Fermenteren als medicijn tegen ons ecologisch analfabetisme

Fermenteren heeft wel wat weg van het landschap leren lezen!

Wat is daar nu de overeenkomst tussen, vraag je je wellicht af. Als je het landschap leert lezen dan doe je dat in ‘de natuur’ of in je tuin, terwijl je fermenteert in je keuken! (Zelfs als je driehoog-achter woont op een klein flatje, dan kun je gaan experimenteren met fermenteren.) Toch zie ik grote overeenkomsten tussen deze twee. Beide zijn namelijk een medicijn tegen ons ecologisch analfabetisme. Het steeds verder losgeraakt zijn van de rest van de natuur.

Peertjes
Peertjes

Ik zie ook grote overeenkomsten tussen tuiniersjargon en de begrippen die door fermentista’s gebruikt worden. Waar tuiniers soms planten uitschelden voor onkruid, een kruid als zevenblad bijvoorbeeld tuindersverdriet noemen, doen fermentista’s soms iets soortgelijks. Ik heb al velen de kahm-gist horen uitschelden voor de vloek van de fermentista! Terwijl ik natuurlijk naast liefhebbers van zevenblad, een voor mensen zeer eetbaar en inmiddels door velen als lekker omschreven kruid, ook mensen tegenkwam die de kahm-gist zo ongeveer lijken te aanbidden. En deze aanbidders doen dan juist weer hun best om in de keuken omstandigheden te creëren waarin de kahm-gist floreert. Zij vinden het smaakje dat deze gist aan hun fermentatieproducten kan geven lekker, terwijl andere het juist als onsmakelijk omschrijven. Over smaak valt niet te twisten.

Bloemkool met kerrie

Het creëren van de omstandigheden waaronder bepaalde micro-organismen het naar de zin hebben, is waar het interssant wordt: het heeft veel weg van het creëren van bijvoorbeeld een microklimaatje in de tuin waardoor planten waar jij graag van wilt eten, het goed naar de zin hebben. Die krijgen een concurrentievoordeel. Hetzelfde doe je met fermenteren. Bij melkzuurfermentatie bijvoorbeeld geef je vrienden (de melkzuurbacteriën) een concurrentievoordeel boven de rest, en vindt er melkzuurfermentatie plaats. En net als er heel veel verschillende insecten zijn, waarvan een klein deel dingen doet die jij mogelijkerwijze niet prettig vindt, is de overgrote meerderheid juist bezig dingen te doen waardoor jouw doelen bereikt worden, zoals bijvoorbeeld het bestuiven van je boomgaard. Zo is het met fermenteren ook. En nee, het is niet gevaarlijk of razend ingewikkeld: met een beetje basiskennis en boerenverstand kun je het prima zelf.

Tomatoes-in-the-mist

Het is onze aangeleerde vrees voor micro-organismen, harde werkers die de basis van het leven zijn, die ervoor zorgt dat we het (ja, ik ook) toch vaak een beetje eng vinden. Maar die vrees is, net als het doorgeschoten ‘netheidssyndroom’ (“Is jóúw tuin al leeg Buurman?!”), anti-life!

Deze vrees rukt ons los van het levensweb, het ecologisch analfabetisme dat daaruit voortvloeit kan uitgedaagd worden door lekker aan de slag te gaan.

Broccoli-stronken
Broccoli-stronken

Ben je geïnteresseerd om meer te leren over dit onderwerp en andere technieken om voedsel bewaarbaar te maken? Het is een van de thema’s in onze jaaropleiding permacultuur, zoals de doorlopende jaaropleiding permacultuur in onze Webschool. Tevens zou je kunnen overwegen deel te nemen aan mijn cursus cursus ‘Samenvoorzienend voedsel verwerken‘, ook wel liefkozend ‘Heksendriedaagse’ voor hem & haar genoemd. We gaan samen fermenteren, drogen, wecken en dergelijke. Alle cursussen van Stichting Permacultuur Onderwijs zijn een mix van theorie en praktijk. Deze reeks van drie HuiskamerSessies vond driemaal plaats in februari, in maart en in april 2016, en in de herfst van 2016 heb je misschien meegedaan aan een van de drie reeksen van drie dagen, of in voorjaar 2017 in zes reeksen en houd onze Seizoenstips in de gaten of e-mail me even voor de herfst van 2017!.

Marankes blog

Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur, van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.

Sheetmulchen met een zachte g

Ik ben enthousiast over sheetmulchen. Als ik er redenen voor heb, op die plek.

Sheetmulchen is het afdekken van de bodem met bijvoorbeeld kartonnen dozen, of letterlijk lakens (sheets), waar je dan eventueel nog laagjes lekkers (organisch materiaal, bijv. blaadjes) aan toe kunt voegen, eronder en/of op.

IMG_4993_scale1

Ik heb hier goede ervaringen mee, zeer goede ervaringen zelfs. In nieuwe tuinen, waar ik in de jaren daarna aan de slag zou gaan, heb ik menig stuk karton verwerkt. Daar waar ik de tijd had welteverstaan, of daar waar ik aan de slag zou gaan met vaste planten. Een meerjarige teelt dus. Uiteraard mede afhankelijk van de (bodem)omstandigheden heb ik haast magisch zwart goud zien ontstaan: prachtige kruimelige zwarte aarde, een wormenbak zonder bak! Hoe handig is dat! 
Een buurvrouw zei eens: “Tjonge, ik ben blij dat mijn tuin aan de jouwe grenst, al die blije wormen die uit je tuin komen kruipen!” (Hier is een voorgaande blog over vaste planten.)

Toch geloof ik niet in panacees… Met andere woorden: ik zie dat ook dit niet een recept is om overal en altijd uit te voeren. Hoe enthousiast ik er ook over ben.

Sheetmulchen kost tijd, zeker in een gematigd klimaat. Het is slow food voor de bodem… Vaak duurt het een groeiseizoen (een jaar) voordat het hele zwikje verteerd is. Dit is vaak prima, zeker bij vasteplantenteelt, maar kan toch minder handig zijn als je het bijvoorbeeld in de herfst aanbrengt op een plek waar je in het voorjaar eenjarigen wilt gaan zaaien omdat je staat te popelen vlot een moestuin te beginnen.

IMG_4993_300x300

In de winter gaat de vertering hier, in ons klimaat, een stuk minder vlot dan als de temperaturen weer stijgen in het voorjaar (en dat is juist het moment om te zaaien). In dat geval vind ik het minder handig, want op het halfverteerde spul zaaien geeft vaak minder resultaat, en van weer lospeuteren om een geschikt zaaibedje te maken houd ik niet. Al kan ik me wel voorstellen dat er een combinatie van factoren kan zijn die me dit zou laten verkiezen.

Sheetmulchen heeft naast het voeden van de bodem ook een ‘onkruid’-onderdrukkend effect, en ook daarvan heb ik dankbaar gebruikgemaakt, bijvoorbeeld voor het ondrukken van grassen rond jonge boompjes. Ik probeer echter standaard een indruk te krijgen van wat de ‘onkruiden’ zijn die onderdrukt gaan worden, en of dat nu wel zo nodig is daar, op dat moment. 
Gaat het om bedden met eenjarigen dan moet ik daar geen wortelonkruiden hebben, maar gaat het om wat springbalsemien dan maak ik me daar op moestuinschaal echt niet druk over! 
Planten (ja ook ‘onkruiden’) doen tijdens hun leven veel goeds voor de bodem. Er vindt opslag van zonne-energie plaats (fotosynthese), rond de wortels van de plant krioelt het in gezonde grond van het bodemleven, dat grote feesten viert, en veel kinderen krijgt.

En om bij het voorbeeld van de springbalsemien te blijven: ik vind het ook gewoon minder moeite kosten om wat springbalsemien los te trekken (die laten heel makkelijk los) dan dat ik allemaal halfverteerde dozen of wat dan ook moet verwijderen… iets waar ik menig tuinier (met enige haast) over heb horen klagen: “Ja dat permacultuur, ehh wat ik op YouTube heb gezien, dat werkt niet hoor! Heb het geprobeerd, maar ehh, allemaal natte kartondrap in het voorjaar!”

Dat de karton er slechts enkele maanden gelegen heeft terwijl de fragment-opnames uit het betreffende YouTube-filmpje in werkelijkheid verspreid kunnen hebben gelegen over een jaar, of over een warmer deel van het jaar, in een warm seizoen in een andere klimaatregio, of dat de bodem uit het filmpje bijzonder rijk was aan bodemleven en de vertering daar dus vlotter verliep, tja… Of sheetmulchen voor jou werkt hangt dus af van verschillende factoren, waaronder hoeveel tijd er is, en of het om eenjarige of meerjarige teelten gaat.

IMG_4982_scale1

Bij meerjarige teelten zoals bomen en struiken is het vaak passend, ook als je de boompjes en struikjes nog niet hebt. Als die aankomen kun je makkelijk een gaatje in het karton steken om ze te planten. Váák passend dus, maar zeker niet altíjd. Als er bijvoorbeeld al fijne onderbegroeing aanwezig is, dan zou ik daar doorgaans dankbaar gebruik van maken.

Op de foto hiernaast zie je een mulchlaag van onder meer papier, waar bladeren overheen gaan. Dit deed ik onlangs op de paden van mijn achtertuin. Het wat trager verteren is hier een voordeel. Daarom kan ik in een dergelijk geval ook een extra dikke stapel karton, papier, blad en dergelijke verwerken… In dit pad heb ik dit keer horeca-eierdozen verwerkt, waarin ik breekbare spullen had opgestuurd gekregen, en de kartonnen dozen zelf, en (aangelengd) vloeibaar goud uit de stikstof-donatiepot, en een uitgeprinte proefversie van mijn eboek, en bladeren die ik van de straat had verzameld voordat de gemeentelijke dienst kwam vegen. Wat je uiteindelijk ziet zijn gewoon bladerpaden. Het papier zie je niet meer.

Met “Sheetmulchen met een zachte g” (zoals mijn vriend afkomstig uit brabant het uitspreekt) wil ik dus niet zeggen dat je weinig moet mulchen of veel, maar dat de wenselijkheid zal afhangen van je observaties en studie: wat, wanneer, waarom, hoeveel en hoe?

Reeks

Deze blog zal de eerste zijn in een reeks onder de noemer ‘Succesfactoren van permacultuurtuinen’.

Marankes blog

Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur, van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.

Historyland herschakeert landschap

Op vrijdag 9 oktober 2015 was het zover, op permacultuur-excursie op Historyland! Een educatief centrum in Hellevoetsluis dat over niet al te lange tijd te bezoeken zal zijn. Hier wordt het terrein, met permacultuur als leidraad, weer een divers gecultiveerd landschap waar allerlei leven mogelijk is.

Met een rondleiding over het ruime terrein door een van mijn oud-cursisten, Sandy van den Ban, die Zeisles.nl oprichtte. Na haar permacultuuropleiding volgde ze een opleiding tot zeisdocent in Oostenrijk. Deze zeislessen voorzien duidelijk in een behoefte. Onlangs stond ze zelfs, met de zeis in de hand, op de voorpagina van het tijdschrijft van de AVVN! (Landelijke vereniging van volkstuiniers.) Wie had dat gedacht?!

Common sense

Het is logisch natuurlijk, deze opkomst van het natuurlijk werken, maar deze logica is een tijdlang uit het zicht verdwenen geweest, en er valt nog veel te veranderen, of zoals een van mijn eigen permacultuurdocenten, Patrick Whitefield, zei: “Common sense is very uncommon!”

De excursiegroep was ‘s ochtends bij de Aseal zeehondenopvang geweest en werd daarna door ons opgewacht voor een bezoek aan de zeer ruime tuinen en bossen van Zeisles.nl & Historyland. Drie busjes vol mensen kwamen eraan… hongerig en dorstig. Ze kregen een overheerlijke lunch, met notencake toe. In de prachtige gehoorzaal alhier verzorgde ik een interactieve lezing over permacultuur. De lezing werd goed ontvangen door zeer enthousiaste mensen. Na afloop hoorde ik de mensen achter me tegen elkaar zeggen: “Ooohh, ik vind dit zó veel leuker en interessanter dan een weekendje in een bungalowpark…”

Historyland_IMG_4820_1500

‘Weerbarstig en interessant’

Na afloop schreef organisator Koos de Bruin een verslag onder de titel ‘Een lezing op kaplaarzen’, waaruit we enkele fragmenten willen citeren: “Wie het weet mag het zeggen; wat is Permacultuur? ‘Perma’ is een weerbarstig begrip maar zeker interessant. (…) Doel van alle moeite is een zo groot mogelijke bijdrage te leveren aan de gezondheid van de planeet. Maranke zegt een levenslange passie voor natuur, recht (als jurist) en permacultuur te hebben. (…) Het feit dat Maranke de lezing geeft met kaplaarzen aan, geeft te denken. In ieder geval staat Permacultuur toch vooral met beide benen op de grond. (…) Eten uit de tuin, dus ook de moestuin krijgt steeds meer aandacht, met mensen die midden in de natuur staan. Met begrippen als duurzaamheid, transitie, biologisch en eco. Maranke: “Permacultuur is leren van de natuur, je werkt met de natuur mee in plaats van er tegenin.” In haar eigen volkstuin heeft ze inmiddels een zgn. voedselbos, met behalve fruitbomen en notenbomen ook aardbeien, knoflook en bessen. Dat zonder gif, mét biodiversiteit en zonder dat de grond wordt omgespit om de bodem niet te verstoren. (…) Maranke besluit met een strijdbaar: “Repareer de planeet door wat je eet!” (Tot zover enkele fragmenten uit een verslag door Koos de Bruin, dat zal verschijnen in de BioScope van De Groene Passage in Rotterdam.)

Excursie 29 november

Lijkt het jou ook wel wat om de voedselbossen van Historyland / Zeisles.nl te bezoeken? Dat treft, want op 29 november 2015 zijn we hier weer! Ditmaal voor een excursie-lesdag met als thema Voedselbossen. Deels binnen in de keet met vuur en gezamenlijke potluck-lunch, deels buiten op het land. En op dit moment is er nog plaats, je bent van harte welkom!

Historyland gaat verder naar verwachting medio 2016 open.

Schakering

Het landschap op Historyland zoals het opnieuw wordt vormgegeven, doet sterk denken aan de beschrijving die Jaap Dirkmaat geeft in onderstaand interview (in video). Als je bij mij een jaaropleiding permacultuur, of een introductie hebt gevolgd, ken je het wellicht al. Het is een van de favoriete interviews, ook van een van mijn collega’s, Lucas. Die was bij de studiedag Stadsgerichte Landbouw, die begin 2012 werd geörganiseerd door De 12 Ambachten, en waarvoor Lieselot Leeflang dit interview met Dirkmaat hield. Het interview is hier te zien (het duurt tien minuten). Het gaat zoals je ziet onder meer over common sense 😉 Spread the word!

Marankes blog

Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur-literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur van ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.

Lunch in het paradijs

Aandachtspunt dit is een audioblog

Omdat de laatste tijd verschillende mensen aangaven: Maranke ik vind het zo fijn om naar je te luisteren! Is deze blog een luisterblog …. (4min).

Lunch in het paradijs_Maranke_20fps from Stichting Permacultuur Onderwijs on Vimeo.

Een aantal mensen luisterden toevallig eerder al naar deze blog, als studenten in onze interactieve webschool. De afbeelding die je hier ziet hoort bij de ‘Voorleescorner’ uit deze webschool.

Veel plezier met luisteren naar deze blog, en de groeten van dikkie dik!

Voorleescorner_DikkieDik_1200px-2

Marankes blog

Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur, van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.

De bodem watergeven, niet de plantjes

Het internationale jaar van de bodem herinnerde me eraan dat ik een blog wilde schrijven over
de bodem. De basis. Meer specifiek over de bodem watergeven. Bij deze!

De bodem is een levend wezen… Schep je een dessertlepel gezonde grond op, dan zitten hier meer levende wezens in dan er mensen op aarde zijn.

400px-Watering-can-green

En alles wat leeft, eet! En drinkt…

Daarom let ik er tegenwoordig in onze tuinen op, of de bodem genoeg te eten en te drinken heeft.

We geven dus niet langer de plantjes water, nee nee, als het nodig is (en ook enkel dan) geven we de bodem water!

Bodemleven dat te weinig te eten en te drinken heeft krijgt namelijk weinig kinderen, met alle gevolgen van dien voor de bodemvruchtbaarheid, en daarmee voor de planten die erin groeien.

Ik denk dus vanuit de bodem en niet rechtstreeks vanuit de plant. Zoals gangbaar (maar stukje bij beetje op zijn retour) zou ik kunnen denken: Hoeveel voedingsstoffen hebben de planten nodig die ik heb neergezet? Zijn die er niet in voldoende mate? Dat koop ik precies die stofjes in en geef ze aan de plant, en als een plantje slaphangt dan geef ik hem water.

Maar hoewel ik zo ongeveer een extra zintuig heb voor slaphangende plantjes (ik kan ze vanuit een ooghoek geobserveerd hebben en dan even later als in een soort van gehypnotiseerde toestand alles wat ik aan het doen was onderbreken om vervolgens te bemerken dat ik deze planten aan het watergeven ben…) is plantjes watergeven, zoals je al voelt aankomen, niet mijn gebruikelijke werkwijze…

In plaats daarvan probeer ik eraan bij te dragen dat er voor het bodemleven een aangename hoeveelheid vocht beschikbaar is. Extremen probeer ik te helpen voorkomen, en dat is soms best een uitdaging. In ons voedselbos dat bijvoorbeeld ook in ‘Permacultuur in je Moestuin’ afgebeeld staat, is de watersituatie een tamelijk uitdagende, Op een pak veen ligt een laag rivierklei, van het soort waarmee je iemand een gat in de kop kunt gooien als je een klompje in de zon laat drogen… En voordat onze vaste planten (zie deze vorige blog van mij) daar werden geplant was het 40 jaar een zeer regelmatig omgespitte moestuin geweest. Een tuin ook waarin elk jaar allerlei voedingsstoffen en ‘gewasbeschermingsmiddelen’ werden opgebracht. Toen we het gekocht hadden, vonden we er nog van alles, waaronder een flesje ‘mollendood’, een giftige cocktail bedoeld om de Koning van het Bodemleven om te leggen. Toen we de verzameling chemicalieen uiteindelijk maar inleverden bij de gemeentereiniging keek de medewerker ontzettend vies bij het flesje mollendood, waarop de volgende aanprijzing stond: “Veroorzaakt dood in mens en dier!” Hij moest een collega erbij roepen die de sleutel had van het kistje voor hypergevaarlijke stoffen,; daarin is het tot nadere verwerking veilig opgeborgen. En wat waren wij blij dat we de ‘apotheek’ daar konden afgeven.

Scheuren in de klei
Scheuren in de klei

De bodemstructuur in die tuin deed me ontzettend denken aan een plaatje uit The Earth Care Manual: een tekening van kleigrond met een erg slechte structuur. Grofweg hele dikke klonten klei met daarbovenop een soort van poeder, met nauwelijks samenhang. Bij het hier en daar graven in die tuin, vonden we nauwelijks tekenen van leven. Sommige stukken waren zo slecht dat je op een vierkante meter niet 1 regenworm vond, en als je er iets zaaide, maakt niet uit wat, dan kiemde het niet.

Als reactie daarop hebben we enorme hoeveelheden organisch materiaal toegevoegd aan deze tuin van 250m2. Een vrachtwagen compost, jaar in jaar uit heel veel kruiwagens met houtsnippers, en wat we maar te pakken kregen aan snoeisel en maaisel en zelfs halfverrotte boomstammen. Het ene jaar, als we zo veel tijd en energie hadden, sleurden we wel 15 kuub naar deze tuin, het andere jaar misschien 2 of 3. Zo ging het een jaar of vijf, zes, zeven. In de tussentijd merkte ik gelukkig al vlot dat dit een reparerende werking had. Niet dat we alles zomaar overal neerpleurden: de boomstammen dienen als extra bankjes om op te zitten, en nu ze bijna zo ver zijn verteerd dat ze daar niet meer toe kunnen dienen, verhuizen ze gewoon naar een hoek waar een stel bessenstruiken via het bodemleven het resterende hout kunnen opsnoepen.

Halfverteerd hout is gunstig voor insecten en naarmate het verder verteert voegt het organisch materiaal toe aan de bodem, wat goed is  voor de waterhuishouding
Halfverteerd hout is gunstig voor insecten en naarmate het verder verteert voegt het organisch materiaal toe aan de bodem, wat goed is voor de waterhuishouding

Hetzelfde geldt voor enkele eikenstammetjes, die doen voorlopig dienst als extra bijzettafeltjes, terwijl ze langzaam door schimmels worden voorverteerd tot ze uiteindelijk, over ca. tien jaar, aarde zullen zijn geworden. De houtsnippers hebben we ook op een systematische wijze in de bodem verwerkt, lees maar.

Uitgegraven paden, vervolgens gevuld met houtsnippers, als vochtbuffer
Uitgegraven paden, die gevuld gaan worden met houtsnippers

Ik groef meteen in het eerste jaar de paden 15 à 20 centimeter diep uit en vulde ze op met houtsnippers. Een hoop werk, maar het zorgde er al vrij vlot voor dat de watersituatie minder extreem werd.

De houtsnippers kunnen een hoop water aan, waardoor onze tuin al snel veel minder, of zelfs helemaal niet meer blank stond op dagen dat in andere tuinen zelfs de teeltbedden blank stonden.

Watersla  ; )
Watersla ; )

En bij droogte zaten er bij ons al vlot wat minder scheuren in de klei. De houtsnipperpaden fungeren dus als waterbuffer. En inmiddels, zo’n zes jaar later, zit er steeds meer leven in de bodem en plekken waar niets wil groeien zijn er gelukkig allang niet meer! De compost en de houtsnippers, en het ter plekke neerleggen van snoeisel (mulch) zijn ook het favoriete eten van het bodemleven, dat hierdoor meer kinderen kan krijgen. Waardoor de bodemvruchtbaarheid stijgt, waardoor de planten het beter hebben.

Opvangbassin (greppel) als waterbuffer


Opvangbassin (greppel) als waterbuffer

Er ontstaat kortom een opwaartse spiraal. Hierdoor is het bijvoorbeeld pas na vele weken droogte nodig om de bodem water te geven. En waar er eerder niets wilde kiemen, redden de planten zich nu prima zelf.

Het voedselbos dat in deze blogpost beschreven staat. Foto 1 juni 2015


Het voedselbos dat in deze blogpost beschreven staat. Foto 1 juni 2015

Het toevoegen van organisch materiaal (snoeisel, snippers, compost enzovoort) heeft ook op zandgrond een middelende werking: het water loopt minder snel weg omdat het wordt opgeslagen in het sponsachtige organisch materiaal en in de ongelijke structuur van grote tot kleine bodemdeeltjes. Want als alle deeltjes meer gelijkvormig zijn, spoelt het water sneller weg en zitten er ook minder toevallig ontstane ‘gaatjes’ met lucht, zuurstof, in de grond. Water loopt doorgaans veel vlotter weg op zandgrond dan op kleigrond.

Als we watergeven, geven we liever veel ineens dan dat we iedere dag een klein beetje. Het regent hier immers ook niet iedere dag. En we willen voorkomen dat de plantenwortels ‘lui’ worden doordat er steeds in de bovenste bodemlaag water is en de wortels dáár blijven en niet de diepte in gaan reiken.

Watergeven - Niet steeds een beetje

Het zal je misschien verbazen maar dit verhaal over het watergeven van de bodem, en het belang van veel levende wezens in de bodem gaat ook op voor de heel kleine schaal, tot bloempotten aan toe, zo blijkt uit praktijk en theorie.

Mijn collega Lucas Brouns interviewde een gespecialiseerde wetenschapper aan een landbouwuniversiteit over bodemleven, en het belang daarvan op de grote en op de kleine schaal. Wat blijkt? Bodembeestjes in een bloempot kunnen vrij goed tegen de kou, zeker als ze het kunnen voelen aankomen, maar ze kunnen niet tegen uitdroging! Voor leven is water immers noodzakelijk (dat wist je al inderdaad). Daarom is het extra van belang om de bodem in bloempotten een beetje vochtig te houden. Om elk gronddeeltje (een korrel zand, een plaatje klei, enzovoort) ‘hangt’ een microscopisch dun laagje water. Het water zit dus om elk bodemdeeltje heen, als een ‘filmpje’ op nanometer-schaal. De ruimte tussen de bodemdeeltjes bevat zuurstof. En waar er water en zuurstof zijn, daar kan leven bestaan, zoals je weet.

Het watergeven van potten en bakken moet sowieso al veel vaker dan bij een tuin in de vollegrond, vanwege het relatief geringe volume van een bloempot, ook al is het nog zo’n grote pot… En omdat de wind langs de zijkanten strijkt en het vocht meeneemt. Om ervoor te zorgen dat het bodemleven in bloempotten blijft floreren, geeft Lucas ze daarom altijd water: of er nu een plant in staat of niet, en ook in de winter een heel klein beetje. De grap van dit alles is dat planten die dan in een dergelijke pot worden geplant, vaak opvallend floreren. Life creates conditions for life! Een feestje voor mij om die prachtige, overduidelijk levende grond aan te treffen als ik in het vroege voorjaar in de tuin aan de slag ga.

Bedenk altijd dat iedere schaal zijn eigen werkwijze heeft (maar dat is een mooi onderwerp voor een andere blogpost).

Ook wat betreft voeding voor planten geef ik niet rechtstreeks de planten te eten, zoals het geval is bij kunstmest. Dan sla je namelijk de bodem over… Ik heb dat in dit interview uitgelegd voor de EO-tv (van de 6e tot de 11e minuut).

Dus van nu af aan zeg ik niet meer: “Ik ga de plantjes watergeven”, maar: “Ik geef de bodem water” (en dat dus niet te vaak, want dan verdwijnt de zuurstof eruit: niet zompig maar vochtig is voor veel planten een goede maatstaf, tenzij je moerasplanten kweekt, wat ik ook wel doe hoor aangezien ik momenteel in een moeras-achtige omgeving woon ten noordwesten van Utrecht 😉

Hier plant ik een Krulrus, een vochtslurper annex sierplant


Hier plant ik een Krulrus, een vochtslurper annex sierplant

Marankes blog

Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur, van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.

Een permacultuurcursus online, kan dat wel?

Hoewel ik, Maranke Spoor, nooit een verklaard tegenstander ben geweest van online leren, was ik behoorlijk sceptisch toen ik een online permacultuurcursus tegenkwam. “Als er nu íets is wat je niet online kunt leren!”… was mijn eerste gedachte. Ik had eerlijk gezegd grote vooroordelen hierover. Maar het bleef door mijn hoofd spoken, en uiteindelijk won mijn nieuwsgierigheid het van mijn scepsis en schreef ik me in. Het was ook wel erg handig om eens niet te hoeven reizen voor een cursus. Omdat ik zelf lesgeef valt het bovendien vaak lastig te plannen. Maar deze cursus kon ik in mijn eigen tijd doen, wanneer ik er maar zin in had! Dat was toch wel erg verleidelijk, en bovendien waren de kosten een stuk lager dan van een cursus op locatie. Over de zinnigheid van een online permacultuurtraining bleef ik erg kritisch overigens.

7 Ontwerp van patroon naar details

Deze online training verbaasde me eigenlijk behoorlijk, en wel in positieve zin. Het was geen aaneenschakeling van youtube-filmpjes die ik zelf ook wel kan vinden en die me, al dan niet na eindeloos gedwaal online, doen denken: “Hou op, ik wil zelf naar buiten!” Nee het was een heerlijk afwisselend en gestructureerd geheel, met allerlei opdrachten, ook opdrachten die me naar buiten stuurden! Ik kon ze doen in het natuurgebiedje aan de rand van onze wijk en in de eigen tuin! Daarvan deed ik dan puntgewijs verslag, met fotos en schetsen. En daarop kreeg ik dan feedback van de ervaren docent, die vlot doorhad dat ik geen beginner meer was en die zijn feedback daarop aanpaste. Heerlijk vond ik het.

De individuele begeleiding was bij deze online training uiteindelijk een stuk beter dan ik gewend ben in een cursus op locatie. En als we tussendoor een vraag hadden die niet door het lesmateriaal werd beantwoord dan konden we die stellen op het cursusforum, een lekker rustig forum waar je altijd gericht antwoord kreeg, als niet van de cursisten dan wel van de docent, en soms van beide natuurlijk.

Het lesmateriaal zag er sober uit, maar vond ik kwalitatief erg goed, en heerlijk gestructureerd. Dit hielp het leerproces flink versnellen ten opzichte van vrij surfen. Want ja de informatie is er wel online, maar maak maar eens een keuze zonder daar uren, dagen, maanden mee bezig te zijn. Het fijne was ook dat ik bijvoorbeeld als het maar bleef regenen die ene les nog eens kon teruglezen… of als ik geen zin had in lezen, naar de opgenomen stem van de docent kon luisteren, en plaatjes kijken.

Ik raakte steeds meer overtuigd van mijn eigen ongelijk aan het begin… het kan wel, een online permacultuurcursus. Natuurlijk zijn er zeer veel verschillende vormen van online cursussen, en natuurlijk zijn er verschillen tussen mensen die ervoor zorgen dat het de een meer bevalt dan de ander, dat blijf je altijd houden. Diversiteit: niks mis mee.

Ik heb wel de indruk dat bij een online training de docent haast nog belangrijker is dan bij klasikaal onderwijs. De docent dient ervaren te zijn, over veel didactische kwaliteiten te beschikken en veel aandacht te schenken aan de cursus, waardoor het uiteraard niet gratis is allemaal maar wel goedkoper dan klassikaal onderwijs, zelfs in een variant met meer begeleiding!

Kortom een goed gestructureerde online permacultuurtraining verzorgd door ervaren docenten, die je op jouw niveau feedback geven op jouw observatie-, ontwerp- en onderzoeksopdrachten kan niet alleen prima werken maar er vaak zelfs voor zorgen dat je in kortere tijd meer leert.

Nu ik zo van mening veranderd ben, ben ik ook niet te beroerd om zelf een permacultuur webschool te beginnen, waarin je online je pdc kunt halen, helemaal in het Nederlands, en door de meer individuele aanpak nog geschikter voor zowel beginners als gevorderden.

Hoe dit aansluit bij de wensen van onze cursisten van de afgelopen 5 jaar kun je lezen in mijn pas verschenen eboek ‘Permacultuur, wat is dat?!’.

Meer weten?

Naar de pagina over de webschool
(Daar vind je ook de link naar mijn eboek.)
Contactadres: webschool (apenstaartje) permacultuuronderwijs.nl

Marankes blog

Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur, van: ‘Permacultuur, Wat is dat!?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.

Vaste planten eten

In Feb-Mei de maanden waarin moestuiniers vaak geen oogst meer hebben, de boerenkool, prei raakt op, en de zomergroentes zijn nog niet oogstklaar… smul ik van vaste planten die dan alweer flink gaan groeien… Onze volkstuin is immers een voedselbosje, een vasteplantentuin dus. Bij ons huis (in onze zone 1) kweken we ook altijd wel wat eenjarigen, maar onze volkstuin (waarvan diverse fotos te bewonderen zijn in het boek Permacultuur in je moestuin) is een vaste planten paradijs. Wel zo handig want dit vraagt veel minder onderhoud dan eenjarig spul al was het maar omdat je het niet elk jaar op nieuw hoeft te zaaien.

In juli heb je dan weer lekker snoeisel van je druiven om van de jonge blaadjes dolma's te maken!

In juli heb je dan weer lekker snoeisel van je druiven om van de jonge blaadjes dolma’s te maken!

Dat je eenjarigen elk jaar opnieuw moet zaaien, zorgt ervoor dat er in de voorjaarsmaanden (feb-mei) nog weinig te oogsten valt in de eenjarige moestuin: de zaailingen moeten eerst kiemen en dan beginnen met groeien. Terwijl de vaste planten al flinke wortels hebben van waaruit ze meteen flink aan de groei kunnen geraken op het moment dat de omstandigheden er geschikt voor zijn.

In een (voedsel)bos heeft die vroege groei ook als voordeel voor de lagere vaste planten dat ze van het zonlicht kunnen profiteren voor de bomen en struiken weer volop in het blad zitten. Ze maken dus slim gebruik van deze niche in de tijd. Het is, net als de herfst waarin veel vruchten rijpen, een toptijd voor een voedselbosbouwer…

Middenin de zomer daarentegen valt er in een moestuin doorgaans meer te oogsten waardoor de combinatie moestuin/voedselbos een mooie is. Heb je een stuk land waar je zowel een voedselbos als een moestuin wilt, zorg er dan voor dat de moestuin, daar waar de eenjarigen gekweekt worden, de zonnigste plek krijgt. Eenjarige groentes zijn namelijk doorgaans pionierplanten, die nauwelijks schaduwtolerant zijn.

Naast zeer veel wat minder bekende vaste planten die in voedselbossen worden aangeplant zoals bijvoorbeeld aardkastanje, sneeuwvlokkenboom, of augurkenstruik, zijn er ook heel bekende vaste planten die veel mensen tot hun afgrijzen al in hun tuin of omgeving hebben groeien geschikt voor een vroege oogst. Zevenblad (ook genaamd tuindersverdriet) is een van mijn favoriete groentes. Dit gebruik ik bijvoorbeeld voor alles waar ik ook peterselie voor zou kunnen gebruiken (het is er naaste familie van en is zowel rauw als gekookt eetbaar voor mensen). Verder groeit peterselie niet zo goed daar waar ik nu woon… en dan denk ik op een gegeven moment: Waarom steeds proberen dingen dood te maken die hier willen leven (zevenblad) en dingen met kunst en vliegwerk in leven proberen te houden die hier dood willen gaan (peterselie). De smaak van jong zevenblad vind ik heerlijk en ik gebruik het werkelijk voor van alles, van soepen en sauzen tot stampotjes. Van de overvloedige oogst in het voorjaar droog ik een deel en dat gebruik ik de rest van het jaar.

Voor vaste planten is heel veel minder grondbewerking nodig, wat erg handig is voor de koolstofcyclus van onze planeet. Lees hierover meer op deze pagina over het boek Herstellende Landbouw!

Meer leren over wat je met vaste planten kan doen?

Ik heb nog meer blogposts geschreven over dit onderwerp: PermacultuurOnderwijs.nl/MarankesBlog/

Marankes blog

Maranke Spoor is docent permacultuur, tegenwoordig ook in de interactieve permacultuur webschool van Stichting Permacultuur Onderwijs. Maranke begon al op jonge leeftijd als tuinier. Op elke plek waar ze woonde zorgde ze al snel voor een eetbare siertuin: op balkon en dakterras, in schooltuin en moestuin. Maranke is opgeleid als jurist, een beroep dat ze o.a. in de vorm van docent recht tot 2010 uitoefende, is initiator van www.weggeefwinkels.nl en sinds 2010 docent permacultuur. In die hoedanigheid verzorgde ze reeds vele opleidingen op het gebied van permacultuur/voedselbossen. Verder is ze sinds 2013 voorzitter van Stichting Permacultuur Onderwijs, vertaalde en bewerkte ze samen met haar collega Lucas Brouns Engelstalige permacultuur literatuur (Herstellende Landbouw van Mark Shepard en Permacultuur in je moestuin van Christopher Shein) en is ze illustrator en auteur, van: ‘Wat is permacultuur?’, een eboek dat in juni 2015 is verschenen.