiemplantjes, gemiddeld na 5 à 10 dagen, is belangrijk om volwassen plantjes te krijgen.
Zand
Om tot een afwaterende structuur te komen neem je een zandmengsel van ongelijke korrelgrootte, zoals brekerzand, rijnzand/rivierzand, of metselzand. Dus geen speelzand o.i.d. met een korrelgrootte die te uniform is, want daarmee krijg je dichtgeslagen i.p.v. drainerende grond. In een workshop kreeg ik eens de vraag hoe je weet of het zand niet verontreinigd is. Ik heb toen, en daar heb ik wel spijt van, gezegd dat er ook dinosauruspoep in zit. Hiermee bedoelde ik dat het niet met zekerheid is te zeggen wat erin zit. De vraag is hoe dan ook reëel. Voor snijsla die je zo uit een zaaibak gaat eten, is het wellicht belangrijker dan als je eerst verspeent en daarna buiten uitplant in een gezonde bodem. In mijn opmerking over dinopoep mag je opmaken dat ik gefrustreerd ben dat je er niet kunt weten wat de aard is van gevonden of gekocht zand; en tegelijk vind dat je je niet te zeer ‘druk’ zou moeten maken, want de verontreiniging is al geschied (we moeten ook verder met wat ons ter beschikking staat) en stress is ook niet gezond. Misschien weet jij wel bronnen van zand die relatief schoon zijn; ik ben zeker benieuwd!
Het zand maakt een kwart tot een derde uit van je mengsel. Je kan wat meer, dus een derde deel, toevoegen als je denkt dat je mengsel anders te veel voedingsstoffen zal bevatten. (Het gaat hier om een kwart tot een derde van het volume, niet van het gewicht.)
Compost, potgrond en turf, bladaarde
De overige drie kwart of twee derde bestaat uit potgrond, compost, bladaarde, of een mengeling van wat je hiervan te pakken kunt krijgen en wilt gebruiken.
Bladaarde maak je door bladeren deels te laten fijnknippen en verteren door andere bewoners van deze planeet; afhankelijk van je situatie zullen dat, onder vele andere organismen, kevers en compostwormen zijn en sowieso mijten, pissenbedden, miljoenpoten, beestjes die wij mensen rekenen tot de soort Forficula auricularia (de naam oorwurm is zo achterhaald nietwaar, maar was pissenbed dat niet ook), springstaartjes en bacteriën. Je kan bladaarde maken door bladeren op een hoop te leggen en een of twee jaar te wachten. Wat ook kan, is bladeren in zakken met gaatjes stoppen.
Blad van diverse boom- en struiksoorten geeft een wijd pallet aan voedingsstoffen. Het ene blad verteert langzaam, zoals dat van beuken; het andere snel, zoals dat van lindes. Linde is ook niet zo voedingsrijk, wat het geschikt zou maken voor zaaigrond, en de boom is ook in de bebouwde omgeving vaak goed te vinden.
Als het blad is omgezet tot fijne aarde zeef je het. Ik laat ook zo veel mogelijk beestjes ontsnappen naar een tuin, voordat ik verder ga. Dit is wat werk, maar heel leuk om te zien wat er hier allemaal leeft, althans met het blote oog een fractie daarvan, en jou op een rijke boslucht trakteert.
Aangezien het even duurt voordat je bladaarde hebt gemaakt, maar ook omdat er allerlei schimmeltjes in zitten, kan het zijn dat je als pas-beginnende voorzaaier (ook) kiest om kant-en-klare zaai- en stekgrond te kopen, of om de bladaarde te steriliseren in een openstaande oven (maar dat stinkt wel enorm…).
In zaai- en stekgrond die je kant-en-klaar koopt, wat je natuurlijk ook prima kunt doen, zit vaak turf (veen). Dit houdt vocht vast en heeft toch een afwaterende (ruwe) structuur, terwijl de jonge plantenworteltjes niet te veel voeding vinden en wegbranden.
Allicht omdat in West-Europa niet zo zorgvuldig met het veen is omgegaan in de afgelopen eeuwen, wordt er vandaag de dag veel turf voor West-Europeanen gewonnen in Noordoost-Europa. Daar komen veel broeikasgassen bij vrij. Er zijn leveranciers die niet te veel ineens afgraven en het veen laten aangroeien. Zelf neem ik ook weleens een zak ‘tuingrond’, die ook zonder turf beschikbaar is, waar ik dan al die grove stukken uit zeef, maar dan hou je niet zo veel zaaigrond over.
Compost tot slot is ook een welkom onderdeel van het zaaimengsel, gemakkelijker te krijgen en sneller te maken dan bladaarde (laat staan veen). Omdat de jonge plantenworteltjes niet te veel voeding moeten vinden mag je goed afgerijpte compost nemen. Compost waar al een energiemaatschappij mee heeft gespeeld (biovergisters) kan daarom een prima keus zijn, net als goed verteerde compost die je gezamenlijk in een buurtmoestuin hebt gemaakt. Denk je dat de compost te voedzaam is, dan kun je zoals gezegd meer zand opnemen in je mengsel of bladaarde.
Veel zaai- en oogstplezier! Je kent vast wel dit ontwerpprincipe van permacultuur: Zorg voor resultaat 🙂
Hier eindigt de gastblog van mijn collega Lucas Brouns (Oefenboerderij.nl). Vele vriendelijke groene groeten, Maranke Spoor
Marankes blog
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur, van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.
“Jij bent toch zo’n natuureter?!” riep een van mijn ecologiedocenten me eens toe. Hoewel ik een dergelijke vraag vanuit zijn referentiekader en specialiteit binnen zijn vakgebied wel kan begrijpen, ga ik me dan toch afvragen wat zo’n man dan zelf eet…
Het was een beetje een snack-voor-de-lekkere-trek type, dat ik niet snel uitgebreid zag koken. Maar dan nog: die snacks komen ook ergens vandaan. Je kunt immers moeilijk stellen dat snackbareten niet van natuurlijke oorsprong is. (Al hebben ze flink hun best gedaan het zo dood te maken dat het retetraag composteert.)
Voor een Natuurbeschermer, of in het Engels a conservationist, is het natuurlijk schokkend om zo’n ‘natuureter’ een hap te zien nemen van jouw heiligdommen. De Natuurmonumenten.
Ik pluk weleens wild, ja. Zelfs dus eens waar de betreffende docent bij was. Ik zie verantwoord wildplukken (want dat kan zeker ook vandalisme worden) als een manier om in contact te blijven met de natuur, waarvan we een onderdeel zijn. Als iets wat de liefde ervoor vergroot. Voor deze man bleef het heiligschennis en verder dan een ‘agree to disagree’ zouden we niet snel komen op dit punt.
Het is natuurlijk ook nogal een onderwerp. Als er nu iets is wat ‘religieuze’ discussies op kan roepen dan is het wel eten. Zoveel mensen, zoveel meningen nietwaar?
Discussies verbleken erbij
Nu zijn er natuurlijk wel patronen te herkennen. Zo zijn discussies over voedsel bijvoorbeeld vaak gekleurd door een gebrek aan kennis van wat akkerbouw is en wat cafo’s (concentrated animal feeding operations, oftewel megastallen) zijn, en wat het effect daarvan is op de bodem. Dergelijke monoculturen zijn zo slecht voor de bodemvruchtbaarheid/biodiversiteit dat discussies over gangbaar versus bio en vega of andere diëten erbij verbleken. Cafo’s roepen een enorme vraag naar producten uit eenjarige akkerbouw op: bergen soja, graan etc. worden erheen gesleept en dat is bepaald niet duurzaam, of zoals de Vlamingen duidelijker zeggen: bepaald niet volhoudbaar.
Het verschil tussen gangbaar en bio is klein als er nog steeds geteeld wordt in bodemslopende monoculturen. De bodem is een levend wezen, of beter gezegd heel, errug, veel, levende wezens. In ecosystemen waarin veel vaste planten voorkomen heeeft het bodemleven meer te eten. Daardoor wordt het vruchtbaarder, het krijgt gewoon letterlijk meer kinderen, en deze kinderen zorgen er onder meer voor dat wat er uit dit ecosysteem geoogst wordt, heel divers is in voedingstoffen. Niet te evenaren door het gooien van slechts een paar voedingsstoffen op substraten met water. Want weet je, wat er niet in zit, kan er ook niet uit komen… Bepaalde vitames worden door bodembacteriën geproduceerd, om maar wat te noemen. Het feit dat een flink deel van ons voedsel zonder bodem gekweekt wordt, betekent dus niet dat dat een goed idee is – en dit is inderdaad geen reclame voor de IKEA-aquacultuursetjes waarmee je jaarrond binnenshuis planten kunt kweken en waarover ik zelfs enthousiaste berichten tegenkwam op permacultuurforums.
Een gezonde bodem barst van het leven. Ze komt tot stand door een samenwerking tussen planten en dieren. Als je je eigen eten kweekt, niet een klein beetje ervan maar ook je basisvoedsel, dan ervaar je dat. Haal je dieren, mensen incluis, uit het systeem, dan loopt de bodemvruchtbaarheid terug.
Als ik kijk naar wat duurzaam eten is, dan ga ik niet af op keurmerken of diëten maar op de vraag in hoeverre het in een ecosysteem gekweekt is.
Ook ik pleit er dus niet voor dat we met zijn allen die weinige ‘natuurmonumenten’ die er nog zijn massaal af gaan grazen, maar wel om ons eten weer in ecosystemen te kweken, en de schizofrene scheiding tussen ‘natuur’ en ‘landbouw’ op te heffen. Voordat dat vanwege klimaatverandering en het schaarser worden van fossiele brandstoffen vanzelf gebeurt.
Er komt dan veel meer ‘natuur’, waardoor mensen een positieve voetafdruk kunnen hebben. Natuurmonumenten hebben we dan niet meer nodig. Ja, ik eet graag ecosystemen! Sterker nog: repareer de planeet door wat je eet, is mijn motto.
Marankes blog
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur, van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat u kosteloos kunt downloaden.