Aanvullend en Alternatief geld werkt (Stand van zaken Florijn)
Planten voor de hungry gap (Voorjaar in de vaste-planten-tuin deel 4)
Een dogma-ditsj
Stichting Permacultuur Onderwijs
verzorgt cursussen over permacultuur
Wij werken nu ruim een jaar met de florijn! We hebben er vooral kruidenierswaren en vakliteratuur mee betaald en dat is allemaal helemaal goed gegaan. Wij pioniers kunnen dus concluderen dat het florijnnetwerk werkt en goed ook!
Bedenkingen die we aanvankelijk hadden, van het soort ‘Ja, maar wat gaat dat betekenen voor onze administratie, dat wordt vast te ingewikkeld?!‘ zijn niet waar gebleken. Het feit dat 1 florijn gewoon 1 euro waard is en het daardoor ook in de fiscale adminstratie gewoon als euro kan worden opgenomen, maakt het alleszins behapbaar.
Je hebt er dus niet eens een supergrote mate van pioniersgedrevenheid voor nodig, zo van ‘Het zal nadelen hebben maaaar, we doen het toch maar…’ Want het is zoooo nodig, en er zijn deelnemers en transacties nodig om het netwerk goed te testen en op gang te krijgen. Gelukkig zien steeds meer mensen en bedrijven dat in en maakt de florijn een mooie groei door. Dit maakt het netwerk ook steeds bruikbaarder, het feit dat ik nu hier op de hoek, bij natuurvoedingswinkel Nieuw Mos, met florijnen kan betalen voor de koffie die ik tijdens cursussen schenk, maakt veel uit. Dus mensen zegt het voort, sluit je aan zodat het netwerk steeds bruikbaarder wordt.
Mark Shepard, auteur van het boek Herstellende landbouw, hetgeen we vertaalden en bewerkten voor het Nederlandse taalgebied en dat ook in het Spaans is vertaald, zei het mooi, het is zaak onze bedrijven te laten draaien in het huidige economische systeem terwijl we werken aan een nieuw volhoudbaar systeem. Dat was een van de redenen dat we zijn boek kozen. Het creëren van een geld-polycultuur is daarvan een essentieel onderdeel.
Want waar monoculturen niet werken in onze voedselproductie, doen ze dat ook niet in onze economie. Sterker nog: de monocultuur in het ene domein stuurt op monoculturen in andere domeinen. De diversiteit & veerkracht van ecosystemen / polyculturen lossen dat op.
Een aanvullende lokale geldsoort is essentieel voor het doorbreken van de monocultuur in ons geldsysteem en het versterken van de lokale economie. Wij kozen nu de florijn als focus, qua complementair geld, omdat ik in het ontwerp daarvan veel herkende van de permacultuurprincipes. Maar dat betekent zeker niet dat we andere zien als ongewenste concurenten o.i.d. De florijn doet dat ook niet: het zijn collega’s, bondgenoten in het werken aan het herstel van evenwicht en diversiteit. Ook zien we zoiets erg genuanceerd, en zijn we het niet noodzakelijkerwijze altijd met alles helemaal eens, maar in de basis zien we veel herstellende veranderpotentie, en praktijkuitwerkingen van permacultuurprincipes.
Om nu te voorkomen dat het toch te ingewikkeld voor je wordt door te veel verschillende munten, hebben de florijn en de ura recent hun netwerken gekoppeld waardoor het nu mogelijk is met florijnen te betalen voor zaken uit het ura-netwerk!
Door die diversiteit te behouden en niet te pogen één alternatieve (niet aanvullende) munt te creëren met als doel de euro te vervangen, behoud je de veerkracht van diversiteit. Je voorkomt ermee het hercreëren van oude problematiek zoals enorme machtconcentraties. Ook voorkom je een ‘single point of failure’. Ook het feit dat het florijnnetwerk bewust rentevrij is, draagt enorm bij aan het voorkomen van machtsconcentraties. Daar waar bijvoorbeeld Bill Mollison, grondlegger van de moderne permacultuur, ook pleitte voor het verspreiden van macht met het oog op evenwicht, diversiteit, de menselijke maat, veerkrachtige lokale gemeenschappen.
En het zal een permaculturist niet verbazen dat het werken aan diversiteit & evenwicht nog veel meer voordelen heeft! Het voert echter te ver om daar in dit stukje verder op in te gaan. In mijn andere blogs en in mijn eboek lees je hier allerhande over. In mijn eboek komen zowel het Rentemonster voor als pagina’s over Diversiteit.
Meer lezen ?
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur, van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.
Foto door P.J. Frankhuizen
(op het Voedselbos festival van voedselbosfestival ‘Het gras van de buren’ in juni)
Voorjaar in de vaste-planten-tuin deel 4
Juist op het moment dat er nog maar weinig te eten valt in de moestuin, en de jonge aanplant nog niet groot is (of zelfs nog niet uitgeplant is vanwege de kou) is er een groeiende hoeveelheid vaste planten oogstbaar, zoo fijn! Waar de hazelaarkatjes (van het heerlijke chocolatjesrecept uit de vorige aflevering van het Bijna-voorjaar van de Permacultuur-Seizoenstips) inmiddels zijn uitgebloeid, is er een groeiende diversiteit aan ander lekkers beschikbaar. Je zou als je wilt, het chocoladerecept nog een keer kunnen maken, bijvoorbeeld met andere eetbare katjes, zo eet ik wel eens berkenkatjes (zie ook www.pfaf.org en boeken/lessen over eetbare planten), dat vind ik dan wel leuk, maar meestal wacht ik tot het volgende jaar, om het dus gewoon weer met hazelaarkatjes te maken.
Daarbij komt dat ik het ook wel lekker vind om enkele katjes zo van de boom te eten. Ik waardeer zowel het bittere van het verse als het zoete van de chocolaadjes, die ik extra bijzonder vind als ik ze maar eens per jaar eet. Zo is het een ‘Het voorjaar komt eraan!’-seizoensfeestje : ) Hoewel het natuurlijk prima is dat wat op te rekken.
Vaste planten voor nu
Met welke (vaste) planten vul ik mijn menu zoal aan in deze tijd van het jaar?
Eat weeds
Wat plagen betreft, De Japanse duizendknoop, een van de weinige planten die ik niet vlot aan zou planten vanwege het feit dat ze het hier nu wel heel errug goed doet, is ook weer beschikbaar: “If you can’t beat it, eat it” geldt voor deze plant als geen ander. Ik zag zelfs een festival voorbijkomen, helemaal hieraan geweid. Nuttig en nodig, omdat bij deze plant het ‘if you cant beat it, eat it’ alleen werkt als we het benaderen met eenzelfde enthousiasme als ze groeit. Recent sprak ik iemand die uitriep: “If you can’t beat it, eat it werkt niet bij deze plant… Het valt niet bij te houden!!!” Het deed me denken aan boeken met eindeloze tips over wat je met een courgette kunt doen als de tijd van overvloed in de moestuin aanbreekt, en ook aan angst voor voedseltekorten. Hoe kunnen we aan de ene kant ‘superweeds’ hebben, die je niet bij kunt houden met eten/oogsten, en aan de andere kant voedseltekorten? Natuurlijk heeft een mens meer en diverser eten nodig dan Japanse duizendknoop, en zijn er maanden waarin er weinig groeit, maar toch, deze spanning/paradox blijft een interessant fenomeen. Hierover meer in een ander seizoen.
Vaste planten zijn naast deel van ons menu van het grootste belang voor de bodem en de biodiversiteit, en zijn ook los hiervan een goede combi met een moestuin.
Aangezien vaste planten al beschikbaar zijn, terwijl de eenjarigentuin (moestuin) nog op gang moet komen: zo verleng je je vers groen seizoen.
Het mooie is natuurlijk ook dat een aantal van deze planten ook prima en overvloedig te vinden is buiten je tuin, bijvoorbeeld de buurtmoestuin of het plantsoen in de buurt.
Is een plant nieuw voor je? Verdiep je dan altijd eerst goed in haar, bestudeer haar op diverse manieren, en gebruik hierbij een diversiteit aan bronnen van kwaliteit.
Heb je dat gedaan? Eet smakelijk!
Geniet ervan en verwonder je erover dat die plant die prima eetbaar blijkt misschien zelfs wel voor je deur groeit terwijl je ‘m eerder niet of nauwelijks zag staan. Een fijne basis om een volgende keer aan te vullen, bijvoorbeeld met minder bekende planten.
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur, van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.
Dit is een gastblog door Lucas Brouns, die docent is in onze webschool en daarnaast betrokken is bij de organisatie van cursussen op locatie. Maranke Spoor verzorgt cursussen op locatie en is daarnaast hoofddocent in onze webschool.
In de jaren dat ik (Lucas) Permacultuur studeer is er een periode geweest met een bepaalde frustratie die zich in vele hobbels op de weg uitte.
Namelijk om niet mee te kunnen doen aan allerlei gesprekken.
Ik heb een oom die filosoof is en op een familiedag had ik een tijdlang hetzelfde maar dan omgekeerd: waarom stelde die zo heldere vragen? Waarom kon het gesprek niet voorspelbaar zijn?
Ook op de basisschool was er een moeder van een bevriend klasgenootje die me helemaal met de mond vol tanden liet staan. Moeder van klasgenoot: “Wat heb je een mooi nieuw trainingspak aan.” Ik: “Van de Wibra!” Filosofische moeder van klasgenoot, heel vriendelijk maar ook scherp: “Dat vroeg ik niet of wel soms?”
In die scherpte zat ook de oplossing voor de hobbels op mijn permacultuurpad.
De hobbels zaten er zoals gezegd in, dat het lastig was om deel te nemen aan gesprekken op verjaardagen, met vrienden, en wel omdat je, je zal dit mogelijk herkennen: als je uitzoemt, meerdere dingen naast elkaar wilt uitleggen, of iets wilt vertellen waarvoor je eerst iets anders moet ombuigen dat een vanzelfsprekendheid lijkt. En dan moet je daar de verbale kunst voor kennen, en te durven rekenen op de gunst van je gesprekspartner in de vorm van tijd, die zo schaars lijkt (inderdaad: líj́kt :-). Maar dat kun je oefenen.
Je kunt oefenen om te wachten op een gunstig moment, tot wanneer je dan iets parkeert en meestal gaat dat wel goed, belangrijke dingen onthoud je wel tot je dezelfde persoon weer spreekt. En wat je ook kunt oefenen is rapheid van tong; die ontstaat gek genoeg in de eerste seconde waarin je besluit of je iets gaat zeggen, in die seconde kun je een grote stilte creëren. Daar zijn vast verscheidene technieken voor. Ik baseer de mijne op de notie dat Japanse haiku (zeventien lettergrepen) volgens sommigen voortbouwt op “de duur van het langste bewustzijnsproces, dat door waarneming van de zintuigen wordt veroorzaakt, gelijk is aan zeventien gedachteogenblikken, elk korter dan een bliksemstraal” (J. van Toorn: Haiku – Een jonge maan. Meulenhoff, 1973/2000, p. 15).
Maar de grootste oefening zit in niet oordelen, uiteraard. Ook al omdat niet-oordelend observeren zo’n belangrijke oefening is in Permacultuur.
Afgelopen zomer vroeg een Tuinder me tijdens het wieden: “Ik kwam een permaculturist tegen op een studiedag en die zei dat eenjarige planten niet bij Permacultuur passen. Wat vind jij dan?” Ik heb op dat moment het korte antwoord gekozen: “Het enige dogma in Permacultuur is, dat er geen dogma’s zijn.” Een langer antwoord moest even wachten tot een ander moment. Dit zal ik later nog wel verder uitleggen, dacht ik: dit is nu even genoeg… Als ik nu meer ga uitleggen, doet dat die ene zin tekort die zo belangrijk is. Dus ik ging aan het einde van het bed verder met wieden om de collega’s tegemoet te werken. En ik dacht ook: ik houd het hier even bij, want ik ben geloof ik even een beetje boos op mezelf dat er iemand dit heeft gezegd tegen deze zorgvuldige tuinder met veel aandacht voor het bodemleven, met het schrift in de boekentas om de observaties en experimenten in te noteren aan het einde van de dag, nooit stilstaand in het nog beter willen doen, met grote aandacht voor eerlijk delen waarvoor je je nek soms enorm moet uitsteken, investeringen in verdergaan met open zadenteelt en minder met uniforme hybrides, die experimenteert met handelwijzen om het bodemleven te cultiveren, die in allerlei studiegroepen zit, geen kap op de af en toe gebruikte tractor heeft om dan goed aan alle kanten de grond te kunnen zien, en die sowieso dus een zoekende natuur cultiveert op het bedrijf en zich zo doende juist wég beweegt van dogma’s.
Als je hier al wat vaker hebt gelezen in de blogs, of je hebt mogelijk Herstellende landbouw gelezen, of colleges van Toby Hemenway bekeken of The vegetarian myth van Lierre Keith gelezen, dan behoeft het geen uitleg dat akkerbouw en andere monoculturen zeg maar een dingetje zijn. Maar nu voelde de tuinder die heel veel aandacht steekt in het landschap zich aangesproken op iets wat eigenlijk uitgelegd had moeten worden aan de hit-en-run-akkerbouwers verderop, die maar een paar keer per jaar op het land komen en alles omscheppen. Even los van een schuldvraag hoor, als die er al is. Wat het verschil zou hebben gemaakt, is als de Permaculturist had gezegd dat onze samenleving sterkt leunt op eenjarigen in monoculturen, en dat ook meerjarige systemen vaak als monocultuur worden onderhouden, en dat functies van elkaar worden losgemaakt: het hoogst haalbare lijkt wandelpark + bosbouw + jachtterrein, of waterzuivering + natuurgebied, terwijl er zo veel meer functies te combuineren zijn en terwijl ecosystemen oplossingen creëren in plaats van problemen. In de natuur is een verhouding van negentig procent meerjarigen en tien procent eenjarigen wat je meestal ziet, in een dynamische context dan, en wij draaien dat om dankzij ingekochte en afgedwongen arbeid en dankzij relatief goedkope fossiele brandstoffen, terwijl we ecosystemen weghalen om er industriële systemen voor terug te leggen. En we hebben steeds meer aandacht gegeven aan veredeling van eenjarigen de laatste duizenden jaren.
Een poos later, de volgende week of een andere week in het najaar, liet de tuinder me een bed met kolen zien waarop ook houtsnippers waren gemulcht als ik me goed herinner. Het is soms moeilijk te volgen wat er precies gebeurt, omdat een experiment soms ook enkele variabelen kent op diverse teeltbedden, maar er wordt gemulcht, er worden wortelresten in de grond gelaten als ballenbak voor bodembeestjes die daar met ziel en zaligheid de bodemstructuur verbeteren en, er wordt geen kerende grondbewerking gedaan, zoals je neem ik aan wel weet betekent dat dat er niet wordt geploegd. En daardoor gebeuren er dingen die deze tuinder nog niet kende, zoals paddenstoeltjes in het kolenbed, hee zegt ie, merkwaardig, zou dat nou een goed teken zijn?
Nu was mijn kans! Nu kon ik de dogma ‘ditsjen‘. Nu kon ik laten zien dat er onbekendheden bestaan. Onbekendheden bestaan! De dogma is niet alleen dat er geen dogma’s zijn, de uitzoem-kunde betekent ook dat je voorzichtig bent met conclusies trekken. Want regels en recepten gelden alleen in het systeem waarin ze zijn bedacht. Of sterker nog: een patroonherkenning uit de ene situatie kun je niet zomaar op tafel leggen in de puzzel van de volgende situatie. Ik hoorde mezelf zeggen, gelukkig iets minder deftig dan in deze schrijftaal hier: “Schimmels komen veeleer voor in bosachtige systemen, pioniersystemen zoals bedden met eenjarigen zijn in principe gedomineerd door bacteriën”, iets wat de Tuinder ook vaak had vernomen. We keken elkaar aan met een gemengde blik van licht beteuterd en spannend verwachtingsvol. “Maar weet je, Tuinder,” hervatte ik na enkele van de Zeventien Gedachtenflitsen, “het bodemleven daar is heel weinig over bekend. Wist je dat er schimmels bestaan die aaltjes vangen met een lasso, die ze zelf bouwen met hun lijf?” Wauw. Serieus. Even om ons heen kijken of we veilig zijn. “En het bodemleven verandert aldoor, er worden genetische codes uitgewisseld. Maar wat evengoed van toepassing is: de kennis die achter die uitspraak zit komt uit bepaalde vastomlijnde, receptmatige werkwijzen. En wat je nu aan het doen bent met niet-kerende tuinbouw, ís niet op basis van die betreffende recepten. Als je iets anders dan dát probeert, weet niemand wat er gebeurt.” Ik denk dat we die ruimte nodig hebben, het durven om niet te weten wat er gebeurt, omdat je daarmee de experimenteer-investeringen van de collega’s openlijk waardeert, en tevens omdat daarmee tegelijk ruimte ontstaat voor twee kunsten in jezelf: observatie en hoop.
Hier eindigt de gastblog van mijn collega Lucas Brouns (Oefenboerderij.nl). Vele vriendelijke groene groeten, Maranke Spoor.
“Alles is één” is een uitspraak, waar ik gedurende mijn leven, in elk geval in gedachtes, verschillend op gereageerd heb.
Over een hoop andere zaken, zoals omgang met ecosystemen, dacht ik in essentie altijd hetzelfde.
Groot was mijn verrukking toen ik permacultuur ontdekte.
Een bril los van politieke, maatschappelijke of andere correctheid en ergens los van verhalen, los van hoe ‘het’ hoort, geïnspireerd door alles wat leeft.
Een bril waardoor ik eindeloos veel heb mogen leren en uiteraard alsmaar blijf leren, met kleine stapjes, met kleine stapjes en hier en daar een grote sprong.
Ik leerde veel meer dan gedurende mijn lange schoolcarrière.
Het is een soort van ‘slow food’ gebleken. Het vroeg een traagdheid, tijd en aandacht die wrikt met de huidige snelle tijdgeest. Een fenomeen dat, mogelijk mede daardoor, een groot veranderpotentieel kent.
Ik vond er cursussen over, en ben die aanvankelijk voor de lol, als kado aan mijzelf, gaan volgen; ik heb het mijzelf gegund.
Ga nu eens niet tevoren al alles erover lezen, raadde een goede vriend me aan, toen ik vertelde dat ik me in ging schrijven voor mijn allereerste cursus permacultuur, een cursus die een eind van huis een paar weken daarna al van start zou gaan. Aldus geschiedde, wat heb ik genoten! Van de lessen, de uitwisselingen met de andere cursisten, het heerlijke eten en meer.
Dat dingen niet op een bepaalde manier hoefden en dat er tijdens de eerste les werd gezegd dat individuele zelfvoorziening naast schier onmogelijk ook ongewenst was, verbaasde me en vergrootte mijn inzicht. Er was van alles dat me meer en minder aansprak maar waarvan ik pas in de jaren erna in stapjes steeds beter begreep wat ermee bedoeld was.
Een van de organisatoren zei: “Ik zie mijn werk als zaaien.”
Wat die zaaide bleken net als in een voedselbos/ecosysteem voor een flink deel vaste planten: ze bleven maar groeien die inzichten, jaar na jaar.
Het bleek bovendien een verbindend geheel, als een ecosysteem. Ik was niet beter dan een ander omdat ik een vegetariër was, en iemand die dat niet was, was niet slechter; dat had ik wel anders meegemaakt.
De een studeerde naast de cursus een paar uur per maand, de ander een paar uur per dag en dat kon allemaal, woeste diversiteit door elkaar, dat was voor mij wel een eye opener, heel anders dan in het hoger onderwijs. Het was ook niet links of rechts georiënteerd of gericht op mensen van een bepaalde gezindte. Sterker nog: de collega’s van Bill Mollison, grondlegger van de moderne permacultuur, moesten een verklaring tekenen dat ze mensen van alle gezindten zouden toelaten en de cursus niet vanuit de één, met uitsluiting van de ander, zouden geven; een permacultureel gebruik was geboren.
Zo werden er inleidingen permacultuur in de breedte (PDC’s, permaculture design courses) gegeven in kerken, universiteiten, moskeeën, yoga-centra en boerderijen. Op heel diverse plekken dus.
Waarbij mensen die er meer mee wilden vaak daarna, of daarnaast, zich verder verdiepten door middel van boeken en door mee te werken op permacultuurprojecten. Projecten van zeer diverse aard, van boerderijen tot projecten gericht op het herontwerp van economieën. Allemaal even essentieel. Sterker nog: het herontwerp van het een heeft het herontwerp van het ander nodig.
En zo zoeken we met elkaar met permacultuur naar (herstel van) verbindingen.
Wil je meezoeken en denk je dat een cursus bij mij daarvoor een passende manier kan zijn voor je, dan kan je op www.permacultuuronderwijs.nl/cursussen meer informatie daarover vinden. Bij de start van het nieuwe cursusjaar, op 23 & 25 September 2021 weer, kun je deelnemen aan een training op locatie, en op andere momenten kun je deelnemen aan onze puur online opleiding, uiteraard zolang er plaats is.
Vele vriendelijke groene groeten,
Maranke Spoor
Met dank aan: Patrick Whitefield, Ishi Crosby, Taco Blom, Bas den Boer, Andy Goldring, Bill Mollison, Toby Hemenway, Lierre Keith, Ton van Wijlen, Oliver Rackham, Rebecca Hosking, Lucas Brouns, Judith Schwartz, Wouter van Eck, Pieter Jansen, Chantal van Genderen, Mark Shepard, en alle anderen van wie ik heb mogen leren, onder wie alle cursisten met wie ik in de loop der jaren heb mogen werken.
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur, van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.
Mijn missie is ecosysteemherstel, het maken van de omslag van slopend naar opbouwend, onder andere met behulp van herstellende landbouw. Hamvraag is natuurlijk hoe gaan we dat bereiken.
Ik heb het geluk gehad in mijn leven veel te hebben mogen leren van oude wijze tuinmensen of boeren. Ik herinner me nog als de dag van gisteren hoe een van deze mensen tijdens een opleidingsdag zijn beklag deed over de regels die hem in de weg stonden op zijn pad naar natuurlijk werken.
Een beetje een ‘Everything I want to do is illegal’-verhaal zoals de inmiddels beroemde ‘lunatic farmer’ vertelt in zijn ‘lunatic tours’ op zijn boerderij en beschrijft in zijn gelijknamige boek*.
Ik probeerde zijn betoog vanuit mijn ambtelijk/juridische achtergrond samen te vatten door te zeggen: “U bedoelt dat de beleidsrealiteit niet langer overeenkomt met de ecologische realiteit?”
“Hoezo?” zei de man verbolgen. “Er is toch maar één realiteit?! De ecologische!!!”
En ik herinner me dat ik toen dacht: Mmzz, bestaat er een diepere wáárheid? Het zette me aan het denken.
We kunnen van alles bedenken aan beleidsdoelstellingen: zo veel minder koolstof, zuurstof, stikstof, en zo veel meer biodiversiteit… maar gaat dat echt iets veranderen?
Of komt het ondanks de nodige laagjes wol vooral weer neer op herverdelen van middelen van armer naar rijker?
En dan zijn mensen die kritisch durven te zijn, nu opeens rechts en dus slechter, als je de groene? status quo / politiek correcte / zogenaamd linkse, opvattingen kunt geloven?
Dat is wellicht een mooie Orwelliaanse truc, maar heeft het werkelijk een basis in de realiteit?
En zijn oplossingsrichtingen van het soort: “Dit moet centraal gestuurd worden opgelost, want de problemen zijn te ernstig om het anders te doen”, niet eerder een probleem dan een oplossing?
En is dit wat we werkelijk willen?**
En weten we überhaupt nog wat een ecosysteem is of nodig heeft?
Ik denk bij een ecosysteem aan een combinatie van levende wezens die wordt gekenmerkt door relaties tussen haar elementen. Zoiets laat zich moeilijk platslaan in tabellen en dergelijke.
Ik reserveer bewust ook ruimte voor niet-weten omdat we niet alles kunnen weten, hetgeen prima is.*** Niks meer te onderzoeken hebben zou bovendien ook saai worden zeg. Maar ik reserveer die ruimte ook omdat we anders het onmeetbare weer verontachtzamen, of erger: afdoen als onzin. Voor je het weet resulterend in heksenvervolging…
Terwijl de ‘heks’ (gewoon een wijs wezen, met een bovengemiddelde kennis van de ecosystemen waarvan we een onderdeel zijn) nu wellicht juist een deel van de oplossing is.
Dit dan naast, en in verbinding met (en in niet in plaats van), moderne westerse wetenschap en die van andere volkeren, culturen en hun geschiedenis.
Zo kunnen we volgens goed permacultureel gebruik diversiteit vieren.
Wellicht een goed alternatief voor de cancelcultuur, die zelfs elementen ten deel valt, zoals koolstof en stikstof, en vroeger fosfor. Om over diëten die hele voedingsstoffengroepen zoals koolhydraten, vetten of eiwitten, in de ban doen, nog maar te zwijgen.
Kan koolstof of stikstof of fosfor werkelijk hét probleem zijn? Of is er hier wellicht eerder sprake van een verstoring van kringlopen, dan van een behoefte aan een cancelcultuur?
Een verstoring die je mogelijk eerder oplost door die kringlopen weer te herstellen? Met behulp van onder andere herstellende landbouw?****
Met andere woorden permacultuur in plaats van cancelcultuur?
*) Joel Salatin (2007). Everything I want to do is illegal. Polyface.
www.youbedo.com/boeken/everything-i-want-to-do-is-illegal-9780963810953?goeddoel=725 ,
www.polyfacefarms.com/everything-i-want-to-do-is-illegal/
**) Edward Herman & Noam Chomsky (1988). Manufacturing Consent: The Political Economy of the Mass Media. New York: Pantheon Books.
www.boekwinkeltjes.nl, https://twitter.com/EmbassyCat/status/730010451774418945, www.democracynow.org/2017/3/15/noam_chomsky_on_the_5_filters (korte video)
***) ‘The Limits to Measurement’. Public discussion by Christopher Brewster & Dougald Hine as part of the Västerås Conversations, 21 May, 2014. https://dougald.nu/the-limits-to-measurement-a-conversation-with-christopher-brewster/ Ook verschenen in The Dark Mountain nummer 7.
Met Christopher Brewster heeft Maranke ook gesproken op Festival Koppelting onder de titel ‘The measurable and the unmeasurable in the Anthropocene’. https://koppelting.org/en/festival2019/lineup#id5d1a69a0d1175 Dat festival is misschien een aanrader voor je.
****) Mark Shepard (2013). Herstellende landbouw: Agro-ecologie voor boeren, burgers en buitenlui. Utrecht: Uitgeverij Jan van Arkel. Oorspr. titel: Restoration agriculture: Real-world permaculture for farmers. Uit het Amerikaans vertaald door Maranke Spoor en Lucas Brouns. permacultuuronderwijs.nl/herstellende-landbouw/
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur, van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.
Permacultuur is Escapisme of toch niet? Dingen om te Doen & na te Laten.
Permacultuur is Escapisme! Het is niet reëel, en haar beloftes zijn simpelweg te groot.
Dit zijn uitspraken die ik de laaste tijd vaker tegenkom. Dus, ben ik erin gedoken.
Of eigenlijk heb ik mijzelf de vraag gesteld wanneer is het escapisme en wanneer niet? Want dat het dat (althans van oorsprong) juist niet is, daar twijfel ik niet aan.
Dat is juist de reden dat ik me er full time mee bezig ben gaan houden, vanwege onderdeel van de oplossing willen zijn, in plaats van mijn kop in het zand te willen steken.
Kort gezegd komt het erop op neer dat permacultuur escapisme is als je het reduceert tot praten over en werken met planten, & evt nog green deals / renewabels… het grotere geheel uit het oog verliezend.
Als je de holistische blik uit het oog verliest waarmee het ontwikkeld is door Bill Mollison & David Holmgren, je weet wel de mensen die het woord bedachten, en daarmee de grondleggers zijn van de moderne permacultuur, dan blijft er inderdaad weinig van over.
Permacultuur is breder en is altijd breder geweest, hoe essentieel planten ook zijn en hoe fantastisch ondergetekende planten-nerd ze ook vind, permacultuur heeft altijd gedraait om meer dan dat: om kijken naar het geheel. Een blik die vlot laat zien hoe essentieel planten zijn voor het leven op aarde, maar ook dat het draait om veel meer dan dat.
Het is een holisitische blik die een alternatief biedt voor de hedendaagse overspecialisatie die letterlijk alles uit elkaar trekt. En hoewel het moderne mensen soms lijkt te verbazen gaan dingen die je uit elkaar trekt doorgaans stuk.
Juist dat kijken naar het geheel, kan ecosystemen weer heel maken, kan van een negatieve voetafdruk een positieve maken. Het kan de grote beloftes van permacultuur waarmaken. En een oplossingsrichting bieden voor de enorme uitdagingen van deze tijd. Maar dan moet er natuurlijk wel veel veranderen.
Daarom hier een lijstje van dingen om te doen en na te laten.
Dingen om te doen
Alles herontwerpen volgens de principes van permacultuur is ook hoe het altijd al bedoeld is, dus laat je niet afleiden door mensen die vaak gebasseerd op weinig meer dan hun eigen vooroordelen over wat het is, vinden dat het enkel om plantjes draait. Nee het draaide altijd al om het geheel.
Dingen om na te laten:
Ervaren beheerders van brede permacultuurfora, zowel de internationale als de nationale kunnen opmerkingen als, “Dit is geen permacultuur!” “Wat doet dit nu hier, het gaat niet over planten!” haast niet meer zien.
(Op FB zijn er groepen met algemene namen als, permacultuur & permaculture, en die zijn, zoals de naam al doet vermoeden, breed.)
Dit alles is, naast leuk en leerzaam, misschien een beetje eng, ook vanwege de grote veranderingen die het met zich meebrengt, maar als er iets escapisme is, dan is het wel, niet willen veranderen, bijvoorbeeld door jezelf af te schermen van dingen waar jij het niet mee eens bent, die je eng vind etc.
Voor de broodnodige open mind is het juist essentieel om regelmatig dingen te zien waar je het niet mee eens bent.
Permanente cultuur
Kortom: onze hele cultuur moet op de schop, de principes van permacultuur kunnen daarvoor een hoopgevend startpunt bieden.
========
Meer leren:
Marankes blog
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur, van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.
Je kent ze vast wel, stellingen van het soort Katoen moet je niet doen, Fosfaten zijn slecht en CO2 is gevaarlijk!
Ze komen veel voor in de verhalen, die de verhalen-vertellende-diersoort mens aan elkaar vertelt. Je kunt hier zomaar door worden misleid, ook als je een zeer goed bedoelende, langdurig geschoolde persoon bent. Dit soort stellingen gaat echter zelden of nooit op, en het is de kunst je er niet door af te laten leiden.
Greenwashing en andere soorten misleiding zijn overal. Navigeren in een dergelijk verstoord landschap kan je flink aanvliegen, al helemaal als je, zoals de meeste mensen, een goed bedoelend wezen bent (je denkt nu misschien ook aan de titel van Rutger Bregmans recente boek: De meeste mensen deugen wel).
Daarom deel ik hier 5 van mijn navigatie inzichten met je:
Zowel het koolstof- als het stikstof- als het fosfatenverhaal is een kwestie van ‘stuff in the wrong place’. Ze zijn stuk voor stuk belangrijke bouwstenen van het leven. Dit raakt aan het permacultuur-ontwerpprincipe ‘Afval bestaat niet’. Te veel koolstof in de lucht kan bijdragen aan de opwarming/ontregeling van ons klimaat terwijl diezelfde stof als ie door intacte ecosystemen zoals bossen wordt verplaatst naar de bodem, ervoor zorgt dat de bodem meer leven kan dragen en klimaatchaos juist tegen kan gaan.
Ook fosfaat is dus belangrijk voor het leven op Aarde. Verstoor je de boel echter zo veel dat je bijvoorbeeld via wasmachines massa’s fosfaten in de waterwegen loost dan gaan de vissen dood door overbemesting, terwijl tegelijkertijd diverse denktanks zich er het hoofd over breken hoe we kunnen voorkomen dat er wereldwijd voedselkorten onstaan door fosfaattekorten in de landbouw, als gevolg van het leegraken van fosfaatmijnen. Hier gaat iets goed mis wat betreft de-manier-waarop.
Of zoals de grondlegger van de moderne permacultuur Bill Mollison dat zo mooi zei:
“Polution is an unused resource“
Het gaat om de manier waarop iets geteeld, of geproduceerd wordt. Katoen bijvoorbeeld is helemaal niet in zijn algemeenheid slecht. Er zijn zéker veel katoenplantages waar er op zeer milieuonvriendelijke, waterverslindende wijze geteeld wordt, maar dat betekent zeker niet dat dat voor alle katoen geldt, er zijn ook projecten waarin juist met weinig waterverbruik wordt geteeld. Dat je iets op zeer milieuonvriendelijke wijze kunt telen, geldt voor alles, en dat is tegenwoordig ook best in de mode, en wordt ook gestimuleerd door regelgeving/subsidiestromen, al begint dat wel te veranderen mede onder druk van consumenten. In kringen van herstellende landbouw (RegenAG: regenerative agriculture) worden dergelijke verhalen alsvolgt samengevat:
It’s not the cow but the how!
Zeven jaar lang was ik een best wel strenge vegetariër, omdat ik misselijk werd van de industriële productie van dieren, dat deed, en doet (!) mij letterlijk pijn. Door het volgen van een permacultuuropleiding en daarna verschillende ecologie-opleidingen en zelfstudie heb ik echter geleerd dat zelfs dat draait om de-manier-waarop. Net zoals de ASN adverteert met geld verbindt, geld vernietigt e.d… kun je koeien fokken op een manier die neer komt op ‘trashing the planet’, maar ook op een manier die de bodem herstelt, die bijdraagt aan biodiversiteit. Er zijn er zelfs die juist illustreren dat grazers in grote delen van de wereld hard nodig zijn om biodiversiteit te herstellen, het draait om de manier waarop. Ook het IPCC geeft dit nu aan. Lees hier meer : https://www.farminguk.com/news/ipcc-recognises-positive-role-of-livestock-farming_53650.html
Daarom ga ik nu voor minder, maar béter vlees. En van textiel is er momenteel zo veel dat op ondergoed en sokken na, bijna alles tweedehands wordt aangeschaft.
Granen zijn erger dan vlees, maar zelfs daarbij maakt de manier waarop uit.
Kijkend naar het geheel kom ik nu tot heel andere conclusies dan voorheen. Monoculturen van planten zijn niet noodzakelijkerwijze minder erg dan monoculturen van dieren (megastallen). Sterker nog, zowel de biodiversiteit in haar algemeenheid als onze eigen gezondheid (de biodiversiteit in ons microbioom/ onze darmen) hebben veel te lijden hieronder. Moderne granen bevatten 10 keer zo veel gluten als voorheen en worden vaak niet gefermenteerd voordat we ze eten, terwijl dat vroeger meer gebruikelijk was, bijvoorbeeld omdat korenschoven nog een tijdje op het land stonden voordat ze werden binnengehaald.
Daarom eet ik nu weinig brood/granen, zeker voor een Nederlander. Maar ook hier maakt dus de manier waarop uit. Permaculturist Sepp Holzer kweekt oude (minder glutenrijke) graanrassen, niet in monoculturen maar als strokenteelt tussen bomen en andere gewassen (agroforestry), en inmiddels is ook een landgoed bij mij in de buurt weer bezig met teelt van oude graanrassen, en verkoopt dat graan lokaal; als je daar vervolgens zuurdesembrood van bakt en je dat met mate eet, dan zou dat wel eens een heel ander verhaal kunnen zijn.
De Cradle to Cradle-filosofie (C2C) heeft ons geleerd dat zogenoemde monsterlijke hybriden geen goed idee zijn, en dat het maken van een duidelijk onderscheid tussen biosfeer-materialen (composteerbaar) en technosfeer-materialen (niet of heel erg traag composteerbaar) veel uitmaakt.
Recent liep een cursist van mij een winkel in en kreeg het volgende verhaal te horen: “Deze hangmat is beter want er zit naast katoen (wat slecht is) ook polyester in.” Het mengen van polyester, een technosfeer-materiaal, en katoen, een biosfeer-materiaal, is echter volgens de C2C-filosofie, die goed aansluit bij de principes van permacultuur, geen goed idee.
Als je de hangmat na zijn levensduur als hangmat afdankt, kan je hem niet composteren want dan krijg je plastic soep in je bodem en je kunt hem ook niet wassen want dan krijg je plastic soep in je water. Als je er eentje maakt die helemaal van katoen is heb je deze problemen niet, en als je hem helemaal van polyester maakt ook niet, deze kan dan na zijn levensduur in de technosfeer blijven door recycling, terwijl de katoen-polyestervariant veel moeilijker te recycleren valt, die wordt ‘restafval’.
Ze had er zomaar in kunnen trappen, gaf deze stoere mens zelf aan, terwijl ze nu juist een goed bedoelend, zeer geschoold, wijs wezen is, iedereen kan hier zomaar intrappen en dat gebeurt ook vaak: het is een soort retoriek dat veel voorkomt, en dat voor veel vernietiging zorgt, terwijl met een andere manier van werken, die met de natuur meewerkt, de boel opgebouwd kan worden. Dan gaan we met meer mensen sneller vooruit en kan een negatieve voetafdruk worden omgeklapt naar een positieve. Het is dus van belang dit soort narratieven beter te leren herkennen.
Een artikel dat hierbij kan helpen vind je hier. Het is geschreven door de bekende voedselsoevereiniteitspersoon Vandana Shiva: https://consortiumnews.com/2019/06/21/fake-meat-big-foods-attempt-to-further-industrialize-what-we-eat/
Permacultuur draait toch om lokaal of niet? Wat moet ik kiezen? Dit zijn vragen die ik regelmatig tegenkom. Meestal lokaal, maar zoals met alles hangt ook dit ervan af… Waarvan dan? Van het totaal van de omstandigheden. Zo kan het bijvoorbeeld zomaar zijn dat kokosbloesemsuiker uit het ‘Red Ape’ arenga-project van Permaculturist Willie Smits in Indonesië een betere keuze is dan lokale bietensuiker, omdat deze palmen daar vaste planten zijn die in een biodiverse polycultuur opgroeien en omdat de lokale boeren aldaar hun inkomen hebben zien vertienvoudigen waardoor kinderen weer naar school kunnen en ze hebben wat ze nodig hebben. Daarmee vermindert ook de druk op het regenwoud, want dit regenwoud kappen voor een niet/minder bioverse landbouw heeft dan een stuk minder zin. Natuurlijk moet deze suiker dan nog vervoerd worden en kan dat op verschillende manieren. Het zou echter zomaar kunnen dat deze palmsuiker, kijkend naar het geheel, bietensuiker uit een lokale suikerbieten-monocultuur voorbij streeft. Dat nog los van het effect op onze gezondheid van deze verschillende suikers. Een patroon dat ik herken is dat wat beter is voor andere ecosystemen vaak ook beter is voor ons. (Ik schrijf ‘andere ecosystemen’ omdat een mens ook een ecosysteem is, al zijn we dat soort van vergeten.)
Uiteraard kies ik meestal voor lokaal voor wat betreft lokaal ook prima groeit, tenzij wellicht dat begrip wordt misbruikt als marketing-gimmick en het gaat om een met gif bespoten product terwijl het wel onbespoten uit Duitsland beschikbaar is, dan is natuurlijk een landsgrens ook maar een arbitrair fenomeen.
Wat maar weer eens illustreert dat er niets is wat mij van de verantwoordelijkheid om zelf te blijven denken ontslaat.
Dit voelt ook voor mij als een grote verantwoordelijkheid, maar wel eentje die ook kracht kan geven. Op momenten dat het me lukt (inmiddels de meeste) om, zonder schuldgevoel, hetgeen ik doe met aandacht te blijven doen, en te zien dat mijn handelen opbouwend kan zijn, dan geeft dat dus mogelijkheden om onderdeel van de oplossing te zijn.
Door goeie dingen te doen terwijl ik mezelf zo goed mogelijk informeer, en die projecten te steunen die de wereld een stukje mooier maken, die regeneratief zijn en bijdragen aan de broodnodige veranderingen waar deze tijd om schreeuwt. Dit alles terwijl ik me realiseer dat het niet mijn verantwoordelijkheid is om meer te doen dan binnen mijn mogelijkheden ligt: wat ik kan doen, is mijn best blijven doen, terwijl ik mijzelf goed blijf informeren.
Zo kunnen we met meer mensen sneller vooruit gaan, dus blijft ‘t voortzeggen mensen, als je kennis wilt vermenigvuldigen moet je haar delen!
Als afsluiter mijn hoofdregel:
Geniet nooit met mate, en als je er geen lol in hebt is het niet duurzaam!
Kies dus bij de keuze van wat jij gaat doen, voor iets wat bij jou past. Heb het goed, en geniet van de overvloed die de natuur waarvan we een onderdeel zijn biedt, als we ons gedragen als onderdeel van haar.
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur, van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.
De afgelopen periode werd gekenmerkt door een boel boze boeren. En vervolgens door andere mensen die weer boos werden op de boze boeren. Ik was getuige van pogingen tot gesprekken waar de vonken van afvlogen.
Maar ik begreep het niet zo goed. De Europese subsdieregels staan bol van de perverse prikkels, en de landelijke regelgeving is niet heel veel beter. De meest bizarre ecologisch anafalbete regels zijn er, regels die zeggen dat een akkerland waarvan de vruchtbare aarde letterlijk wegwaait niet mag worden voorzien van wat rijtjes bomen zijn slechts een voorbeeld. De enorm talrijke functies van bomen moeten er allemaal gemist worden. Zoals de wind een beetje breken, en vliegende muizenvangers huisvesten om de veelvoorkomende muizenplagen te lijf te gaan.
Of zoals het 6-jarige dochtertje van een vriendin zo mooi zegt: “Als hier geen bomen zijn, waar moeten de uilen dan schuilen? Die kunnen toch niet op de grond wonen?” Ze snapt het niet, net als ik.
Frans Timmermans snap ik ook niet zo goed. Die was o zo verontwaardigd over de Nederlandse boeren die een weg bewandelen die niet volhoudbaar is. Maar waarom doen ze dat dan Timmermans? Zijn de Europesche subsidieregelingen daar niet een hele voorname oorzaak van?
Gelukkig zie ik inmiddels wel wat verschuiven door inzet van allerlei nuttige pionierdieren.
Maar er mag nog heel wat veranderen voordat ik boos kan worden op boze boeren.
En hiernaast zie ik een groeiend aantal boerenorganisaties / werkwijzen die me vervullen van trots, Toekomstboeren, permacultuurboeren, CSA-netwerk, Pure Graze, het is haast niet meer bij te houden, zo heerlijk die diversiteit!
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur, van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.
Na een periode met veel van vooroordelen van het soort ‘permacultuur is enkel voor achtertuintjes’ terwijl wij juist bezig waren met de grotere schaal en het vertalen en bewerken van Herstellende Landbouw van Mark Shepard, veranderden de reacties die we kregen, en Herstellende Landbouw werd recent zelfs herdrukt. Dat werkte dus, al kwamen er ook wel reacties die dan weer extreem de andere kant op gingen, zo van: ‘permacultuur kan enkel op grote schaal toch, vanaf toch wel minimaal een hectare!’ Omdat dat evengrote onzin is als de vooroordelen van het begin van onze pionierende permacultuurreis, durf ik het hierbij aan, een blog over mijn achtertuin!
23 september 2019
Ik werd vanochtend wakker met de behoefte de tuin een knuffel te geven, ik ben er zo blij mee, ik heb toen dit verhaaltje geschreven en een filmpje voor jullie gemaakt.
In het voorjaar was deze tuin nog vooral een rij dode coniferen, met daarvoor een hoop blaadjes die we afgelopen herfst hadden verzameld om de bodem te voeden.
Nu is het al een weelderige groene oase!
De tuin is natuurlijk nog niet af en de jonge boompjes die we als leiboom opkweken zijn nog klein, maar er is nu al van alles te beleven en te eten in de tuin voor diverse wezens.
Dat kun je zien in het volgende filmpje dat ik vandaag heb opgenomen in deze tuin:
Een filmpje van Maranke Spoors achtertuin van een jaar oud from Stichting Permacultuur Onderwijs on Vimeo.
Het kleinfruit heeft ervoor gezorgd dat ik deze zomer alweer elke ochtend mijn yoghurt-bakje kon vullen met diverse bessen.
Nu heb je een klein inkijkje gekregen in hoe ik te werk ben gegaan in deze stadstuin en hoe ik daarbij de verticale ruimte gebruik met klimmende planten.
Ik hoop dat ik hiermee een tipje van de (bruids)sluier heb opgelicht.
Zie ook Marankes andere blogs, bijvoorbeeld:
Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur, van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.