2015 was voor ons een jaar vol verandering en zoeken naar nieuwe wegen en het blijven leven van onze idealen. In onze winterse Seizoenstips lees je een handjevol mijmeringen die me aan het begin van een nieuw jaar hoopvol en vrolijk stemmen.
Een prachtige zomer hadden we dit afgelopen jaar, en hoewel die vrij plotseling omsloeg in een nogal grauwe herfst zijn de herinneringen aan de zon fijn om te bewaren. Wat een bramen wat een bramen, waaronder de lekkerste braam die ik tot nog toe ooit proefde: die was zó precies rijp, tegen het randje van het fermenteren aan, en lekker opgewarmd door de invallende middagzon van augustus, dat ie zinderde van de bramensmaak.
Dit was op een van de plukplekken die we vaak bezoeken in het bramen- en vlierenseizoen. We lopen naar de ene plek, pakken de bus naar de tweede plek en lopen dan weer terug naar huis met de rugzak vol emmertjes en bakjes met oogst. Appels gaan op de fiets, in de fietstassen, en ook daarvan konden we veel rapen en plukken, net als stoofperen, in onze buurtboomgaarden, onze volkstuin en ons achtertuintje.
Momenteel, rond de jaarwisseling naar 2016, voelt het lente-achtig en de vogels kwetteren erop los. Het doet me denken aan de winter van 2011 op 2012, toen er in december op diverse plekken jonge eendjes werden gespot, en het in februari ineens twintig graden ging vriezen. Ook fruittelers hebben er dat jaar en het eropvolgende jaar flink schade van gehad. Verder was het afgelopen december een Natte Sint: we hebben hem zien uitglijden in een modderplas. Splut! Wat sneu… Niet Sinterklaas had daar moeten liggen, maar de lobbyisten van bedrijven die klimaatverandering stimuleren. Wat heb ik dit jaar gelachen, tranen met tuiten, om Russell Brands boek Revolutie, en het is een opluchting je niet schuldig te voelen als je een bedrijf helpt laten instorten en daarmee de planeet (inclusief de aandeelhouders van zulke bedrijven) een stukje behoedt. Russell Brand oreert creatief, als een mengeling van Wubbo Ockels, Reverend Billy, Margreet Dolman en Arie Boomsma, zeer welkome creativiteit. De boekentip van onze winterse Seizoenstips gaat dan ook over dat boek.
Een gelukkig begin van het nieuwe jaar!
Lucas Brouns en Maranke Spoor
Marankes blog
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur-literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur van ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.
In dit artikel van onze Amerikaanse collega Heather Jo Flores (gastblog) lees je hoe gender, klasse en ons beeld van heldendom een rol spelen in het blijven voortbestaan van onrechtvaardigheid, juist ook in permacultuur-kringen. Tijd voor krachtige verhoudingen, vaarwel aan de drakendoders.
Door Heather Jo Flores, zoals gepubliceerd in nummer 98 van het Amerikaanse Permaculture Design Magazine; vertaald door Stichting Permacultuur Onderwijs, met toestemming van de auteur. www.PermacultureDesignMagazine.com ; Heather-Jo-Flores.blogspot.nl. Illustraties: Maranke Spoor
Vooraleerst: ik spreek puur voor mezelf. Want hoewel ik dit artikel grondig heb besproken met verscheidene collega’s en mentoren, mag ik er niet van uitgaan dat ik eenieders behoeftes en wensen ken. Met die kanttekening kan ik zeggen dat er in mijn ogen in permacultuur-kringen onrechtvaardige dingen gebeuren, en wel in het patroon dat grondbezitters en/of zelfbenoemde leiders zo handelen dat ze anderen pijn doen, beledigen en achterstellen. Zulk gedrag brengt de permacultuur-beweging in discrediet. We moeten ze oplossen, willen we ons doel bereiken om een echte, authentieke vorm van duurzaamheid binnen bereik te stellen.
De noemers ervan kennen we wel: racisme, seksisme, leeftijdsdiscriminatie, xenofobie, vrouwenhaat, angst, woede… Ieder van ons ervaart deze monsters toch nu en dan, en we zien hoe ze leiden tot oordelen en reacties van afkeer. Misschien is de bereidheid de rol van meerdere te spelen de oorzaak van het probleem? Eigendunk, oftewel vol zijn van de eigen goedheid, is zeker weten geen ethisch principe van permacultuur, en toch krijgen we zo snel onenigheid, dat we kibbelen over details en ellebogen om geld en status.
Ik begrijp dat als je deze zaken wilt onderzoeken en oplossen, je ze niet los van elkaar moet bekijken, omdat onrechtvaardigheid vaak op meerdere vlakken tegelijk speelt (wat bestudeerd wordt onder de noemer ‘intersectionaliteit’). Maar wat mij betreft is herkomst, oftewel klasse, het kernprobeem dat voor verdeling zorgt in de permacultuur-gemeenschap. De ongelijke verdeling van welvaart en kansen wordt vaak gekoppeld aan de andere -ismen, maar ze behoort volgens mij tot de kern van de lelijke (lelijk ontworpen) dynamiek in onze gemeenschap. Niet dat racisme, sexisme, leeftijdsdiscriminatie en andere -ismen niet voor problemen zorgen, maar eigendom van en zeggenschap over geld en vastgoed maken dat mensen hun overige privileges überhaupt kunnen misbruiken.
Mijn leven tot dusverre is getekend door diepe armoede, opzij gezet worden, en knokken. Als kind leefde ik samen met mijn zus en onze alleenstaande moeder. Mijn moeder is etnisch Cree indiaan en Frans. Ze was als kind vaak geslagen en kreeg mij toen ze negentien was. Ze werkte op allerlei plekken, voor het minimumloon, altijd meer dan fulltime. We hadden nooit genoeg geld voor de huur. Zodoende bracht ik een groot deel van mijn jeugd door in een camper, zogezegd dakloos, of ik werd ergens bij familie gedropt voor een paar maanden, om mijn moeder wat adem te geven. Mijn vader, elektricien uit een arbeidersmilieu wiens ouders uit Mexico waren geëmigreerd voordat hij was geboren, kwam pas in beeld toen ik een puber was; maar hij kon niet echt helpen vanuit de waas van gewelddadigheid en alcoholisme die zijn leven indertijd domineerde. Op mijn vijftiende stapte ik uit het schoolsysteem, met negentien scholen en minstens dertig woonplaatsen achter de kiezen. Sindsdien heb ik er alleen voor gestaan, en ben ik over het algemeen zelfvoorzienend geweest – tenzij je mijn studieleningen meerekent, want die ben ik aangegaan om later te kunnen studeren, hetgeen niet kon zonder studielening. Dat was mijn ‘keuze’ en ik heb er geen spijt van, maar het is een last waaronder ik zwaar gebukt ga.
Opgegroeid met zo’n ongebruikelijke combinatie van hulpbronnen heb ik toch geleerd bijzonder vindingrijk te zijn – en dat is juist wat me tot zo’n goede ontwerper, docent en sociaal werker maakt. Niet dat ik hier even wil opscheppen over mezelf; ik geef alleen mijn persoonlijke oeuvre als voorbeeld van hoe succesvol iemand kan zijn ondanks een achtergestelde uitgangspositie. Wat had ik niet kunnen doen als ik op jongere leeftijd geschikte kansen had gehad! En wat zou ik nú kunnen doen als ik een stukje land ter beschikking had in plaats van een studieschuld van tachtigduizend…
Door al die jaren heen waarin ik Food Not Lawns opzette, het gelijknamige boek maakte, zaden opkweekte en verder deelde, rondreisde terwijl ik plantensoorten en verhalen verzamelde, heb ik de hele boel zelf gefinancierd met de gekste shit aan baantjes. Noem maar op: schoonmaken, sieraden verkopen, prostitutie, en uiteraard wietplanten toppen en zelf wiet verbouwen. Jij vindt er wellicht het jouwe van, oordeel over me als je dat niet laten kunt; ik deed het om te kunnen overleven. Waarom ik niet mijn zaadjes, oogst en talenten in de markt heb gezet, om op die manier in mijn levensbehoeftes te voorzien? Nou, daar kon ik niet van leven, omdat ik júist in permacultuur-kringen keer op keer conflicten moest uitvechten met de zojuist opgesomde monsters. Mensen in bevoorrechte posities hebben me laten vallen, zijn vergeten me te betalen, hebben plagiaat gepleegd op mijn werk en hebben mijn naam gebruikt om een cursus te verkopen zonder dat ze mij dat ooit gevraagd hebben / inhuurden als docent. RealFarmacy met zijn flikflooi-Facebookpagina ‘Grow Food, Not Lawns’ heeft zelfs geprobeerd mijn handelsmerk Food Not Lawns te stelen, waarmee ik dat voor altijd kwijt zou zijn geweest als ik vorige vorige winter niet net een paar duizend dollar had verdiend met wietplanten toppen in Californië, zodat ik een advocaat kon inschakelen.
Ik vertel dit allemaal niet om medelijden te vragen, maar om duidelijk te maken dat niet iedere mens toegang heeft tot de baantjes, scholen, families, landgoederen en respect die voor velen van jullie in het leven een gegeven zijn. Medelijden en een rotgevoel, daar hebben we niks aan, maar we moeten er wel iets aan veranderen.
Ik ben er vast van overtuigd dat de meesten van ons als ze ‘s ochtends opstaan, van zins zijn om als goede mensen goed werk te doen voor de wereld, van welke etniciteit, herkomst (klasse), gender en leeftijd ze ook zijn en wat ze ook voor ontbijt nemen. Waar ik lelijk, onenigheid creërend gedrag waarneem (zoals de ander onderbreken, overschaduwen, lasteren, geringschatten, plagiariseren, ontwijken, op een ander neerkijken, iemand gebruiken, de huur verhogen en jezelf als Keizer, als Baron of als Weldoenerige Heerser beschouwen) gaat dat vaak samen deze redenatie: ‘wat ons te doen staat’ is belangrijker dan wat andere mensen vinden van de wijze waarop we te werk gaan.
“Ik heb geen tijd voor kritische opmerkingen. Planeet Aarde is op sterven na dood, dus ik ga weer aan het werk”, schreef eens een permacultuur-docent die ook bekendstaat als een bijzonder ruw iemand. Wat ik daarop zeg? ‘Wat ons te doen staat’ is precies waar ik het hier over heb. Planeet Aarde is op zich niet aan het doodgaan. Zeker is ‘Zorgen voor Aarde’ belangrijk, en zeker sterven er veel soorten uit, maar als we ‘Zorgen voor de mens’ en ‘Eerlijk delen’ niet gaan fiksen, dan klimt de mens vlot naar de top van de bedreigde diersoortenlijst. Misschien is het voor deze planeet wel goed als wij uitsterven, en misschien ook niet. Ik hou het erop dat de mensheid het kan redden, hoe tijdelijk het ook lijkt als je uitzoemt naar het geheel.
Dekoloniseren & soevereiniteit
Onlangs wees een bevriende collega me erop dat “dekolonisatie geen metafoor is”. Dat verbaasde me oprecht ondanks mijn vele jaren ervaring in dit vakgebied. Ik googlede erop en vond een aantal sterke, provocerende artikelen, die verwezen naar een essay uit 2012, door Eve Tuck en K. Wayne Yang. Daarin noemen ze elke mens die land bezit en niet tot de inheemse bevolking behoort, een ‘settler’ (oftewel een kolonist). Volgens die definitie is zowat elke landeigenaar in de permacultuurgemeenschap een settler/kolonist. Tuck en Yang zien het gemak waarmee het begrip dekolonisatie wordt gebruikt en in betekenis verlegd, als gewoon een nieuwe vorm van koloniale toe-eigening.
Ik heb al aardig wat gediscussieerd over dekoloniseren in de zin van het teruggeven van land aan inheemse bevolkingsgroepen. Van mijn moeders kant ben ik een Cree indiaan, van mijn vaders kant een Chihuahua. Dus als ik iemand tegenkom met geld, land/een bevoorrechte positie die iets lijkt te willen ‘doen voor’ achtergestelde mensen, dan kom ik daar wel mee op de proppen. Meestal gaat het gesprek dan zo:
Kolonist/grondbezitter: “Wat kan ik doen om de armen te helpen?” Ik: “Schenk me een stuk land, en dan maak ik er een reservaat van met zaden van plantensoorten, een voedselbos, een permacultuur-paradijs waarvan de mensen hier generaties-lang voedsel en andere vruchten zullen plukken.” Kolonist/grondbezitter: “Dat gaat niet gebeuren.” Ik: “Ok…”
Het lijkt er helaas niet op dat mensen die land bezitten binnen afzienbare tijd hun aktes gaan overdragen aan soevereine volkeren. Ik denk soms zelfs dat het pas zin heeft de discussie over gelijkheid aan te gaan zodra mensen bereid zijn méér te doen dan er puur over te práten. De enige weg waarlangs de weegschaal weer in balans kan komen, is door welvaart werkelijk, materieel te herverdelen. Fair shares ethiek iemand?
Dekoloniseren gaat ook over soevereiniteit. Bevoorrechte mensen hebben meer invloed op hun eigen levens. Daarmee hebben ze een grotere kans dat ze bewerkstelligen wat ze als hun ware doel zien. Zonder de (tijdrovende) lasten om van dag tot dag je kostje bij elkaar te scharrelen. Soevereiniteit houdt in dat je vrij bent om je dromen na te jagen, om het pad te volgen dat je verkiest, om je waarheden te verkondigen zonder dat je hoeft te vrezen dat je in armoede vervalt of dat je zal worden aangeklaagd. Zich een slaaf te voelen wens je niemand toe. Toch is het vrij gebruikelijk dat grondbezitters in permacultuur-kringen hun huurders, stagiairs en vrijwilligers behandelen als horigen, wat zoals ik al zei wordt vergoeilijkt met de redenatie dat er ‘ons iets te doen staat’ voor een betere wereld.
Over soevereiniteit heb ik eerder geschreven in mijn essay ‘The heroine’s journey: toward a feminist storycraft’ (Reis van een heldin: Naar een feministische vertelwijze). Ik opperde hierin dat de heroïsche reis van een vrouwelijke persoon misschien niet zozeer draait om het doden van de draak uit de sprookjes, maar meer om dat beest te begrijpen, te bevrienden en ermee samen te leven. Een mooie metafoor voor wat wij, als permacultuur-gemeenschap, proberen voor elkaar te krijgen: we willen leren van de natuur, ons eraan aanpassen, ermee samenwerken, en haar niet manipuleren en misbruiken. Alleen moeten we die idealen volgens mij nog leren toepassen op onze verhouding tot andere mensen.
Is dat sprookjesachtige gevoel dat je de Held moet zijn soms de drijfveer van ellebogende, patriarchale gedragsvormen? Ik zie twee patronen: jezelf beschouwen als superieur wat betreft kennis of vaardigheid, en een gebrek aan het onmisbare vertrouwen waarmee je echte verhoudingen kunt aangaan. Ik weet het: iemand die genoeg te makken heeft, kan de clown uithangen en er nog mee wegkomen ook, dus kan die als Held een project binnen denderen (“Zonder mijn alomvattende wijsheid lukt het jullie nooit!”) om vervolgens de mensen die eigenlijk het meeste werk doen te beledigen of van elkaar te vervreemden. Een Held kunnen we missen als kiespijn. Er is juist behoefte aan kleine maar fijne stapjes die voortborduren op krachtige en gezonde verhoudingen.
Dat zal ik uitleggen.
Vriendschappen
Vriendshappen zijn de bouwstenen van een gemeenschap. Kijk maar: wat betekent het om echt bevriend te zijn met iemand anders? Een vriendschap vereist rechtvaardigheid, gelijkheid, geweldloosheid, respect en contact. Als vriend ben je loyaal en oprecht. En je moet kwetsbaar zijn, meeleven, geduld uitoefenen en, misschien wel het belangrijkst, er je best voor doen. In een vriendschap wordt er van je gevraagd dat je van je pad afwijkt om iemand op te zoeken, te helpen, iemands werkzaamheden en gevoelens te steunen. Een echte vriend biedt jou ook al die dingen, en nog van alles erbij.
Klinkt dat niet als wat we graag zouden zien gebeuren in onze bredere permacultuur-kringen? Kan dat? Dat we patronen van ellebogen en achterstelling veranderen door oprechte, levenslange vriendschappen te sluiten? Hieronder vind je een lijstje met concrete dingen die je kunt doen om ware vriendschappen en bondgenootschappen te cultiveren. Zulke lijstjes zijn altijd link, want hiermee wordt van de bevoorrechte lezer een altruïstische buiging verwacht, met empathie en alles. Inderdaad verzoek ik je om de privileges die je voordeel lijken te brengen, te laten varen, en een deel van je macht en positie los te laten, opdat we de maatschappij rechtvaardiger kunnen maken voor alle anderen. Wellicht voel je je door deze blog al getriggered, gefrustreerd, in het nauw gedrongen… Dus wat betekent het voor jou? Kun je je leven openstellen voor de mogelijkheid dat jouw keuzes niet alleen jouzelf voordeel zullen bieden, maar ook de maatschappij? Langs wegen die je nooit zult bewandelen als je veranderingen mijdt en je voorrechten blijft hamsteren?
Ik weet het, een verreikend verzoek, en toch hoop ik dat je de uitdaging aangaat. Als je je vrienden in gedachten neemt, degenen die je vandaag de dag koestert, zou je dan niet ongeveer álles voor ze over hebben? Stel je voor hoeveel nieuwe verbanden je kunt aangaan, in het echt, als je een stapje doet in die richting.
Wat jij kunt doen!
Ontmoet. Nodig mensen die minder bevoorrecht zijn dan jij uit op jou feestjes en bezoek die van hen. Dans met ons, leef met ons, en gaat met ons uit. Ga kort gezegd met ons om zoals je met je vrienden omgaat.
Luister. Stop met praten. Ga niet in discussie. Luister gewoon. Als iemand iets tegen je zegt dat je triggert, ervaar dat dan, en blijf gewoon luisteren. Soms hebben vrienden het nodig om even te razen en hun hart te luchten. Jouw beurt komt wel.
Waardeer. Waardeer en gebruik creatieve input. Hoe ik de wereld ervaar kan sterk verschillen van jouw ervaringen, en deze verschillende perspectieven kunnen een krachtige toevoeging aan jouw project zijn.
Steun. Bied hulp aan op het gebied van voedsel, vervoer, huisvesting, kinderopvang en logistieke zaken. Kom niet binnenwalsen en de Leider uithangen, terwijl alle anderen het handjeswerk doen. En help niet omdat je iets te bewijzen hebt, maar omdat het is wat vrienden voor elkaar doen.
Maak tijd. Maak tijd voor gesprekken over moeilijke onderwerpen. Doe niet alsof ze onbelangrijk zijn, enkel omdat ze voor jou niet zo zichtbaar zijn. Doe iets met kritiek anders dan je te verdedigen. Zorg ervoor dat deze gesprekken in een veilige, heilige sfeer plaatsvinden, zodat je samen kunt leren over het creëren van werkelijke vrede in de wereld.
Wees betrouwbaar. Kom opdagen als je zegt dat je zult komen. Probeer mensen niet onderuit te halen met woorden, ze weg te concurreren met goedkope tarieven, of contractuele afspraken te ontduiken. Beloof niets wat je niet nakomt. Wees echt.
Studeer. Doe aan zelfstudie over ras, klasse, gender, en intersectionaliteit (de complexiteit van diversiteit), in plaats van te verwachten dat anderen het jou leren. Lees boeken, zoek op internet, ga naar workshops. Blijf leren als je goed op dreef bent. Beslis niet dat je nu een authoriteit bent op het gebied van bevoorrechten, achtergestelden en onderdrukking, enkel omdat je er nu wat over gelezen hebt.
Blijf ook leerling. Volg cursussen en workshops die worden gegeven door mensen buiten je eigen klasse. Studeer zoveel als je lesgeeft. Je denkt dat jij al weet wat permacultuur is? Volg mijn cursus, en ik garandeer je dat je dingen zult leren waar je nog nooit aan gedacht had.
Geef erkenning. Ere wie ere toekomt. Dit grijpt terug op het deel over het waarderen van creatieve input. Het is niet genoeg om iemands ideeën enkel te waarderen. Je dient ze ook te eren. Altijd. Dit kost tijd en aandacht. Dank je wel.
Promoot. Schrijf over het werk van anderen en promoot het. Scroll door je Facebook-feed en kijk in je boekenkast. Hoeveel van de links die je gedeeld hebt en boeken die je hebt gelezen, zijn gemaakt door vrouwen, kleurlingen, queers of armen? Realiseer je dat, tenzij je erg je best doet om zulk werk te vinden en promoten, het misschien niet voorbijkomt in jouw feed. Vind het, en deel.
Stel mensen aan. Stel vrouwen, kleurlingen etc. aan om met je te werken. Bied zinvol werk voor een salaris vergelijkbaar met dat van jou. Als je van de ene docent niet zoveel gehoord hebt als van een andere, vraag je dan af waarom dat is. Zou het te maken kunnen hebben met bevoorrechtheid? Ga er niet van uit dat een beroemdere docent een betere docent is. Vaak is het juist andersom. En herinner je vervolgens om ze te eren voor het werk waarvoor je ze aangesteld hebt.
Netwerk. Gebruik jouw connecties om mogelijkheden voor anderen te scheppen. Je doet dit waarschijnlijk al voor je vrienden en collega’s. Graaf in je geheugen naar connecties die je hebt helpen ontstaan, en vraag je af of je netwerk een goede balans bevat van mensen van verschillende etniciteit, genders en klasses. Pas je ratio hieraan aan.
Organiseer. Organiseer evenementen die mogelijkheden voor anderen scheppen. Deze taak komt te vaak neer op de schouders van de vrouwen in een gemeenschap. Ik hebt het een miljoen keer gezien: de vrouwen organiseren en promoten voor een workshop en regelen een ruimte, en dan komt er een man lesgeven, oreren en die laat een zooitje achter. Draai het om!
Doneer. Dekoloniseer. Geef geld en vastgoed aan mensen die niet begonnen met de hulpbronnen waarmee jij van start ging. Ik weet dat je hard gewerkt hebt om te komen waar je nu bent. Maar realiseer je dat iemand anders waarschijnlijk nóg harder gewerkt heeft en daarvoor minder beloond is. Enkel vanwege de omstandigheden waarin ze geboren zijn. Dus geef wat geld weg. Geef wat land weg. Doe het gewoon. Geef een auto weg, een trekker, wat gereedschap en wat zaden. Maar doe het wederom niet omdat je je schuldig voelt of een held wilt zijn. Doe het omdat je weet dat het delen van hulpbronnen daadwerkelijk en effectief bijdraagt aan het opbouwen van een duurzame gemeenschap.
Vertrouw. Dit is de belangrijkste bouwsteen van elke vriendschap, relatie of gemeenschap. Vertrouw elkaar. Vertrouw jezelf. Schiet niet in de verdediging. Als je de neiging hebt om in de verdediging te schieten, ga dan wandelen, schrijf een gedicht of ga een paar minuten tegen een boom schreeuwen.
Kom dan terug en probeer het nog eens. Herinner je de permacultuur-principes: Reageer op feedback. De grenzen van de mogelijkheden zijn de grenzen van je eigen creativiteit; Het probleem is de oplossing; Fouten zijn leermomenten. Gebruik ethiek en principes nooit als excuus om moeilijke gesprekken uit de weg te gaan. Gebruik ze als kompas.
Veel succes gewenst! Jouw feedback is welkom en ik kijk uit naar de gesprekken die voortkomen uit dit artikel, en andere artikelen over deze cruciale kwestie.
Marankes blog
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur-literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur van ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.
De aflevering die je zojuist hebt gelezen is een vertaling van een artikel (gastblog) van Heather Jo Flores, zoals gepubliceerd in nummer 98 van het Amerikaanse Permaculture Design Magazine; vertaald door Stichting Permacultuur Onderwijs, met toestemming van de auteur. www.PermacultureDesignMagazine.com ; http://Heather-Jo-Flores.blogspot.nl/2015/11/decolonizing-permaculture-bridging-gap.html. Illustraties: Maranke Spoor
Over de auteur
Heather Jo Flores is activist, auteur, docent en interdisciplair artiest, met als aandachtsveld de interactie tussen de fysieke wereld en creativiteit. Ze schreef het boek Food not lawns: How to turn your yard into a garden and your neighborhood into a community (Chelsea Green, 2006). En ze was in 1999 mede-oprichter van de oorspronkelijke Food Not Lawns-groep in Eugene (Oregon). Ze heeft opleidingen op bachelor-niveau afgerond in permacultuur-onderwijs en in Interdisciplinaire Kunst. Afgelopen zomer ondernam ze de ‘Edible Nations toernee’ door het noorden van de VS, en die gaat deze winter door, met een verkenning van wereldwijde permacultuur-projecten die zich richten op avocado. Je ziet Heather Jo Flores op www.HeatherJoFlores.com en www.FoodNotLawns.com.
Ik ben een beetje bang voor het evidencebeest… Ze zorgt vaak voor inactie… Een excuustruus is het! Van de ergste soort, letterlijk levensgevaarlijk.
Ze is een gevaar voor al het leven…
Ze is een impliciete oproep om te bewijzen dat de natuur werkt!
Ze is de stelling dat ecosystemen niet werken, omdat dat niet te bewijzen is…
En dat we bijvoorbeeld hightech-groenteteelt nodig hebben, eenjarig groen gekweekt op substraten: er komt geen bodem (aarde) meer aan te pas… Waar zouden we die voor nodig hebben? Dat zijn we vergeten, en als iemand er zich iets van herinnert, dan waart ze vaak al vlot voorbij, het evidencebeest. “Tuurlijk moeten we goed voor de bodem zorgen daar waar ze nog is, in reservaten…. natuurmonumenten zo u wil…”
“Maar dat we voedsel van een springlevende, diverse bodem nodig hebben, dat is niet evidence based”, verneem ik in diverse gesprekken die ik voer, zowel in levenden lijve als online, en als ik dan vraag: “Maar waar is dáár dan het bewijs van?”, dan wordt het vaak al gauw stil, of er volgen verwijzingen naar onderzoeken die een onderzoek naar hun eigen financieringsstromen niet overleven (#followthemoney | www.ftm.nl).
“Papa, wat is een wetenschapper?”
“Dat is iemand die uitblinkt in het aanvragen van subsidies en bedrijfsfinanciering…”
Het fenomeen dat ecologische complexiteit zo groot is dat ze met de gebruikelijke reductionistische wetenschappelijke methodes nooit helemaal in kaart gebracht kan worden, al was het maar omdat ook veel bodemleven tijdens haar leven dna kan uitwisselen, komt dan even heel goed uit.
“We kunnen het nooit allemaal weten, maar we móeten het wél allemaal weten. Want anders…”
Ja, wat eigenlijk?
Anders hebben we geen excuus meer om stil te staan?
Om te weinig te doen?
Om te klagen?
Om ons gelijk te halen ten koste van een ander?
Dan zijn we niet SKY-EN-TIFIC?
Je ziet het in mijn illustratie van het evidencebeest: ze is een dogma-dier!
Ik vind dat we moeten stoppen met het roepen van dit soort onzin…
Moeten we dan maar geen wetenschappelijk onderzoek meer doen naar dit alles, en lopende onderzoeken naar natuurlijker teeltwijzen stopzetten? Nee, dat denk ik niet, ik ben een groot voorstander van onderzoek, uiteraard, mits de financiering en aanverwante zaken kloppen (wellicht juist crowdfunden…). En nee, ik vind ook niet dat we gangbare wetenschappelijke methodes maar moeten wegwuiven vanwege het feit dat ze beperkt zijn. Alles heeft beperkingen, alles heeft voor- en nadelen… Maar laten we alsjeblieft stoppen met het blijven hangen in wetenschappelijke dogma’s en het misbruiken van de term evidence based, al was het maar omdat dat te veel kostbare tijd kost; we kunnen het ons niet veroorloven….
En er mag wat mij betreft in de wetenschap meer veranderen, de laatste keer dat ik er belangstellend mijn neus in stak, prikte ik me, naast de starheid, ook aan de enorme bureaucratie, de gerichtheid op het binnenhalen van subsidies als doel, en de idiote lengte van de (op zich nuttige) peer review-procedures…
Dat is niet gepast, dat kan anders…. dis dit dogma-dier!
Ons ecologisch anafalbetisme neemt werkelijk levensbedreigende vormen aan.
Verrassend vaak hoor ik hartstikke groene types dingen napraten als: “Ecosystemen werken niet!”.
En hoor ik mensen die actief zijn geweest voor natuurmonumenten dingen zeggen als: “Bij natuurmonumenten weten ze ook niet echt wat dat nou is, natuur…” En tja, hoe gek is dat eigenlijk, als je in je naam al suggereert dat zulks een monument kan zijn?
Met dat soort vrienden heb je geen vijanden meer nodig…
Nu kan de roep om het evidencebeest academische arrogantie zijn, weerstand van de status quo, maar vaak wordt deze roep ook gedaan door mensen die zelf geen academische achtergrond hebben, maar toch enkel iets aannemen of willen geloven indien het ‘evidence based’ is. Iedereen kan in dit geloof blijven hangen. (Net zoals niet-juristen vaak veel banger zijn voor regels dan juristen… Een huisgenoot zegt weleens: “Het is fijn om samen te wonen met een jurist. Dat verkleint mijn angst voor regels!”)
Voor gelovigen, aanhangers van de wetenschappelijke orthodoxie, kan het wellicht helpen als er meer onderzoek beschikbaar komt. En laten we wel wezen: er valt uiteraard altijd van alles van te leren en dat is natuurlijk 🙂 uitermate nuttig, zolang we maar afleren dit als argument te gebruiken om in de in-axie te blijven hangen, en zo de transitie (zie bijv. Het Transitie Handboek) te blijven vertragen…
Doe iets! In plaats van je bang te laten maken. En wel iets waar jij goed bent en/of wat je fijn vindt., Dus niet ‘alleen-boeren-zijn-nuttig-en-over-de-rest-heb-ik-mijn-oordeel-al-klaar’ (hoe menselijk dat voor-oordelen ook is), maar kijk waar jouw kwaliteiten liggen en hoe je daarmee bij kunt dragen aan de grote uitdagingen die deze tijd kent…
Permacultuur is toegepaste ecologie, axie, een mix van theorie en praktijk, en als zodanig is er het een en ander over bekend, en zal er naar mijn idee ook altijd een deel niet bewezen kunnen worden. Dat vind ik ook wel geruststellend aan dit soort onderwerpen: het is een lollie die nooit opraakt. Als studeerverslaafde vind ik dat erg prettig.
Afgezien van het evidencebeest ben ik overigens niet zo’n bangig type, en hoe meer wikileaks ik lees, hoe minder er van over blijft, maar elke emotie heeft haar functie, ook angst, hoewel vaak een slechte raadgever… Niet zo bangig dus, of, sterker nog, als de laatste jaren (decennia?) me iets geleerd hebben dan is het wel: Laat je niet bang maken, dat is het probleem zelf!
Ik ben bijvoorbeeld van werk veranderd, alweer een jaar of acht geleden. ‘Comfortabele’ banen in juristerij en ‘hoger onderwijs’ ingeruild voor altijd-onzekere, kleine duurzame bedrijven,. In onze eigen Stichting Permacultuur Onderwijs is geld een middel, en geen doel op zich. Ik doe regelmatig publiekelijk uitspraken waarvan iemand met geld als doel zou kunnen zeggen: Niet doen joh, da’s bad for bussiness…
Van dit alles heb ik geen spijt: convenience is inconvenient! En mijn passie voor permacultuur is een immer flakkerend vuur.
Permacultuur is een mix van (zeer) oude en nieuwe wijsheid, een manier van denken, van zoeken naar oorzaken en daar wat aan veranderen in plaats van werken met ‘end of pipe solutions’. Ze ziet de mensen als onderdeel van natuur, niet als los daarvan, en ze is niet recept-gericht. Ze gaat namelijk, onder meer, uit van functionele diversiteit, en helpt je op basis van voortdurende observatie en patroonherkenning bepalen wat gepast is in een situatie, en op welk moment? Meer weten over permacultuur? Kijk dan bijvoorbeeld eens naar mijn eboek Permacultuur, Wat is dat?! Of uiteraard de vele andere info over permacultuur die het internet rijk is!
Marankes blog
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur, van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.
Hoe kunnen we de in dit artikel beschreven overvloedsfilosofie verder zetten?
Delen van overvloed, zorgen voor Aarde, en zorgen voor de mens zijn de drie ethische grondslagen van permacultuur. Hoe ze met elkaar verband houden, kun je bij nadere beschouwing zien. Je komt bij het beschouwen van het ene, vaak al snel óók bij elementen van de andere twee principes uit; ik zie geen hiërarchie.
Je kent wellicht wel het concept weggeefwinkels. Weggeefwinkels gaan uit van een overvloedsfilosofie. Een wezenskenmerk is zelfs dat iedereen er welkom is om te nemen en te geven. Er wordt dus bewust geen onderscheid gemaakt tussen materieel armeren en materieel rijkeren.
Foto: De schrijver van deze blog op overschotten in de weggeefwinkel Amersfoort: zakken met ingeleverde schone, hele kleding in een van de magazijnen.
Rechte rug
Omdat hergebruik beter is voor het milieu, en weggeefwinkels doorgaans kampen met grote overschotten, is er ook bepaald geen aanleiding om de een wel, en de ander niet toe te laten. Een van de mooiste dingen die ik ooit gezien heb, is hoe een aantal bezoekers van de weggeefwinkel Amersfoort, toen die net bestond, hun ruggen rechtten nadat ze aanvankelijk ineengedoken voor de winkel hadden gestaan, met een armenbewijs, een brief van de sociale dienst in de hand! Ze rechtten hun ruggen toen ze, op hun verzoek om materiële hulp, als antwoord kregen: “U bent meer dan welkom in de weggeefwinkel! Maar uw papieren niet, stop die weg en neem ze een volgende keer niet meer mee.” Dit is een pro-diversiteitsdingetje dat hoort bij de overvloedsfilosofie in weggeefwinkels: er wordt geen onderscheid gemaakt. Hierdoor worden contacten tussen vogels van zeer divers pluimage gestimuleerd. Mensen indelen in soorten is wat dat betreft maar schraal. Weggeefwinkels zijn een uiting van sociale permacultuur. Ze dragen vaak bij aan het sociale cement van een buurt.
Weggeefwinkels zijn sowieso onstáán uit overvloed. In Amersfoort, alwaar pioniers een centrum runden voor diverse maatschappelijk betrokken activiteiten, was behoefte aan wat huisraad ter inrichting van het centrum. Een oproep leverde eindeloos veel meer huisraad op dan we ooit nuttig hadden kunnen gebruiken, dus we besloten ertoe deze overvloed te delen. En wel in een geldvrije oase genaamd weggeefwinkel.
Een daverend succes! Het werd een fantastische plek om te nemen en te geven. In het begin werd er wel geroepen: Een winkel waar alles gratis is voor iedereen?! Dat kan niet!!!! Dat gaat een eendagsvlieg zijn… En: Ohhh, als jullie dat gaan doen, dan ga ik voor de deur liggen op de openingsdag, om te filmen hoe de pleuris uitbreekt! Maar de pleuris is natuurlijk nooit uitgebroken en de winkel viert komend jaar haar 12,5 jarig jubilieum! Waar er toen nog maar enkele weggeefwinkels waren in Nederland, vind je er nu rond de veertig. Nog altijd is er overvloed, en de (lokale) pers is op diverse plaatsen een niet-aflatende steun geworden.
Schaarste-stress
Nog altijd geldt het iedereen-welkombeleid. Dit is een zodanig wézenskenmerk van een weggeefwinkel, dat nieuwe intiatieven die wel voorwaarden stellen zoals ‘laat uw armenpasje zien’ consequent wordt gevraagd zichzelf dan geen weggeefwinkel te noemen, maar bijvoorbeeld goederenbank, het goederenzusje van de voedselbank, een heel ander soort beest! Dit ook om de communicatietaak van de weggeefwinkels niet nog uitdagender te maken. Het blijft immers een erg onverwacht fenomeen, dat gebrek aan onderscheid. (Deze verzoeken om de naam weggeefwinkel consequent te gebruiken komen dan vaak van de schrijver van deze blog, omdat ik tevens beheerder ben van www.weggeefwinkels.nl, de landelijke website waar info over weggeefwinkels in al die jaren is verzameld.)
De behoefte om onderscheid te gaan maken tussen ‘materieel armeren’ en materieel rijkeren is er nog altijd niet. Als er al af en toe een behoefte opduikt om toch iets van een groep buiten te sluiten, dan zijn het niet de ‘materieel rijkeren’ (ook die komen in soorten en maten voor) maar eerder mensen die een ander geen overvloed gunnen, waarmee ik geen excessen bedoel maar gewoon een goed leven zonder voortdurende ‘schaarste-stress’… Mensen die zeggen dat het slecht is om ‘een bestaan op te bouwen’ met het goede, bijvoorbeeld omdat ze vinden dat goede zaken (bijna) gratis horen te zijn. Structurele arbeid incluis! Zodat mensen niet hun huur kunnen betalen van goed werk. En zelf overvloed willen maar een ander de kaas op het brood in de praktijk niet gunnen…
Het goede laten groeien
Het nemen en geven van dat wat over is via weggeefwinkels is o.a. bedoeld om te laten zien dat niet alles altijd om geld hoeft te draaien (geldloze oase!). Maar daarmee is het geen oordeel over ruilmiddelen in zijn algemeenheid. Sterker nog ik houd het voor mogelijk dat een “Ik-wil-alles-altijd-goedkoop-of-gratis-mentaliteit” een hoop ‘trashing the planet’ kan veroorzaken: het kaaltrekken van de planeet voor goedkope materialen en het uitbuiten van arbeiders, en wel in zo’n extreme mate dat er sprake is van meer slavernij dan de planeet ooit heeft gekend.
Maar wees gerust, ondanks de menselijke verleiding, worden ook mensen met een ik-wil-alles-altijd-goedkoop-of-gratis- of eenje-brood-verdienen-met-het-goede-is-slecht-mentaliteit niet buitengesloten. (En dat is maar goed ook, al was het maar omdat er ook of wellicht juist voor hen veel valt te ontdekken in een weggeefwinkel.)
Het roept in mij wel vragen op, zoals: Hoe laten we het goede groeien, als mensen er hun brood niet of nauwelijks mee mogen verdienen?
Hoe kunnen we deze overvloedsfilosofie verder zetten? In onzelf, en in onze gemeenschappen… We hebben toch allemaal in elk geval weleens de menselijke neiging om te denken vanuit schaarste? Dat kan erg nuttig zijn, maar er zijn vast situaties te bedenken waarin het niet nuttig is? Waarin het niet gepast is? Als… ?
Waarom blijven we een kunstmatige schaarste creëren door middel van het huidige geldsysteem? Waarom zouden we moeten worstelen om onze huur te kunnen betalen als ik in de fysieke wereld overal overvloed zie, heeeeeel eerrrrrruggg veel spullen, veel voedsel en zelfs heel veel leegstaande gebouwen!
Mocht je bijvoorbeeld ooit de heus menselijke neiging voelen te oordelen over (de prijzen van) zzp’ers/ondernemingen die een bestaan opbouwen in de ‘goede sector’ met bijvoorbeeld het geven van advies, verkopen van lokaal voedsel, dan wel trainingen en andere diensten, in ruil voor een leefbaar loon (ik heb het dus niet over ver in de minderheid zijnde, graaiende rotte appels!), dan is het misschien een idee eens te onderzoeken waar die gedachtes vandaan komen… En of ze, in die situatie, passend en redelijk zijn.
Ideeën?
Ik ben op zoek naar meer manieren om de overvloedsfilosofie verder te zetten. Ideeën?! Schrijf het op in een reply op dit bericht of stuur het naar info@weggeefwinkels.nl
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur-literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur van ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.
English translation of Maranke’s blog as of Nov. 23, 2015
Abundance!
FreeStores, like the onces in europe assume an abundance philosophy. An essential characteristic is even that everyone is welcome to take and to give. So there is deliberately no distinction between material poorer and material richer people. Because recycling is better for the environment, and free stores are usually faced with large surpluses, there is certainly no reason to allow one group in, while not allowing the other.
Picture: The author of this blog amongst the abundance of FreeStore Amersfoort: bags with clean, useable clothes in one of the stockrooms.
Welcome because we are worthy to be
In the early days of our first Free Store there where people standing in line waiting for the store to open, some of them where holding papers with proof of their poorness…. with their backs bended forward deeply, they asked: can you help us, where poor and need some stuff for our childs bedroom… we replied with, you are most welcome, but please put those papers away and never bring them again, you are always welcome without any papers. I will probably not easily forget what I saw happening then, they straightened their backs and looked around with happy faces as if they where realising, oww we’re welcome because we are worthy to be. They found a bed for their child and a reading light, and then, a material richer person (he owned a car…) who had been browsing musicrecords all afternoon, offered them a ride home, with the bed!
So it’s also a pro diversity thing, contacts between people from very different backgrounds in the freestore are stimulated by letting everybody in to take and to give, this diversitypolicy is also associated with the abundance philosophy.
FreeStores also sprouted from abundance. In our city, where pioneers ran a centre for various socially relevant activities, there was a need of some furniture for the interior of the centre … a call to give us some excess furniture resulted in endless more furniture than we could ever use useful, so we decided to share this abundance … and do so in a cashless oasis called FreeShop.
A resounding success! In the beginning it was said, a shop where everything is free for everyone ?! That is not possible!!!! That’s not going to live more then a day! and ohhh if you do that, then I will film the opening day and see everything get fucked up! But that never happened is and the store celebrates 12.5 year anniversary next year!
Constant stress by lack-of-resources
Wonderful … and yet still there is plenty! And the rules remained the same. We still don’t distinquish between people, and if we ever feel a need to, it’s not the materially rich people we want to leave out (they also come in all shapes and sizes) but rather people who do not want others to have abundance, and I’m not talking about excesses, but want others to have a good life without constant ‘lack-of-resources-famine-stress”‘… People who say that it is bad to make a living doing good, or act accordingly, for example by finding that good things should be (almost) free, always, including labor! So people cannot pay their rent from doing good work all week (next to their work as volunteers). Or by finding it natural that people in that ‘good work’ structurally earn much less. Wanting abundance for yourself but not giving others the cheese on the bread. I-want-cheap / free-stuff can also be a ‘trashing the planet’ philosophy, as it causes trashing the planet for cheap materials and yes, also the exploitation of workers – to such an extreme extent that there is more slavery than the planet has ever known (see SlaveryFootprint.org). But rest assured, despite human tendencies to do so, this group will not even be excluded, and that is a probably good thing, as they may be able to learn a lot in a FreeStore.
Let the good things grow
It does make questions arise in my head, like how do we make good grow, if people are not “allowed” to make a living doing good?
Why do we keep allowing the creation of artificial! scarcity in our monatairy systems? Why should we struggle to pay our rent if in the real (physical) world if I see abbundance everywhere, lots and lots of stuff, lots and lots of food, and even lots of buildings….
How can we build on this abundance philosophy? We all, at least sometimes, have the human tendency to think in terms of scarcity don’t we? Which can be very useful, but maybe not in all situations?
If you should ever feel the need to judge (the price of) self-employed / sme enterprises to build a life in the ‘good sector’, for example providing advice, training and other services in exchange for a living wage (I’m not talking about greedy bad apples) then it might be useful to investigate where these thoughts come from … It’s one of the things I sometimes do to challenge the slave master in myself 🙂
How can we build on this abundance philosophy, ideas ?! Write it down in a reply to this message or send it to info@weggeefwinkels.nl.
Maranke Spoor,
November 23, 2015
About Maranke Spoor
Maranke Spoor has always been interested in justice and nature. She started gardening when she was a young child. Everywhere she lived, within no time an edible ornamental garden was blooming: on a balcony or roof, in a school garden or an allotment. Maranke was educated as a jurist, and worked as a law teacher until 2010. She is initiator of www.weggeefwinkels.nl (on FreeStores) en is a permaculture teacher since 2010. She gave a lot of courses on permaculture and food forests. Furthermore, since 2013 she is the director of the Stichting Permacultuur Onderwijs (Foundation for Permacultur Education), she translated and revised English permaculture books, together with her collaegue Lucas Brouns (Restoration Agriculture by Mark Shepard, and A Vegetable Gardener’s Guide to Permaculture by Christopher Shein & Julie Thompson) and she is the illustrator and author of the Dutch eboek ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, which was published in June 2015.
You can also find Maranke on Facebook and Twitter @marankespoor
Fermenteren heeft wel wat weg van het landschap leren lezen!
Wat is daar nu de overeenkomst tussen, vraag je je wellicht af. Als je het landschap leert lezen dan doe je dat in ‘de natuur’ of in je tuin, terwijl je fermenteert in je keuken! (Zelfs als je driehoog-achter woont op een klein flatje, dan kun je gaan experimenteren met fermenteren.) Toch zie ik grote overeenkomsten tussen deze twee. Beide zijn namelijk een medicijn tegen ons ecologisch analfabetisme. Het steeds verder losgeraakt zijn van de rest van de natuur.
Peertjes
Ik zie ook grote overeenkomsten tussen tuiniersjargon en de begrippen die door fermentista’s gebruikt worden. Waar tuiniers soms planten uitschelden voor onkruid, een kruid als zevenblad bijvoorbeeld tuindersverdriet noemen, doen fermentista’s soms iets soortgelijks. Ik heb al velen de kahm-gist horen uitschelden voor de vloek van de fermentista! Terwijl ik natuurlijk naast liefhebbers van zevenblad, een voor mensen zeer eetbaar en inmiddels door velen als lekker omschreven kruid, ook mensen tegenkwam die de kahm-gist zo ongeveer lijken te aanbidden. En deze aanbidders doen dan juist weer hun best om in de keuken omstandigheden te creëren waarin de kahm-gist floreert. Zij vinden het smaakje dat deze gist aan hun fermentatieproducten kan geven lekker, terwijl andere het juist als onsmakelijk omschrijven. Over smaak valt niet te twisten.
Bloemkool met kerrie
Het creëren van de omstandigheden waaronder bepaalde micro-organismen het naar de zin hebben, is waar het interssant wordt: het heeft veel weg van het creëren van bijvoorbeeld een microklimaatje in de tuin waardoor planten waar jij graag van wilt eten, het goed naar de zin hebben. Die krijgen een concurrentievoordeel. Hetzelfde doe je met fermenteren. Bij melkzuurfermentatie bijvoorbeeld geef je vrienden (de melkzuurbacteriën) een concurrentievoordeel boven de rest, en vindt er melkzuurfermentatie plaats. En net als er heel veel verschillende insecten zijn, waarvan een klein deel dingen doet die jij mogelijkerwijze niet prettig vindt, is de overgrote meerderheid juist bezig dingen te doen waardoor jouw doelen bereikt worden, zoals bijvoorbeeld het bestuiven van je boomgaard. Zo is het met fermenteren ook. En nee, het is niet gevaarlijk of razend ingewikkeld: met een beetje basiskennis en boerenverstand kun je het prima zelf.
Tomatoes-in-the-mist
Het is onze aangeleerde vrees voor micro-organismen, harde werkers die de basis van het leven zijn, die ervoor zorgt dat we het (ja, ik ook) toch vaak een beetje eng vinden. Maar die vrees is, net als het doorgeschoten ‘netheidssyndroom’ (“Is jóúw tuin al leeg Buurman?!”), anti-life!
Deze vrees rukt ons los van het levensweb, het ecologisch analfabetisme dat daaruit voortvloeit kan uitgedaagd worden door lekker aan de slag te gaan.
Broccoli-stronken
Ben je geïnteresseerd om meer te leren over dit onderwerp en andere technieken om voedsel bewaarbaar te maken? Het is een van de thema’s in onze jaaropleiding permacultuur, zoals de doorlopende jaaropleiding permacultuur in onze Webschool. Tevens zou je kunnen overwegen deel te nemen aan mijn cursus cursus ‘Samenvoorzienend voedsel verwerken‘, ook wel liefkozend ‘Heksendriedaagse’ voor hem & haar genoemd. We gaan samen fermenteren, drogen, wecken en dergelijke. Alle cursussen van Stichting Permacultuur Onderwijs zijn een mix van theorie en praktijk. Deze reeks van drie HuiskamerSessies vond driemaal plaats in februari, in maart en in april 2016, en in de herfst van 2016 heb je misschien meegedaan aan een van de drie reeksen van drie dagen, of in voorjaar 2017 in zes reeksen en houd onze Seizoenstips in de gaten of e-mail me even voor de herfst van 2017!.
Marankes blog
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur, van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.
Ik ben enthousiast over sheetmulchen. Als ik er redenen voor heb, op die plek.
Sheetmulchen is het afdekken van de bodem met bijvoorbeeld kartonnen dozen, of letterlijk lakens (sheets), waar je dan eventueel nog laagjes lekkers (organisch materiaal, bijv. blaadjes) aan toe kunt voegen, eronder en/of op.
Ik heb hier goede ervaringen mee, zeer goede ervaringen zelfs. In nieuwe tuinen, waar ik in de jaren daarna aan de slag zou gaan, heb ik menig stuk karton verwerkt. Daar waar ik de tijd had welteverstaan, of daar waar ik aan de slag zou gaan met vaste planten. Een meerjarige teelt dus. Uiteraard mede afhankelijk van de (bodem)omstandigheden heb ik haast magisch zwart goud zien ontstaan: prachtige kruimelige zwarte aarde, een wormenbak zonder bak! Hoe handig is dat! Een buurvrouw zei eens: “Tjonge, ik ben blij dat mijn tuin aan de jouwe grenst, al die blije wormen die uit je tuin komen kruipen!” (Hier is een voorgaande blog over vaste planten.)
Toch geloof ik niet in panacees… Met andere woorden: ik zie dat ook dit niet een recept is om overal en altijd uit te voeren. Hoe enthousiast ik er ook over ben.
Sheetmulchen kost tijd, zeker in een gematigd klimaat. Het is slow food voor de bodem… Vaak duurt het een groeiseizoen (een jaar) voordat het hele zwikje verteerd is. Dit is vaak prima, zeker bij vasteplantenteelt, maar kan toch minder handig zijn als je het bijvoorbeeld in de herfst aanbrengt op een plek waar je in het voorjaar eenjarigen wilt gaan zaaien omdat je staat te popelen vlot een moestuin te beginnen.
In de winter gaat de vertering hier, in ons klimaat, een stuk minder vlot dan als de temperaturen weer stijgen in het voorjaar (en dat is juist het moment om te zaaien). In dat geval vind ik het minder handig, want op het halfverteerde spul zaaien geeft vaak minder resultaat, en van weer lospeuteren om een geschikt zaaibedje te maken houd ik niet. Al kan ik me wel voorstellen dat er een combinatie van factoren kan zijn die me dit zou laten verkiezen.
Sheetmulchen heeft naast het voeden van de bodem ook een ‘onkruid’-onderdrukkend effect, en ook daarvan heb ik dankbaar gebruikgemaakt, bijvoorbeeld voor het ondrukken van grassen rond jonge boompjes. Ik probeer echter standaard een indruk te krijgen van wat de ‘onkruiden’ zijn die onderdrukt gaan worden, en of dat nu wel zo nodig is daar, op dat moment. Gaat het om bedden met eenjarigen dan moet ik daar geen wortelonkruiden hebben, maar gaat het om wat springbalsemien dan maak ik me daar op moestuinschaal echt niet druk over! Planten (ja ook ‘onkruiden’) doen tijdens hun leven veel goeds voor de bodem. Er vindt opslag van zonne-energie plaats (fotosynthese), rond de wortels van de plant krioelt het in gezonde grond van het bodemleven, dat grote feesten viert, en veel kinderen krijgt.
En om bij het voorbeeld van de springbalsemien te blijven: ik vind het ook gewoon minder moeite kosten om wat springbalsemien los te trekken (die laten heel makkelijk los) dan dat ik allemaal halfverteerde dozen of wat dan ook moet verwijderen… iets waar ik menig tuinier (met enige haast) over heb horen klagen: “Ja dat permacultuur, ehh wat ik op YouTube heb gezien, dat werkt niet hoor! Heb het geprobeerd, maar ehh, allemaal natte kartondrap in het voorjaar!”
Dat de karton er slechts enkele maanden gelegen heeft terwijl de fragment-opnames uit het betreffende YouTube-filmpje in werkelijkheid verspreid kunnen hebben gelegen over een jaar, of over een warmer deel van het jaar, in een warm seizoen in een andere klimaatregio, of dat de bodem uit het filmpje bijzonder rijk was aan bodemleven en de vertering daar dus vlotter verliep, tja… Of sheetmulchen voor jou werkt hangt dus af van verschillende factoren, waaronder hoeveel tijd er is, en of het om eenjarige of meerjarige teelten gaat.
Bij meerjarige teelten zoals bomen en struiken is het vaak passend, ook als je de boompjes en struikjes nog niet hebt. Als die aankomen kun je makkelijk een gaatje in het karton steken om ze te planten. Váák passend dus, maar zeker niet altíjd. Als er bijvoorbeeld al fijne onderbegroeing aanwezig is, dan zou ik daar doorgaans dankbaar gebruik van maken.
Op de foto hiernaast zie je een mulchlaag van onder meer papier, waar bladeren overheen gaan. Dit deed ik onlangs op de paden van mijn achtertuin. Het wat trager verteren is hier een voordeel. Daarom kan ik in een dergelijk geval ook een extra dikke stapel karton, papier, blad en dergelijke verwerken… In dit pad heb ik dit keer horeca-eierdozen verwerkt, waarin ik breekbare spullen had opgestuurd gekregen, en de kartonnen dozen zelf, en (aangelengd) vloeibaar goud uit de stikstof-donatiepot, en een uitgeprinte proefversie van mijn eboek, en bladeren die ik van de straat had verzameld voordat de gemeentelijke dienst kwam vegen. Wat je uiteindelijk ziet zijn gewoon bladerpaden. Het papier zie je niet meer.
Met “Sheetmulchen met een zachte g” (zoals mijn vriend afkomstig uit brabant het uitspreekt) wil ik dus niet zeggen dat je weinig moet mulchen of veel, maar dat de wenselijkheid zal afhangen van je observaties en studie: wat, wanneer, waarom, hoeveel en hoe?
Reeks
Deze blog zal de eerste zijn in een reeks onder de noemer ‘Succesfactoren van permacultuurtuinen’.
Marankes blog
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur, van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.
Op vrijdag 9 oktober 2015 was het zover, op permacultuur-excursie op Historyland! Een educatief centrum in Hellevoetsluis dat over niet al te lange tijd te bezoeken zal zijn. Hier wordt het terrein, met permacultuur als leidraad, weer een divers gecultiveerd landschap waar allerlei leven mogelijk is.
Met een rondleiding over het ruime terrein door een van mijn oud-cursisten, Sandy van den Ban, die Zeisles.nl oprichtte. Na haar permacultuuropleiding volgde ze een opleiding tot zeisdocent in Oostenrijk. Deze zeislessen voorzien duidelijk in een behoefte. Onlangs stond ze zelfs, met de zeis in de hand, op de voorpagina van het tijdschrijft van de AVVN! (Landelijke vereniging van volkstuiniers.) Wie had dat gedacht?!
Common sense
Het is logisch natuurlijk, deze opkomst van het natuurlijk werken, maar deze logica is een tijdlang uit het zicht verdwenen geweest, en er valt nog veel te veranderen, of zoals een van mijn eigen permacultuurdocenten, Patrick Whitefield, zei: “Common sense is very uncommon!”
De excursiegroep was ‘s ochtends bij de Aseal zeehondenopvang geweest en werd daarna door ons opgewacht voor een bezoek aan de zeer ruime tuinen en bossen van Zeisles.nl & Historyland. Drie busjes vol mensen kwamen eraan… hongerig en dorstig. Ze kregen een overheerlijke lunch, met notencake toe. In de prachtige gehoorzaal alhier verzorgde ik een interactieve lezing over permacultuur. De lezing werd goed ontvangen door zeer enthousiaste mensen. Na afloop hoorde ik de mensen achter me tegen elkaar zeggen: “Ooohh, ik vind dit zó veel leuker en interessanter dan een weekendje in een bungalowpark…”
‘Weerbarstig en interessant’
Na afloop schreef organisator Koos de Bruin een verslag onder de titel ‘Een lezing op kaplaarzen’, waaruit we enkele fragmenten willen citeren: “Wie het weet mag het zeggen; wat is Permacultuur? ‘Perma’ is een weerbarstig begrip maar zeker interessant. (…) Doel van alle moeite is een zo groot mogelijke bijdrage te leveren aan de gezondheid van de planeet. Maranke zegt een levenslange passie voor natuur, recht (als jurist) en permacultuur te hebben. (…) Het feit dat Maranke de lezing geeft met kaplaarzen aan, geeft te denken. In ieder geval staat Permacultuur toch vooral met beide benen op de grond. (…) Eten uit de tuin, dus ook de moestuin krijgt steeds meer aandacht, met mensen die midden in de natuur staan. Met begrippen als duurzaamheid, transitie, biologisch en eco. Maranke: “Permacultuur is leren van de natuur, je werkt met de natuur mee in plaats van er tegenin.” In haar eigen volkstuin heeft ze inmiddels een zgn. voedselbos, met behalve fruitbomen en notenbomen ook aardbeien, knoflook en bessen. Dat zonder gif, mét biodiversiteit en zonder dat de grond wordt omgespit om de bodem niet te verstoren. (…) Maranke besluit met een strijdbaar: “Repareer de planeet door wat je eet!” (Tot zover enkele fragmenten uit een verslag door Koos de Bruin, dat zal verschijnen in de BioScope van De Groene Passage in Rotterdam.)
Excursie 29 november
Lijkt het jou ook wel wat om de voedselbossen van Historyland / Zeisles.nl te bezoeken? Dat treft, want op 29 november 2015 zijn we hier weer! Ditmaal voor een excursie-lesdag met als thema Voedselbossen. Deels binnen in de keet met vuur en gezamenlijke potluck-lunch, deels buiten op het land. En op dit moment is er nog plaats, je bent van harte welkom!
Historyland gaat verder naar verwachting medio 2016 open.
Schakering
Het landschap op Historyland zoals het opnieuw wordt vormgegeven, doet sterk denken aan de beschrijving die Jaap Dirkmaat geeft in onderstaand interview (in video). Als je bij mij een jaaropleiding permacultuur, of een introductie hebt gevolgd, ken je het wellicht al. Het is een van de favoriete interviews, ook van een van mijn collega’s, Lucas. Die was bij de studiedag Stadsgerichte Landbouw, die begin 2012 werd geörganiseerd door De 12 Ambachten, en waarvoor Lieselot Leeflang dit interview met Dirkmaat hield. Het interview is hier te zien (het duurt tien minuten). Het gaat zoals je ziet onder meer over common sense 😉 Spread the word!
Marankes blog
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur-literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur van ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.
Een aantal mensen luisterden toevallig eerder al naar deze blog, als studenten in onze interactieve webschool. De afbeelding die je hier ziet hoort bij de ‘Voorleescorner’ uit deze webschool.
Veel plezier met luisteren naar deze blog, en de groeten van dikkie dik!
Marankes blog
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur, van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.
Het internationale jaar van de bodem herinnerde me eraan dat ik een blog wilde schrijven over
de bodem. De basis. Meer specifiek over de bodem watergeven. Bij deze!
De bodem is een levend wezen… Schep je een dessertlepel gezonde grond op, dan zitten hier meer levende wezens in dan er mensen op aarde zijn.
En alles wat leeft, eet! En drinkt…
Daarom let ik er tegenwoordig in onze tuinen op, of de bodem genoeg te eten en te drinken heeft.
We geven dus niet langer de plantjes water, nee nee, als het nodig is (en ook enkel dan) geven we de bodem water!
Bodemleven dat te weinig te eten en te drinken heeft krijgt namelijk weinig kinderen, met alle gevolgen van dien voor de bodemvruchtbaarheid, en daarmee voor de planten die erin groeien.
Ik denk dus vanuit de bodem en niet rechtstreeks vanuit de plant. Zoals gangbaar (maar stukje bij beetje op zijn retour) zou ik kunnen denken: Hoeveel voedingsstoffen hebben de planten nodig die ik heb neergezet? Zijn die er niet in voldoende mate? Dat koop ik precies die stofjes in en geef ze aan de plant, en als een plantje slaphangt dan geef ik hem water.
Maar hoewel ik zo ongeveer een extra zintuig heb voor slaphangende plantjes (ik kan ze vanuit een ooghoek geobserveerd hebben en dan even later als in een soort van gehypnotiseerde toestand alles wat ik aan het doen was onderbreken om vervolgens te bemerken dat ik deze planten aan het watergeven ben…) is plantjes watergeven, zoals je al voelt aankomen, niet mijn gebruikelijke werkwijze…
In plaats daarvan probeer ik eraan bij te dragen dat er voor het bodemleven een aangename hoeveelheid vocht beschikbaar is. Extremen probeer ik te helpen voorkomen, en dat is soms best een uitdaging. In ons voedselbos dat bijvoorbeeld ook in ‘Permacultuur in je Moestuin’ afgebeeld staat, is de watersituatie een tamelijk uitdagende, Op een pak veen ligt een laag rivierklei, van het soort waarmee je iemand een gat in de kop kunt gooien als je een klompje in de zon laat drogen… En voordat onze vaste planten (zie deze vorige blog van mij) daar werden geplant was het 40 jaar een zeer regelmatig omgespitte moestuin geweest. Een tuin ook waarin elk jaar allerlei voedingsstoffen en ‘gewasbeschermingsmiddelen’ werden opgebracht. Toen we het gekocht hadden, vonden we er nog van alles, waaronder een flesje ‘mollendood’, een giftige cocktail bedoeld om de Koning van het Bodemleven om te leggen. Toen we de verzameling chemicalieen uiteindelijk maar inleverden bij de gemeentereiniging keek de medewerker ontzettend vies bij het flesje mollendood, waarop de volgende aanprijzing stond: “Veroorzaakt dood in mens en dier!” Hij moest een collega erbij roepen die de sleutel had van het kistje voor hypergevaarlijke stoffen,; daarin is het tot nadere verwerking veilig opgeborgen. En wat waren wij blij dat we de ‘apotheek’ daar konden afgeven.
Scheuren in de klei
De bodemstructuur in die tuin deed me ontzettend denken aan een plaatje uit The Earth Care Manual: een tekening van kleigrond met een erg slechte structuur. Grofweg hele dikke klonten klei met daarbovenop een soort van poeder, met nauwelijks samenhang. Bij het hier en daar graven in die tuin, vonden we nauwelijks tekenen van leven. Sommige stukken waren zo slecht dat je op een vierkante meter niet 1 regenworm vond, en als je er iets zaaide, maakt niet uit wat, dan kiemde het niet.
Als reactie daarop hebben we enorme hoeveelheden organisch materiaal toegevoegd aan deze tuin van 250m2. Een vrachtwagen compost, jaar in jaar uit heel veel kruiwagens met houtsnippers, en wat we maar te pakken kregen aan snoeisel en maaisel en zelfs halfverrotte boomstammen. Het ene jaar, als we zo veel tijd en energie hadden, sleurden we wel 15 kuub naar deze tuin, het andere jaar misschien 2 of 3. Zo ging het een jaar of vijf, zes, zeven. In de tussentijd merkte ik gelukkig al vlot dat dit een reparerende werking had. Niet dat we alles zomaar overal neerpleurden: de boomstammen dienen als extra bankjes om op te zitten, en nu ze bijna zo ver zijn verteerd dat ze daar niet meer toe kunnen dienen, verhuizen ze gewoon naar een hoek waar een stel bessenstruiken via het bodemleven het resterende hout kunnen opsnoepen.
Halfverteerd hout is gunstig voor insecten en naarmate het verder verteert voegt het organisch materiaal toe aan de bodem, wat goed is voor de waterhuishouding
Hetzelfde geldt voor enkele eikenstammetjes, die doen voorlopig dienst als extra bijzettafeltjes, terwijl ze langzaam door schimmels worden voorverteerd tot ze uiteindelijk, over ca. tien jaar, aarde zullen zijn geworden. De houtsnippers hebben we ook op een systematische wijze in de bodem verwerkt, lees maar.
Uitgegraven paden, die gevuld gaan worden met houtsnippers
Ik groef meteen in het eerste jaar de paden 15 à 20 centimeter diep uit en vulde ze op met houtsnippers. Een hoop werk, maar het zorgde er al vrij vlot voor dat de watersituatie minder extreem werd.
De houtsnippers kunnen een hoop water aan, waardoor onze tuin al snel veel minder, of zelfs helemaal niet meer blank stond op dagen dat in andere tuinen zelfs de teeltbedden blank stonden.
Watersla ; )
En bij droogte zaten er bij ons al vlot wat minder scheuren in de klei. De houtsnipperpaden fungeren dus als waterbuffer. En inmiddels, zo’n zes jaar later, zit er steeds meer leven in de bodem en plekken waar niets wil groeien zijn er gelukkig allang niet meer! De compost en de houtsnippers, en het ter plekke neerleggen van snoeisel (mulch) zijn ook het favoriete eten van het bodemleven, dat hierdoor meer kinderen kan krijgen. Waardoor de bodemvruchtbaarheid stijgt, waardoor de planten het beter hebben.
Opvangbassin (greppel) als waterbuffer
Er ontstaat kortom een opwaartse spiraal. Hierdoor is het bijvoorbeeld pas na vele weken droogte nodig om de bodem water te geven. En waar er eerder niets wilde kiemen, redden de planten zich nu prima zelf.
Het voedselbos dat in deze blogpost beschreven staat. Foto 1 juni 2015
Het toevoegen van organisch materiaal (snoeisel, snippers, compost enzovoort) heeft ook op zandgrond een middelende werking: het water loopt minder snel weg omdat het wordt opgeslagen in het sponsachtige organisch materiaal en in de ongelijke structuur van grote tot kleine bodemdeeltjes. Want als alle deeltjes meer gelijkvormig zijn, spoelt het water sneller weg en zitten er ook minder toevallig ontstane ‘gaatjes’ met lucht, zuurstof, in de grond. Water loopt doorgaans veel vlotter weg op zandgrond dan op kleigrond.
Als we watergeven, geven we liever veel ineens dan dat we iedere dag een klein beetje. Het regent hier immers ook niet iedere dag. En we willen voorkomen dat de plantenwortels ‘lui’ worden doordat er steeds in de bovenste bodemlaag water is en de wortels dáár blijven en niet de diepte in gaan reiken.
Het zal je misschien verbazen maar dit verhaal over het watergeven van de bodem, en het belang van veel levende wezens in de bodem gaat ook op voor de heel kleine schaal, tot bloempotten aan toe, zo blijkt uit praktijk en theorie.
Mijn collega Lucas Brouns interviewde een gespecialiseerde wetenschapper aan een landbouwuniversiteit over bodemleven, en het belang daarvan op de grote en op de kleine schaal. Wat blijkt? Bodembeestjes in een bloempot kunnen vrij goed tegen de kou, zeker als ze het kunnen voelen aankomen, maar ze kunnen niet tegen uitdroging! Voor leven is water immers noodzakelijk (dat wist je al inderdaad). Daarom is het extra van belang om de bodem in bloempotten een beetje vochtig te houden. Om elk gronddeeltje (een korrel zand, een plaatje klei, enzovoort) ‘hangt’ een microscopisch dun laagje water. Het water zit dus om elk bodemdeeltje heen, als een ‘filmpje’ op nanometer-schaal. De ruimte tussen de bodemdeeltjes bevat zuurstof. En waar er water en zuurstof zijn, daar kan leven bestaan, zoals je weet.
Het watergeven van potten en bakken moet sowieso al veel vaker dan bij een tuin in de vollegrond, vanwege het relatief geringe volume van een bloempot, ook al is het nog zo’n grote pot… En omdat de wind langs de zijkanten strijkt en het vocht meeneemt. Om ervoor te zorgen dat het bodemleven in bloempotten blijft floreren, geeft Lucas ze daarom altijd water: of er nu een plant in staat of niet, en ook in de winter een heel klein beetje. De grap van dit alles is dat planten die dan in een dergelijke pot worden geplant, vaak opvallend floreren. Life creates conditions for life! Een feestje voor mij om die prachtige, overduidelijk levende grond aan te treffen als ik in het vroege voorjaar in de tuin aan de slag ga.
Bedenk altijd dat iedere schaal zijn eigen werkwijze heeft (maar dat is een mooi onderwerp voor een andere blogpost).
Ook wat betreft voeding voor planten geef ik niet rechtstreeks de planten te eten, zoals het geval is bij kunstmest. Dan sla je namelijk de bodem over… Ik heb dat in dit interview uitgelegd voor de EO-tv (van de 6e tot de 11e minuut).
Dus van nu af aan zeg ik niet meer: “Ik ga de plantjes watergeven”, maar: “Ik geef de bodem water” (en dat dus niet te vaak, want dan verdwijnt de zuurstof eruit: niet zompig maar vochtig is voor veel planten een goede maatstaf, tenzij je moerasplanten kweekt, wat ik ook wel doe hoor aangezien ik momenteel in een moeras-achtige omgeving woon ten noordwesten van Utrecht 😉
Hier plant ik een Krulrus, een vochtslurper annex sierplant
Marankes blog
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur, van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.